Een jaar geleden werd Barbara Van Dyck met tien andere activisten veroordeeld voor het vernielen van een proefveld met genetisch gemodificeerde aardappelen. Volgende week verschijnt ze voor het Gentse hof van beroep. Spijt zal de Leuvense onderzoekster alvast niet betuigen. ‘Er staat op dit proces veel meer op het spel dan ggo’s.’

Op dinsdag 28 oktober buigt het Gentse hof van beroep zich over de geruchtmakende ggo-zaak. Elf leden van de Field Liberation Movement moeten zich verantwoorden voor de raid van 29 mei 2011 op een proefveld met genetisch gewijzigde aardappelen in Wetteren. De vooraf aangekondigde en sterk gemediatiseerde actie ontaardde in een kat- en muisspelletje met de politie. Balans: een dozijn aardappelplanten gesneuveld en een paar tientallen meters omheining gesloopt. De correctionele rechtbank van Dendermonde tilde zwaar aan de zaak, en veroordeelde de activisten onder andere voor bendevorming. De strafmaat was navenant: voorwaardelijke gevangenisstraffen van drie tot zes maanden, plus ruim 20.000 euro aan boetes en schadevergoedingen. De burgerlijke partijen – de Universiteit Gent, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, de Hogeschool Gent en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, die het experiment samen voerden – reageerden tevreden.

De vraag is of het hof de uitspraak van 24 september 2013 in beroep zal bevestigen. Het vonnis lokte felle kritiek uit, onder meer van de Gentse professor media- en mensenrechten Dirk Voorhoof en zijn VUB-collega Serge Gutwirth. In het Rechtskundig Weekblad waarschuwen ze voor een bedenkelijk precedent. Bendevorming staat in het strafwetboek om fenomenen als banditisme en terrorisme aan te pakken. Door de FLM-militanten die kwalificatie toe te kennen, kan straks elke vorm van activisme of burgerprotest als crimineel worden vervolgd. Al even kritisch zijn beide rechtsgeleerden voor de manier waarop het onderzoek en het proces werden gevoerd. De door de verdediging aangeleverde camerabeelden werden afgewezen, expertgetuigen à decharge werden niet toegelaten. ‘Dat wordt waarschijnlijk anders op het nieuwe proces’, zegt Barbara Van Dyck (35). ‘Er is goede hoop dat we onze beelden mogen tonen en onze getuigen kunnen oproepen. Bovendien is er een nieuw element. In het Franse Colmar heeft het hof van beroep 54 activisten vrijgesproken nadat ze in eerste aanleg waren veroordeeld voor het vernielen van een proefveld met genetisch gemanipuleerde wijnranken. Heel relevant, want die zaak is vergelijkbaar met de onze, tot en met het ontbreken van een wettelijke vergunning voor het proefveld.’

Barbara Van Dyck zal zich schrap moeten zetten. In Gent zullen alle camera’s op haar gericht zijn. Van Dyck, een bio-ingenieur die ook voortstudeerde in management en ruimtelijke planning, is ongevraagd het gezicht van het ggo-proces geworden. Ze dankt die status aan een beslissing van haar werkgever, de Katholieke Universiteit Leuven, waar ze als postdoctoraal onderzoeker aan de vakgroep architectuur, stedenbouw en ruimtelijke planning verbonden was. Van Dyck werd na de aardappelraid op staande voet ontslagen. Het vernielen van andermans wetenschappelijk werk is een zware deontologische fout, zo verdedigde toenmalig rector Mark Waer de beslissing, die de academische wereld scherp verdeelde. Voor- en tegenstanders sloegen elkaar met verschillende principes om de oren: het recht op vrije meningsuiting versus de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek. Intussen staat Van Dyck opnieuw op de loonlijst van de KU Leuven. Ze werd in december 2013 gerehabiliteerd door nieuwe rector Rik Torfs, die de actie in Wetteren als een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid omschreef.

Kijkt u uit naar het nieuwe proces?

