Jozef De Kesel, bisschop van Brugge, wordt door paus Franciscus aangesteld als de nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel.
Geert De Kerpel (hoofdredacteur van het christelijke opinieblad Tertio): Toen kardinaal Godfried Danneels vijf jaar geleden opgevolgd moest worden, was Jozef De Kesel al favoriet. Hij stond bovenaan op het lijstje van drie namen dat de toenmalige pauselijke nuntius Karl-Josef Rauber had overgemaakt aan Rome. Normaal gezien blijft die selectie strikt geheim, maar Rauber heeft daar zelf een boekje over opengedaan. Hij was ontstemd omdat paus Benedictus zomaar zijn lijstje van tafel had geveegd en André Leonard tot bisschop had benoemd. Een paus mag dat, alleen is het niet wijs. De Kesel leek voorgoed zijn kans te hebben gemist. Vandaag is hij 68, een leeftijd waarop de meeste mensen met pensioen zijn. Zijn benoeming lijkt dus voor een kortere termijn, want bisschoppen worden geacht om op hun 75e hun ontslag in te dienen. Met zijn keuze voor De Kesel maakt de huidige paus Franciscus meteen duidelijk dat hij zijn eigen koers vaart.
In De Morgen werd gesuggereerd dat De Kesel een tussenpaus is, die de stoel warm moet houden voor de Antwerpse bisschop Johan Bonny.
De Kerpel: Dat is nonsens. In de katholieke kerk worden nooit tussenpausen benoemd.
Een van de kritieken op De Kesel is dat hij te weinig manager is en te aarzelend optreedt. Zo zou hij als bisschop van Brugge veel te laat ontdekt hebben dat een van zijn naaste medewerkers geld dat voor scholen bedoeld was, belegde in vastgoed.
De Kerpel: De Kesel heeft die man ontslagen. Dat getuigt toch van bijzonder veel daadkracht? Hij heeft ook een persbericht de wereld ingestuurd waarin hij de volledige verantwoordelijkheid neemt voor het ontslag van die bisschoppelijke vicaris.
In het najaar van 2014 heeft hij wel een zware inschattingsfout gemaakt door een eerder schuldig bevonden pedofiele man te benoemen tot pastoor van Middelkerke. Hij heeft toen onderschat hoe gevoelig seksueel misbruik ligt bij de publieke opinie, zeker in het bisdom Brugge waar dat sinds Roger Vangheluwe zo mogelijk nóg gevoeliger ligt. In andere misbruikdossiers heeft De Kesel wel correct gehandeld.
Onder aartsbisschop Leonard draaide de bisschoppenconferentie naar verluidt vierkant.Zal De Kesel voor een andere aanpak kiezen?
De Kerpel: Voor het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965, nvdr.) bestond de bisschoppenconferentie niet en bestuurde elke bisschop zijn bisdom autonoom. Monseigneur Leonard had nauwelijks interesse in de bisschoppenconferentie en het gezamenlijk delen van verantwoordelijkheid. De Kesel is daarentegen wél doordrongen van een collegiale kerk in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie.
Leonard is een aimabele man, maar hij was vooral geïnteresseerd in wat er in zijn eigen bisdom leefde. Maar ook daar was collegialiteit geen prioriteit en voelden nogal wat medewerkers zich aan hun lot overgelaten. Ik weet zeker dat de mensen die voor het aartsbisdom werken,erg uitkijken naar de komst van De Kesel.
Zijn de andere bisschoppen wel klaar om samen te werken?
De Kerpel: De meesten wel. Uit het tijdperk-Danneels hebben ze onthouden wat samenwerking is. Met De Kesel zal de Belgische kerk opnieuw aanknopen met die erfenis van het Concilie. Als professor maakte hij naam met zijn stevig onderbouwde stelling dat de katholieke kerk een crisis doormaakt zoals ze er nooit eerder een heeft gekend. Voor het eerst in haar geschiedenis wordt ze geconfronteerd met een geseculariseerde cultuur waarin godsdiensten geen dominante rol meer spelen. De Kesel ziet geen heil in een kerk die verloren posities wil heroveren, zich gefrustreerd afzet tegen de moderne cultuur of zich opsluit in haar eigen grote gelijk. Hij vindt dat de kerk haar minderheidspositie moet aanvaarden en haar rol op een bescheiden, maar authentieke manier moet invullen.
Is De Kesel blij met zijn aanstelling tot aartsbisschop?
De Kerpel: Hij was geen vragende partij om bisschop van Brugge te worden, net zoals hij er op zijn 68e niet op hoopte om aartsbisschop te worden. Hij is geen priester geworden met in het achterhoofd de ambitie om het tot bisschop of aartsbisschop te schoppen.
Begin jaren negentig waren we lang collega’s in het bisdom Gent. Ik heb hem toen leren kennen als een zeer getalenteerde, bedachtzame man die op geen enkele manier de schijnwerpers zoekt. In Brugge begon hij na vijf jaar als bisschop stilaan de teugels stevig in handen te nemen. Ik kan me best voorstellen dat hij nu even gedacht moet hebben: ‘Weer een nieuw bisdom.’ Het aartsbisdom Mechelen-Brussel is natuurlijk niet helemaal nieuw, want hij is er acht jaar hulpbisschop geweest. De eerste jaren vond hij in de grootstad Brussel moeilijk zijn draai, maar daarna begon het erg goed te lopen.
Zowel Danneels als Leonard wisten hoe ze de media moesten bespelen. Geldt dat ook voor De Kesel?
De Kerpel: Hij denkt altijd goed na voor hij zich uitspreekt. Op radio of tv komt dat soms aarzelend over, maar zo is hij beslist niet. Hij heeft een vlotte pen en kan moeilijke zaken helder uitleggen. Hij is zich bewust van het belang van de audiovisuele media in onze samenleving, ik ben er zeker van dat hij er hard aan zal werken om op radio en televisie goed over te komen. Maar die media zijn snel en daar moet hij aan wennen.