Charles Picqué, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, nam aanstoot aan een commentaar op deze bladzijde in Knack 13 van 28 maart. Daarin werd gesuggereerd dat de hoofdstedelijke regio, die niet in staat is de zaken organisatorisch en financieel op een rij te krijgen, bij een volgende staatshervorming maar beter onder confederaal toezicht kan worden geplaatst.
De open brief van Charles Picqué (zie p. 12) is opmerkelijk, niet zozeer om wat er staat, maar om wat er niet staat.
De Brusselse minister-president lijkt het confederalisme te beschouwen als een – een Waalse bisschop parafraserend – abnormale politieke ontwikkeling, een eigenschap waarop hij die dit gebrek vertoont zich beter niet kan laten voorstaan. Bovendien verdenkt Picqué dit blad ervan alleen minachting te hebben voor collega’s (van De Standaard en Le Soir) ‘ die een toenadering tot stand proberen te brengen tussen de publieke opinie in het noorden en die in het zuiden, of op zijn minst streven naar meer wederzijds begrip‘. Waarmee de Brusselse minister-president vergeet dat dit blad twee jaar geleden al, samen met Le Vif-L’Express, een speciaal nummer uitbracht, in het Frans en in het Nederlands, dat de Belgische en zelfs Brusselse twee-eenheid in het licht zette.
Volgens Charles Picqué was de regio Brussel er voor het ontstaan van het Hoofdstedelijk Gewest veel erger aan toe. De gebrekkige stadsherwaardering, het nonchalante beheer van de mobiliteitproblematiek en de chaotische stedenbouw, het dateert allemaal uit die periode – die ondertussen wel al haast twintig jaar achter ons ligt. Dat onder Europese, federale en Vlaamse druk, om van de lokale vastgoedlobby nog te zwijgen, de Brusselse overheid werd gedwongen sommige stadsdelen op te knappen, laat de minister-president onvermeld.
De minister-president wijst er ook fijntjes op dat de meeste problemen in verband met de geluidshinder van Brussel-Nationaal zich niet in Brussel maar in Vlaanderen voordoen. Wat uiteraard juist is. De nationale luchthaven ligt dan ook op Vlaams grondgebied. Terwijl de Brusselaars door hun strenge geluidsnormen alleen de lusten en niet de lasten van de nabijgelegen luchthaven voor zich willen.
Uit wat niet in zijn open brief staat, mogen we besluiten dat de minister-president, wellicht geplaagd door zijn vele werkzaamheden, veel te weinig buiten komt. Anders zou hij bijvoorbeeld weten dat het Hoofdstedelijk Gewest, waarvan hij overigens de eerste minister-president was, nog altijd een zeer eigenzinnige invulling geeft aan de taalwetten die ook daar van kracht zijn. De gebrekkige naleving van die taalwetten, bijvoorbeeld in de ziekenhuizen en in de ambtenarij, is een grote zorg voor een belangrijk deel van de bevolking die onder de verantwoordelijkheid van de heer Picqué valt. Mocht de minister-president het niet weten: er wonen in het Brussels Gewest nog altijd meer Vlamingen dan in Hasselt – de opmerking is van oud-minister en medeoprichtster van de Rode Leeuwen Lydia De Pauw-De Veen.
Het is de minister-president wellicht ontgaan dat tal van zijn Franstalige medeburgers, als gevolg van de vaak bedenkelijke kwaliteit van het Franstalig onderwijs, intussen met hun voeten hebben gestemd en kiezen voor Nederlandstalige scholen.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mag dan nagenoeg 20 procent van het Belgische bruto binnenlands product produceren, het inkomen per capita is tegenover de rest van het land met 25 procent gedaald. De werkloosheidsgraad bedraagt er ruim 20 procent. De werkzaamheidsgraad viel in Brussel terug tot 53 procent. Meer dan een kwart van de Brusselaars leeft onder de armoedegrens.
De minister-president ijvert voor wederzijds begrip en voor een toenadering van de publieke opinie in beide landsdelen. Cultuur is daar een van de belangrijkste hefbomen voor.
Zou de minister-president weten dat zonder de financiële inbreng van de Vlaamse Gemeenschap van interculturele uitwisseling in zijn gewest geen sprake is? Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux (Spirit) kan hem daarover nuttige cijfers verschaffen.
Wegens dat hoofdstedelijke onvermogen én omdat Brussel te belangrijk is om het beheer ervan alleen aan de Brusselaars te laten, moet het Hoofdstedelijk Gewest onder federaal beheer worden geplaatst.
PS. In de vorige Van de redactie sloop de lapsus dat Gerald Bull in 1980 werd vermoord. De Canadese kanonnenbouwer werd, zoals algemeen bekend, in 1990 in Ukkel omgebracht.
Rik Van Cauwelaert