BARBARA VAN DYCK: Het is dubbel. Ik ben blij dat het zover is, want na drieënhalf jaar is het tijd om deze bladzijde om te slaan. Maar ik voel ook de spanning, want er staat veel op het spel. De veroordeling in Dendermonde was totaal buiten proportie. Bendevorming, dat is een stok om criminele organisaties en maffiosi mee te slaan. Het is geen toeval dat verscheidene specialisten mensenrechten aan de alarmbel trokken. Als dit vonnis overeind blijft, wordt het straks onmogelijk om nog te betogen of te staken, laat staan deel te nemen aan een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid. Maar niet alleen het vonnis zit me dwars, ook de manier waarop het tot stand kwam. Een dag na onze actie verklaarde toenmalig minister-president Kris Peeters (CD&V) in een tv-interview dat dit voor hem absoluut niet door de beugel kon en dat we voor bendevorming zouden worden vervolgd. Op zich is dat al uiterst bedenkelijk. Is het aan een politicus om zich in een gerechtelijk onderzoek te mengen? Blijkbaar hadden het parket en de rechtbank van Dendermonde de boodschap goed begrepen. In feite is dit pure intimidatie, een boodschap aan het middenveld. Wie daadkrachtig opkomt voor een mening die het establishment niet zint, weet wat hem te wachten staat.

‘Daadkrachtig’ is een understatement. Bij de actie in Wetteren waren zo’n 500 FLM-militanten betrokken. Valt het vernielen van andermans eigendom, in dit geval een wetenschappelijke veldproef, onder de vrijheid van meningsuiting en vereniging?

VAN DYCK: Vernielen is zwaar overdreven. We hebben een twintigtal planten uitgetrokken, de proef is trouwens gewoon voortgezet. En we hebben geen geweld gebruikt, ook al werd dat nadien in de media anders voorgesteld. Natuurlijk werd er getrokken en geduwd. We hadden de actie aangekondigd, de politie was dus massaal aanwezig. Dan krijg je taferelen van activisten die over het hek klimmen terwijl agenten hen proberen tegen te houden. 20.000 euro schadevergoeding voor tien planten en een hek, ook dat is een aanwijzing dat het vonnis vooral als afschrikking was bedoeld. En hoe ze dat bedrag hebben bepaald! Zelfs de tijd die enkele Gentse professoren aan media-interviews hebben besteed, wordt ons aangerekend. De zwaarste post in de schadeclaim van de burgerlijke partijen is de versterkte bewaking van het proefveld. Dat vind ik schandalig, want naar alle waarschijnlijkheid werd de bewaking integraal door BASF betaald.

BASF is geen burgerlijke partij in het proces. Welke rol speelt het biochemische bedrijf in dit verhaal?

VAN DYCK: Op het proefveld stonden 108 biogenetische aardappelplanten. Vier daarvan waren van BASF, een feit waarover de publieke partners in het consortium rond de Universiteit Gent tegenstrijdige uitspraken hebben gedaan. Er hing van meet af aan een waas van geheimzinnigheid over de rol van BASF, geen wonder dus dat het bedrijf zich geen burgerlijke partij stelde. Het consortium stelt de hele proef graag voor als fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, zonder commerciële agenda. Maar wat stonden die BASF-aardappelen daar dan te doen? Dan moet je weten dat BASF al heel ver in de ontwikkelingsketen zit. In 2010 hebben ze zelfs een aanvraag ingediend om de ggo-aardappel Fortuna op de Europese markt te kunnen brengen. Ze hebben daar alleen van afgezien omdat de Europese consument niet op ggo-aardappels zat te wachten. Hoe dan ook, het hele wetenschappelijke opzet van de veldproef in Wetteren is twijfelachtig. In feite heeft die meer met communicatie en lobbying dan met wetenschap te maken.

Hoezo?

VAN DYCK: In Vlaanderen was er niemand bezig met ggo-aardappelonderzoek. De uitgangsaardappelen, het plantgoed waarmee de proef werd opgestart, kwamen niet eens uit Gent. Ze werden aan de landbouwuniversiteit van Wageningen ontwikkeld. Het consortium is trouwens zelf bij Wageningen gaan aankloppen. Of ze niets voelden voor een proef in Vlaanderen? Natuurlijk hapte Wageningen toe, het is in Nederland al even moeilijk om ggo’s in open veld te testen als in België. Op de dag dat de eerste plant werd gepoot, verscheen er een bord langs de E40 in Wetteren. ‘Hier groeien de aardappelen van de toekomst.’ (lacht) Dat bord heeft het niet lang uitgehouden, maar het zegt veel over de publicitaire opzet. De proef moest er vooral komen om het ggo-debat aan te zwengelen, in de hoop de strenge wetgeving op termijn te versoepelen. In de Europese Unie geldt een algemeen verbod, voor iedere proef moet een uitzondering worden aangevraagd, wat in de ene lidstaat al vlotter gaat dan in de andere. De patat, symbool van de vaderlandse keuken, was de ideale hefboom om de geesten in beweging te brengen. De tijdgeest leek mee te zitten, want vergeet niet dat de vorige Vlaamse regering biotech tot economische speerpuntsector uitriep. Het aanzwengelen van het debat is wonderwel geslaagd, maar wellicht niet op de manier die ze hadden gewenst.

