In de federale regering wordt minister van Begroting Hervé Jamar (MR) gewogen en te licht bevonden. MR-voorzitter Olivier Chastel vervangt hem door Sophie Wilmès.
Pascal Delwit (professor politicologie aan de ULB): Nogal wat federale MR-ministers zijn in het eerste regeringsjaar in zwaar weer terechtgekomen. Behalve met Jamar waren er ook problemen met minister van Mobiliteit Jacqueline Galant en minister van Energie Marie-Christine Marghem. Het gaat hier zeker niet om geïsoleerde incidenten. Eigenlijk is het misgelopen bij de samenstelling van de regering-Michel. De MR rekende niet op zoveel federale ministers. Er waren te veel ministersposten voor te weinig kandidaten. Bovendien was het bij de keuze van de ministers constant schipperen tussen de aanhangers van Charles Michel en die van Didier Reynders. Daardoor zijn potentieel bekwame ministerkandidaten uit het kamp van Reynders niet benoemd, denk aan Jean-Luc Crucke, en vielen ook kandidaten uit het kamp van Michel uit de boot, zoals huidig senaatsvoorzitter Christine Defraigne. Daarbij komt nog dat de MR sinds 1999 in de federale regering zit, maar in de gewesten al tien jaar oppositie voert. Ook daardoor heeft de partij niet genoeg ervaren politici die overeind kunnen blijven in deze bijzonder moeilijke regeringsformule, waarin de MR de enige Franstalige partij is.
Hoe zit het met de kabinetten van de MR-ministers?
Delwit: Daar zit een groot stuk van het probleem. Een sterk kabinet kan een zwakke minister redden. Zowel aan Vlaamse als aan Franstalige kant zijn er heel wat middelmatige ministers die zich staande houden dankzij hun medewerkers en vooral hun solide kabinetschef. Reynders en Michel hebben natuurlijk politieke ervaring zat en weten van aanpakken. Maar een aantal onervaren MR-excellenties zit opgescheept met zwakke kabinetschefs. Denk aan het geklungel van het kabinet-Galant met het advocatenkantoor dat ze in de arm hebben genomen. Eigenlijk was niemand echt verrast dat net deze drie MR-ministers in de federale regering in opspraak kwamen.
Maar waarom heeft de MR dan voor Galant, Marghem en Jamar gekozen?
Delwit: Vooral vanwege hun politieke gewicht in hun eigen regio. Galant was burgemeester van Jurbeke voor ze minister werd. Jurbeke ligt in de kieskring Bergen. Een populaire Galant kan het PS-voorzitter Elio Di Rupo knap lastig maken.
Maar we moeten er geen doekjes om winden: van Galant is geweten dat ze knettergek is. Ze is een onberekenbare, extraverte persoonlijkheid, die meteen op alle fronten in de aanval is gegaan. De partij had haar beter tegen zichzelf moeten beschermen. Galant heeft alles en iedereen de oorlog verklaard: NMBS-baas Jo Cornu, de vakbonden, het station van Bergen en dus Di Rupo, Jean-Claude Fontinoy in de raad van bestuur van de NMBS, een absolute vertrouweling van Reynders en ga zo maar door. Michel of Chastel hadden haar moeten waarschuwen dat ze frontaal tegen de muur zou rijden, wat ook is gebeurd.
Als Galant werkelijk gek is, heeft de MR toch een groot risico genomen door haar minister te maken?
Delwit: Met haar flamboyante karakter slaagt Galant erin kiezers weg te halen bij de PS en het CDH. De ambitie van de MR was om van Galant een soort Franstalige Maggie De Block (Open VLD) te maken. Maar Galant heeft niet hetzelfde kaliber als De Block. Die doet daarenboven op een veel voorzichtiger manier aan politiek.
Met deze regering wil Michel zijn partij in de markt zetten als een volwaardig alternatief voor de PS. Michel wil van de MR de grootste Franstalige partij maken. Een van de dingen waaraan de MR moet werken is een beter resultaat in Henegouwen. Daarom is Henegouwen zo goed in de regering vertegenwoordigd. Galant en ook Marghem, afkomstig uit Doornik, de machtsbasis van PS-kopstuk Rudy Demotte, moeten hem daarbij helpen.
Op papier is Marghem weliswaar een sterkere bestuurster dan Galant, maar de bevoegdheden die ze heeft gekregen, liggen haar niet. Ze hoopte Justitie binnen te halen. Van alle kabinetten is het hare daarenboven het zwakste. Mede daardoor is Marghem in het gevoelige energiedossier in haar eigen leugens verstrikt geraakt.
En wat waren de verwachtingen over Jamar?
Delwit: Toen bekend raakte dat Jamar minister van Begroting werd, was ik stomverbaasd. Jamar, dat was toch die vriendelijke burgemeester van Hannuit? Hij was ook ooit even staatssecretaris, maar daarmee is alles over de man gezegd. Maar het moest kennelijk per se iemand uit de provincie Luik én de clan-Michel zijn. De clan-Reynders had immers al Daniel Bacquelaine gekregen, de minister van Pensioenen, die ook uit Luik komt. Er bleven voor Michel in de provincie Luik niet veel opties over. Jamar is trouwens niet vervangen door een Luikenaar, maar door iemand uit een faciliteitengemeente. Dat laat zien dat Luik voor de clan-Michel een echt zorgenkind is. Maar het ministerie van Begroting is politiek te zwaarwegend om het aan een zwakke minister over te laten. Michel kon niet anders dan Jamar vervangen.
Aan Vlaamse kant is N-VA-voorzitter Bart De Wever allesbepalend in het politieke debat. Olivier Chastel daarentegen, de voorzitter van de MR, hoor je nauwelijks. Een goede strategie?
Delwit: Voorzitter zijn van een regeringspartij of van de partij van de eerste minister is natuurlijk iets anders. Maar Chastel is geen politiek zwaargewicht. Hij is niet uit hetzelfde hout gesneden als De Wever of Di Rupo. Wat niet wegneemt dat zijn oorverdovende stilte op het moment dat Marghem en Galant zwaar onder vuur werden genomen, heel wat wenkbrauwen heeft doen fronsen.
Los daarvan mag je de impact van De Wever op het Franstalige politieke debat niet overschatten. De Franstalige publieke opinie is zich te weinig bewust van de immense invloed die De Wever in Vlaanderen heeft. Alleen als hij echt in overdrive gaat, krijgt hij weerklank in Franstalig België. Maar dan wordt in eerste instantie naar de premier gekeken voor opheldering. Chastel hoeft dus meestal niet te reageren op de uitspraken van De Wever. Ze bereiken de Franstalige publieke ruimte toch niet.