244 christenen uit het Syrische Aleppo worden naar ons land gehaald. De reddingsoperatie is een initiatief van 25 Belgen.

Paul Quirynen (advocaat en mede-initiatiefnemer): Het idee voor de reddingsoperatie is gegroeid bij een aantal mensen die elkaar kennen via hun christelijke inspiratie. Dat wil niet zeggen dat ze aan de kerk gebonden zijn. Op een van die bijeenkomsten vertelde iemand dat hij beangstigende berichten had gehoord over de christenen in het belegerde Aleppo. Die mensen raakten het er snel over eens dat er iets moest gebeuren en haalden er juristen en diplomaten bij. Zo kwamen ze ook bij mij terecht. Samen hebben we naar een oplossing gezocht.

Was de christelijke denktank Logia de drijvende kracht achter de reddingsoperatie?

Quirynen: Sommigen hebben achteraf geprobeerd om de actie in die hoek te duwen. Ook de Focolarebeweging (christelijke lekenbeweging die het evangelie in praktijk wil brengen, nvdr.) werd erbij gesleurd. Maar dat is een vrij eenzijdig beeld. Wat wel klopt, is dat de initiatiefnemers allemaal uit het christelijke middenveld komen. Een aantal daarvan is, net als ik, lid van Logia. Maar het initiatief is zeker niet vanuit Logia geregisseerd. We hebben trouwens ook steun gekregen uit vrijzinnige hoek, zoals van Luc Van der Kelen (vrijzinnig journalist, nvdr.).

De reddingsoperatie werd op acht juli met een persconferentie bekendgemaakt door minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA). Op dat moment was ze eigenlijk al lang afgelopen. Waarom kwam er plots een persconferentie?

Quirynen: Toen we aan Theo Francken hulp gingen vragen, hebben we heel duidelijk gemaakt dat het een gevaarlijke operatie was die best strikt vertrouwelijk bleef. Zowel de mensen die naar hier gekomen zijn, als de mensen die de noodhulp georganiseerd hebben, waren kwetsbaar. Die persconferentie is dus zeker niet op ons verzoek georganiseerd: niemand van de initiatiefnemers was van plan om in de openbaarheid te treden. Het waren de politici die uiteindelijk beslisten om ruchtbaarheid te geven aan de reddingsactie. Tot onze grote verbazing waren er op de persconferentie ministers aanwezig die een heel eigen verhaal vertelden.

Hebben die politici de zaak gebruikt om zichzelf in de verf te zetten?

Quirynen: Je kan dat zo interpreteren, ja. Wij hadden er zelf geen belang bij. Integendeel. Na die persconferentie barstte de kritiek los. In Humo werd de link gelegd met de Focolarebeweging. Dat heeft sommigen pijn gedaan.

Omdat Focolare een sekte werd genoemd?

Quirynen: Nee, vooral omdat de operatie gereduceerd werd tot een initiatief van een paar leden van de Focolarebeweging. In werkelijkheid hadden veel mensen van diverse pluimage zich ervoor ingezet. Humo speelde op de man. Alle anderen die erbij betrokken waren, verdienden dat niet.

De lijst van mensen die in aanmerking kwamen om gered te worden, werd opgesteld door één Syrische priester. Hij heeft alleen christenen geselecteerd en dan nog vooral maronieten, die tot zijn eigen gezindheid behoren.

Quirynen: Die groep christenen werd in Aleppo extra bedreigd. De priester overtuigde ons om naar het verhaal van zijn geloofsgemeenschap te luisteren. Het was geen doelbewuste keuze om enkel christenen te selecteren, al is het wel zo gelopen. Achteraf kwam de kritiek dat we alle anderen in de kou hebben laten staan. Maar ik wil niets liever dan dat andere groepen zich op dezelfde manier engageren.

Hebt u de geredde christenen uit Aleppo ondertussen zelf ontmoet?

Quirynen: Ik heb een paar mensen gezien, maar hoe het verder met hen gesteld is, weet ik niet. Ze hebben allemaal asiel aangevraagd en zijn nu in het bezit van een voorlopige verblijfsvergunning met uitzicht op een permanent verblijf. Al hopen sommigen te kunnen terugkeren zodra de oorlog voorbij is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content