Veel academici zien de zaak anders. Tijdens de aardappelraid in Wetteren was er trouwens een tegenbetoging van Save Our Science. De initiatiefnemers waren zelf betrokken bij de ggo-proef, maar ze kregen ook steun van wetenschappers die opkomen voor de vrijheid van onderzoek. Begrijpt u hun woede over wat in hun ogen neerkwam op het saboteren van een wetenschappelijk experiment?

VAN DYCK: Jazeker. Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen van de mensen die zo’n experiment opzetten. En toch blijf ik onze actie legitiem vinden. De vraag is: hoe kun je als actiegroep je stem verheffen in de samenleving? En belangrijker nog: hoe zorg je ervoor dat die stem ook wordt gehoord? Soms volstaat het een betoging te organiseren of een petitie te laten circuleren. Maar wat als je vaststelt dat je hardnekkig wordt gemarginaliseerd? Onze actie in Wetteren kwam niet uit de lucht vallen. Verscheidene organisaties voeren al heel lang campagne om op de gevaren van ggo’s te wijzen. Men is dat vergeten, maar ook tien à vijftien jaar geleden werden in Vlaanderen al proefvelden aangelegd. Door privébedrijven, maar ze zijn er snel mee gestopt, onder andere omdat verscheidene proeven ook toen al werden vernield. Nu pakken ze het helemaal anders aan. Privébedrijven verschuilen zich achter de rug van universiteiten of hogescholen zodat ze hun proeven onder het mom van wetenschappelijk onderzoek kunnen verrichten. Het belang is uiteraard wederzijds: bedrijven zoals BASF zijn niet toevallig belangrijke sponsors van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie.

Nog voor de start was er massaal protest tegen het experiment in Wetteren. We hebben meer dan 1800 bezwaarschriften verzameld, allemaal tevergeefs. In België leveren de federale ministers van Volksgezondheid en van Leefmilieu de vergunning af, op advies van de bioveiligheidsraad waarin wetenschappers en ambtenaren zitten. Hun meningen waren verdeeld, drie experts waren tegen de proef. Omdat de gebruikte aardappelen niet voldoende waren getest op allergische, toxische of andere schadelijke effecten, maar ook vanwege de gebrekkige transparantie in het dossier. Vooral de BASF-planten waren een groot mysterie, de adviescommissie mocht zelfs niet weten over welke soort het precies ging. Toch heeft de minister de vergunning afgeleverd, zonder motivatie of verwijzing naar het voorbehoud van sommige leden van de bioveiligheidsraad. Dat was een zware vormfout, en daarom is Greenpeace naar de Gentse rechtbank getrokken. Met succes: de vergunning werd illegaal verklaard, maar de rechter vond het niet nodig de proef te doen stopzetten. Nogmaals: wat doe je als je vaststelt dat al het protest en alle bezwaren van tafel worden geveegd? Zo bekeken vind ik de actie in Wetteren perfect legitiem.

Vijf dagen na de aardappelraid werd u door KU Leuven ontslagen en kreeg u de media over u heen. Een leerrijke ervaring?

VAN DYCK: Dat was niet prettig. Ik kreeg veel steun, maar ook beledigingen en haatmails. Meestal anoniem, maar ook niet altijd. Uiteraard raakt dat me, maar ik kan de kritiek wel plaatsen. Als wetenschapper weet ik hoe de academische wereld in elkaar zit en begrijp ik de verontwaardiging van sommige collega’s. Het was vooral de publieke aandacht die ik heel erg moeilijk vond. Zonder het te vragen, was ik een symboolfiguur geworden, het gezicht van de ggo-campagne.

Dat had ook positieve gevolgen. Ik werd met andere experts voor debatten gevraagd, en mocht lezingen geven voor middelbare scholieren en verenigingen. Zo bekeken is de actie in Wetteren een succes. We zijn erin geslaagd verschillende kwesties op de agenda te zetten. Zin of onzin van ggo’s in de eerste plaats, maar ook de vraag of burgers in dit land nog actie mogen voeren. Tegelijk hebben we de discussie aangezwengeld over de rol van de universiteit. Mogen wetenschappers zich voor de kar van de industrie laten spannen? Moet wetenschappelijk onderzoek een economische return genereren? Wij vinden van niet, de universiteit moet een vrijhaven zijn voor kritische en onafhankelijke geesten.

