‘Brand verzekerd’ van Don Winslow en ‘Rozemarijn’ van Susan Albert.
Vuur brandt omhoog en naar opzij. Als een V. Tenzij… het een reden heeft om naar beneden te branden. Na het lezen van Brand verzekerd (California Fire and Life) ben je geneigd jezelf ietwat deskundig te verklaren op het gebied van vuur en brandstichting. Auteur Don Winslow – jaren werkzaam als branddeskundige – biedt niet alleen een spannend verhaal, maar brengt ook graag vakkennis over. Dat betekent, zeker in het begin van het boek, even doorbijten, maar de beloning is een vlammend verhaal met interessante karakters, mooie milieubeschrijvingen, humor en een sterk einde (dat het rechtvaardigheidsgevoel niet helemaal bevredigt).
Jack Wade is de beste schaderegelaar van de Californische Brand- en Levensverzekeringsmaatschappij. Hij beoordeelt schadeclaims, onderzoekt de oorzaak van branden zeer grondig, en is daar zo goed in omdat hij de taal van het vuur spreekt. Zeven jaar bij de politie gewerkt als brandrechercheur, waar hij – om het leven van een getuige niet in gevaar te brengen – een dader hardhandig tot een bekentenis gedwongen heeft, door een corrupte collega erbij is gelapt, en wegens meineed is veroordeeld. Met diezelfde ex-collega krijgt hij weer te maken in een nieuwe zaak.
De man is een luie kootzak, die bijna bij iedere brand ‘geen opzet’ invult. ‘Als hij in Dresden was geweest, zou hij in de as nog een defecte bediening van een elektrische deken hebben gevonden.’ Een jonge vrouw, moeder van twee kinderen, verbrandt in bed. Ze dronk en rookte. Voor de lamlendige rechercheur is het een duidelijke zaak: dood door ongeval. Maar Jack hoort dat er bij de lijkschouwing geen rook in de longen werd aangetroffen. Na een minutieus onderzoek ontdekt hij de sporen van brandstichting. Het slachtoffer was al dood vóór de brand. Haar echtgenoot, van wie ze gescheiden leefde, dient een claim in die er niet om liegt. Hij is opgegroeid in de voormalige Sovjet-Unie, geïnfiltreerd lid van de Russische maffia en naar Amerika gekomen om zijn bazen van de KGB, maar vooral zichzelf, rijker te maken.
Treffende schilderingen van Russische criminele praktijken en Amerikaanse corruptie. Jack, een gewetensvol man, die er nogmaals ingeluisd dreigt te worden. De charme van het surfen en een vlaag onmogelijke liefde. Een combinatie van meedogenloosheid en gevoeligheid voor mens, dier en recht. Een einde waar iedereen – voor zover niet dood – mee moet zien te leven.
KRUID TEGEN KWAAD
‘Mijn naam is China Bayles, en Ruby Wilcox is mijn beste vriendin en huurster. Haar winkel, Crystal Cave, zit naast mijn kruidenwinkel Thyme and Seasons in mijn honderd jaar oude pand aan Crockett Street, een paar straten van het dorpsplein van Pecan Springs vandaan.’
Genoeglijker kan het niet: een (fictief) Texaans stadje, vriendinnen die gezellig in kruiden en new-age-artikelen handelen, een ex-non met een vegetarisch restaurantje, en af en toe een moord om China Bayles, ex-topadvocate, weer wat spanning in het leven te bezorgen. Het riekt naar truttigheid en kneuterigheid, maar daarmee zou je de boeken van Susan Albert geen recht doen. Ze lezen prettig weg, geven een levendig beeld van een provinciestadje en haar bewoners, en leveren regelmatig spannende scènes op die naar goede plots leiden. Vier zijn er tot nu toe vertaald: Monnikskap, Kattekruid, Wijnruit en Rozemarijn. Een overdosis aan kruiden, in titels, citaten, en de smakelijke opdiening ervan in ieder verhaal. Een vermeende heks, een proefdierenonderzoeker, een non en een accountant hebben er in die volgorde het leven bij ingeschoten.
Hoofdpersoon China – die de advocatuur verliet omdat ze het beroep moreel nogal dubieus begon te vinden – vertelt met smaak over haar persoonlijke leven en dat van anderen. Weet de mensen die haar omringen of die haar pad kruisen aardig te presenteren. Tegenover het zijige van tafelkransen van peterselie, oregano, marjolein, lamsoor en basilicum plaatst ze soms spottend haar bedenkingen over hartstochtelijke new-agevolgelingen. In het laatste boek, Rozemarijn, voert ze een vrouw op die als spreekbuis fungeert voor een lichaamloze ziel, die vrouwen schiep uit haar eigen voetzolen. ‘Daarom voelen vrouwen zoveel. Omdat we allemaal uit voetzolen zijn gemaakt. We hebben een intieme band met de aarde.’
Spannend is Rozemarijn ook. China treft in de uitgeleende auto van haar geliefde, ex-rechercheur moordzaken Mike McQuaid, het lijk aan van de vrouw die haar boekhouding deed. Uiterlijk lijkt ze op China. Is ze vermoord door Jake Jacoby, een vervroegd vrijgelaten gevangene die ooit door McQuaid is ingerekend en wraak heeft gezworen? Of heeft ze onregelmatigheden ontdekt in de boekhouding van het plaatselijke hotel en is ze door de fraudeur vermoord? De verhaallijnen lopen soepel in elkaar over en aan het eind geeft China ons iets om te overdenken. De aandacht van het publiek is altijd gericht op de dader, de moordenaar. ‘Hij wordt de ster van het drama in de rechtszaal, terwijl de slachtoffers slechts in een flashback herinnerd worden, als ze al herinnerd worden.’
Don Winslow, ‘Brand verzekerd’, De Boekerij, 373 blz., 665 fr.
Susan Albert, ‘Rozemarijn’, idem, 263 blz., 460 fr. Tegelijkertijd verschenen: ‘Wijnruit’, 263 blz., 460 fr.
Ineke van den Bergen