Het uitgebreide Suezkanaal wordt ingehuldigd. De Belgische baggerbedrijven DEME en Jan De Nul speelden een cruciale rol in de werken.

Alain Bernard (ceo van DEME): Suez was technisch gezien een van de lastigste opdrachten die we ooit aannamen. In tegenstelling tot wat de leek denkt, is baggeren in de woestijn bijzonder moeilijk. Daar kwam nog bij dat de Egyptische overheid de klus in één jaar wilde klaren, terwijl er oorspronkelijk sprake was van drie jaar. Logistiek bleek het een titanenarbeid om al het materiaal op zo’n korte tijd te mobiliseren. Dat was een van de hoofdredenen waarom wij het order, een aanbesteding van in totaal 2 miljard euro, binnenhaalden. De Chinezen of Japanners konden het zo snel niet. DEME lukte het wel, dankzij een samenwerking met het Amerikaanse bedrijf Great Lakes.

Omwille van de dreiging van de IS en de algemene instabiliteit in de regio, was beveiliging nog meer dan anders een topprioriteit. We zijn trouwens daadwerkelijk op een bom gestoten. Uit de Suezcrisis van 1956 weliswaar. Het tuig ontplofte gelukkig zonder erg.

Zijn het mooie tijden voor de Belgische baggeraars?

Bernard: Absoluut, maar we weten dat de bestellingen altijd in cycli komen, in pieken en dalen. Het interessante aan deze sector is dat je je eigen markt creëert. Nu is dat de normaalste zaak van de wereld, maar tien jaar geleden kon je geen eiland opwerpen in het midden van de zee. De natuur brak het sneller af dan dat het zand kon worden aangeleverd. Vandaag is een kunstmatig eiland niet meer zo uitzonderlijk en dat creëert weer nieuwe mogelijkheden. Ik denk aan hernieuwbare energie die offshore wordt opgewekt. Daar zit toekomst in.

Samen met Jan De Nul domineert DEME de internationale baggermarkt. Vanwaar komt die Belgische suprematie?

Bernard: Dat wij überhaupt bedrijven hebben, verklaart al heel veel. Frankrijk nationaliseerde zijn baggerfirma’s in de jaren zeventig, want men vond dat de Franse havens door overheidsdiensten moesten worden bediend. De Amerikanen beschouwen de toegang tot hun havens als strategisch belangrijk en vertrouwen het baggeren toe aan het leger. De Belgische ondernemingen kunnen zich flexibeler opstellen en blijven innoveren. Technologisch gezien zijn wij en concurrent Jan De Nul wereldtop.

Wat ook meespeelde, zijn onze grote zeehavens. Die thuismarkt werd een kweekvijver voor knowhow en technologische innovatie. Ik vermeld ook graag de wereldvermaarde Zeevaartschool in Antwerpen. Zelfs al studeerden er morgen dubbel zoveel studenten af, dan nog zouden ze allemaal meteen terechtkunnen in een topfunctie. Jongeren met een hart voor technologie moeten niet verder zoeken. Onze baggerboten zijn varende computers met unieke spitstechnologie die we voor een groot deel intern hebben ontwikkeld. Dat DEME in oktober werd verkozen tot onderneming van het jaar was dan ook een mooie beloning.