De houding van de KU Leuven is opmerkelijk. U werd ontslagen door rector Mark Waer maar opgevist door zijn opvolger, Rik Torfs. Hoe kijkt u daarop terug?

VAN DYCK: Met blijvende verwondering. Drie dagen na de actie werd ik voor een informeel gesprek bij de rector ontboden. ‘U zult intussen wel afgekoeld zijn’, zei hij. ‘Vindt u het vernielen van andermans wetenschappelijk werk nog altijd een goed idee?’

Ik weet nog altijd niet zeker wat de bedoeling van dat gesprek was. Hoopte hij dat ik me zou verontschuldigen, of me publiek zou distantiëren van de actie? Ik vond het een gekke vraag, tenslotte stond ik daar in Wetteren niet als medewerker van de KU Leuven, maar als een burger die opkomt voor zijn mening. Twee dagen na dat gesprek was mijn ontslag een feit. Zonder boe of bah, ik heb het zelf uit de media moeten vernemen. Ik kwam zonder inkomen te zitten, want na een gedwongen ontslag heb je geen recht op een uitkering. Die kreeg ik pas toen ik een procedure voor de arbeidsrechtbank had aangespannen. Voorwaardelijk, tot de uitspraak geniet je het voordeel van de twijfel. Voor alle duidelijkheid: de kosten voor advocaten of eventuele schadevergoedingen worden collectief gedragen door de Field Liberation Movement. Dat geldt voor de elf beklaagden.

U hebt de zaak voor de arbeidsrechtbank intussen stopgezet.

VAN DYCK: Dat was een voorwaarde om opnieuw aan de slag te gaan. In feite heeft Rik Torfs gewoon zijn verkiezingsbelofte gehouden. Tijdens de campagne had hij zich al afgezet tegen de manier waarop het rectoraat mijn zaak had afgehandeld. Hij stond daarmee niet alleen, binnen de KU Leuven was er veel onvrede over mijn ontslag. Voor Torfs was het sowieso een vervelende erfenis, een procedure tegen een ontslagmaatregel van zijn voorganger. Toch geloof ik niet dat hij louter door pragmatisme werd gedreven. Torfs heeft een andere visie op de universiteit. Meer dan zijn voorgangers hecht hij belang aan de maatschappelijke rol van wetenschappers.

Wat is er mis met ggo-onderzoek? De in Wetteren geteste knollen zijn resistent tegen phytophthora, de gevreesde aardappelziekte die hele oogsten om zeep helpt en die in de 19e eeuw verantwoordelijk was voor de Grote Hongersnood in Ierland.

VAN DYCK: Nu komen we bij de kern, de zin of onzin van ggo’s. Kijk, ik heb niets tegen onderzoek naar de technologie. Op voorwaarde dat bij de ontwikkeling consequent het voorzorgs-principe wordt gerespecteerd. Daar heb je meteen al een probleem. De openveldproeven zijn in dit stadium onverantwoord, want we weten nog veel te weinig over de eigenschappen van die aardappelen. Het gaat dan niet alleen om de genetische karakteristieken, een plant is een complex organisme dat bovendien reageert op andere, even complexe organismen in de bodem. In feite moet er nog veel meer voorbereidend onderzoek in het lab gebeuren, maar onder meer vanwege de kostprijs neemt men de vlucht vooruit en initieert men een veldproef. Wie vragen stelt bij de risico’s wordt de mond gesnoerd: het is veilig omdat wij zeggen dat het veilig is. Die arrogantie leeft bij veel wetenschappers. Daar moeten we dringend van af, wetenschappers moeten aanvaarden dat mondige burgers kritische vragen stellen bij hun werk. En bètawetenschappers moeten daarbij beseffen dat de wereld groter is dan hun laboratorium. De ggo-kwestie is niet alleen de zaak van biowetenschappers. De inbreng van filosofen, sociologen en economen is even belangrijk.

Intussen gaan Amerika en Azië vrolijk verder met hun ggo-onderzoek en raakt Europa achterop. In de VS worden al twintig jaar gensoja en genmaïs geconsumeerd. Zonder problemen voor de volksgezondheid.

VAN DYCK: Geen problemen? De vraag is op welke studie men zich baseert om die uitspraak te doen. Over de gevolgen van ggo’s voor de volksgezondheid bestaat vandaag nog geen wetenschappelijke consensus. Zo goed gaat het trouwens niet met de Amerikaanse volksgezondheid. Je kunt de problemen uiteraard niet rechtstreeks koppelen aan ggo’s, maar wel aan het landbouwmodel waar ze deel van uitmaken. De obesitasepidemie is bijvoorbeeld een rechtstreeks gevolg van de eetcultuur, die op haar beurt nauw samenhangt met sociale ongelijkheid, maar ook met de monopolies van enkele bedrijven in de productie en distributie van voedsel. Maar er zijn wel degelijk problemen met herbicideresistente soja en maïs, de twee voornaamste ggo-teelten in de VS en de rest van de wereld. Ook onkruid begint resistent te worden tegen producten als ‘round-up’, waardoor Monsanto en consorten zich verplicht zien steeds nieuwe onkruidverdelgers te bedenken.

En wat de kloof met Europa betreft: ik begrijp dat het steekt. Vooral in Vlaanderen, dat met professor Marc Van Montagu en wijlen professor Jozef Schell twee absolute biotechpioniers in huis heeft, twee onvermoeibare lobbyisten ook die mee aan de wieg van het VIB stonden. Er staan grote belangen op het spel. Het VIB is tot een cluster uitgegroeid, goed voor 1200 hooggespecialiseerde banen. Het is een interuniversitair centrum, maar met een commerciële logica. Onderzoek moet opleveren, return on investment is heilig. Er wordt nauw samengewerkt met de industrie, de Vlaamse regering eist trouwens dat tegenover iedere geïnvesteerde euro belastinggeld een euro privékapitaal staat. Uit het VIB is een hele reeks spin-offs geboren. Zodra zo’n spin-off wat succes kent, wordt hij door een multinational opgekocht. Devgen door Syngenta, CropDesign door BASF, en zo is de cirkel rond.

Zo werkt onze markteconomie nu eenmaal, en zo werkt ook technologische innovatie.

VAN DYCK: Klopt, maar ons punt is precies dat je de voedselproductie niet zomaar aan de wetten van de vrije markt kunt overlaten. Voedsel is meer dan koopwaar, de beschikbaarheid van veilig voedsel is een basisrecht. Daar zit ook ons probleem met ggo’s. De discussie gaat niet over technologie op zich, maar over de manier waarop we voedsel produceren en de landbouw en bij uitbreiding de hele maatschappij organiseren. De agro-industrie is niet in staat de wereld te voeden, ze veroorzaakt enorme milieuproblemen, en ze steunt volledig op fossiele brandstoffen. In plaats van energie te stoppen in ggo-onderzoek, moeten we dringend het roer omgooien. We moeten ons voedsel zo veel mogelijk lokaal produceren, en inzetten op biodiversiteit. Onze actie in Wetteren was eigenlijk een aardappelruiloperatie: we waren van plan ggo-planten te vervangen door varianten met een natuurlijke resistentie tegen aardappelschimmel. ‘Ggo’s zijn ongewenst en overbodig’ was de boodschap die we wilden brengen.

Uw moeder, Leen Laenens, was een tijdlang kamerlid voor Agalev. Bent u nooit in de verleiding gekomen om uw mediabekendheid politiek te verzilveren?

VAN DYCK: Er zijn andere manieren om je maatschappelijk te engageren. Actiecomités, burgerparticipatie, dáár geloof ik in. Maar het klopt wel dat ik mijn engagement met de paplepel heb meegekregen. Mijn ouders gingen heel bewust om met voedsel. We woonden op het platteland, ik was kind aan huis bij de boeren in het dorp. Vanaf de eerste rij kon ik zien hoe de agro-industrie steeds verder oprukte. Op de duur ga je vragen stellen. Is het normaal dat een zakdoekgroot land als België zich ontpopt tot ’s werelds grootste exporteur van diepvriesaardappelen? Idem voor de export van varkensvlees. Is het een goede zaak dat ze in Brazilië bossen kappen om ggo-soja te verbouwen waarmee al die Vlaamse varkens worden gevoed? Ik sta niet alleen met mijn kritische bedenkingen, dat blijkt trouwens uit het verzet tegen ggo’s. Niet alleen in België worden proefvelden vernield, ook in Italië, Frankrijk en Nederland. Overal kan het verzet op veel sympathie rekenen. Dat kan maar één ding betekenen: heel veel Europeanen willen geen ggo’s.

DOOR ERIK RASPOET, FOTO’S TOM VERBRUGGEN

‘Ik denk niet dat Rik Torfs me louter uit pragmatisme opnieuw heeft aangeworven. Meer dan zijn voorgangers hecht hij belang aan de maatschappelijke rol van wetenschappers.’

‘Ik stond daar in Wetteren niet als medewerker van de KU Leuven, maar als een burger die opkomt voor zijn mening.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content