In Vilvoorde wordt de 12-jarige Merel De Prins doodgereden. Vijf dagen later geeft de voortvluchtige Muhammed A. zich aan bij de politie.

Kathleen Stinckens (politierechter in Leuven): Uit de statistieken blijkt dat er steeds meer mensen voor vluchtmisdrijven veroordeeld worden. In mijn eigen rechtbank zie ik dezelfde tendens. Dat betekent niet dat het totale aantal vluchtmisdrijven stijgt. Het is best mogelijk dat er meer opgehelderd worden, waardoor meer daders voor de politierechter verschijnen.

Het begrip vluchtmisdrijf dekt vele ladingen: van iemand die een paaltje omverrijdt en er vandoor gaat, tot een chauffeur zoals Muhammed A.

Stinckens: Dat is zo. In de wet wordt een onderscheid gemaakt tussen vluchtmisdrijf met stoffelijke schade, wat minder zwaar bestraft wordt, en vluchtmisdrijf met gewonden en doden. Voor vluchtmisdrijf met stoffelijke schade is een gevangenisstraf tot zes maanden mogelijk, al wordt in de praktijk meestal enkel een geldboete uitgesproken. Er kunnen ook rijverboden opgelegd worden, al is dat geen verplichting. Voor vluchtmisdrijven met gewonden of doden, kan een gevangenisstraf tot twee jaar uitgesproken worden; ook daarover mag de rechter vrij beslissen. De geldboetes variëren van 2400 euro tot 30.000 euro en er wordt sowieso een rijverbod opgelegd.

Er wordt wat betreft de minimumstraffen geen onderscheid gemaakt tussen vluchtmisdrijf met doden of vluchtmisdrijf met gewonden?

Stinckens: Nee. Sommige mensen willen een vluchtmisdrijf met een dode strenger aanpakken, maar de maximumstraffen zijn nu al behoorlijk zwaar. Want een rechter kan naast het vluchtmisdrijf ook het veroorzaken van het dodelijk ongeval bestraffen. Daar staat een gevangenisstraf tot vijf jaar op. Voor een vluchtmisdrijf met dodelijke afloop kan je dus maximaal tot zeven jaar veroordeeld worden.

De wet voorziet minimum- en maximumstraffen en binnen die wettelijke grenzen vellen rechters in alle vrijheid hun vonnissen. Er zijn geen richtlijnen over wie op welke wijze bestraft dient te worden. Alleen voor wie binnen de drie jaar recidiveert en een nieuw vluchtmisdrijf pleegt, voorziet de wet veel strengere sancties. Gelukkig vormen recidivisten bij vluchtmisdrijven de uitzondering.

Vindt u de wet streng genoeg?

Stinckens: 2400 euro boete voor een blauwe plek vind ik behoorlijk streng. Voor een dodelijk verkeersongeval kan dat veel hoger oplopen. Ikzelf zou de minimumstraf niet meteen verhogen, maar ik kan als politierechter wel begrijpen dat de maatschappij zwaardere maximumstraffen vraagt voor vluchtmisdrijf met zwaargewonden of doden.

Sommigen willen van een vluchtmisdrijf met een dode een moordzaak maken.

Stinckens: Begrijp me vooral niet verkeerd: een vluchtmisdrijf kan absoluut niet. Maar niet iedereen die vluchtmisdrijf pleegt, is per definitie aansprakelijk voor het ongeval. Die nuance is heel belangrijk. Het is perfect mogelijk dat je een ongeval veroorzaakt waarbij je niet in fout bent. Stel: het is donker, je ziet geen hand voor ogen en er ligt een voetganger dronken op de straat. Je kan hem onmogelijk zien en rijdt hem aan. Je schiet in paniek, vlucht weg en de voetganger overleeft het niet. Een paar uur later kom je tot bezinning en geef je je aan. Voor dat ongeval zal je normaal gezien vrijgesproken worden, want je kon er niets aan doen. Maar omdat je de plaats van het ongeval verlaten hebt, kan je wel veroordeeld worden voor vluchtmisdrijf. Niet iedereen die na een dodelijk ongeval op de vlucht slaat, is automatisch een moordenaar.

Waarom gaan mensen ervandoor na een ongeval?

Stinckens: Ze slaan in paniek omdat ze te veel gedronken hebben, zonder geldig rijbewijs achter het stuur zitten, een rijverbod hebben of zonder verzekering rondrijden. Sommigen vluchten weg omdat ze bang zijn voor de confrontatie met wat ze aangericht hebben. ‘Ik doe alsof ik van niets weet, dan hoef ik er ook niet van wakker te liggen.’

Waarna ze er toch van wakker liggen en na verloop van tijd zichzelf bij de politie aangeven?

Stinckens: Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe minder kans er is dat daders zichzelf spontaan aangeven. Van psychologen weet ik dat mensen dan allerlei excuses beginnen te verzinnen, zoals: ‘Die fietser had geen licht.’ Of: ‘Die voetganger had maar niet zonder kijken moeten oversteken. Ik heb niets misdaan.’ Ze maken lijsten met argumenten om hun eigen geweten te sussen. Degenen die zichzelf aangeven, doen dat meestal vrij snel na de feiten, vaak onder druk van familieleden of vrienden.

Zijn mensen die na een vluchtmisdrijf voor de rechter verschijnen, creatief in het verzinnen van smoezen?

Stinckens: Ik vind van niet. Hun voornaamste excuus is paniek. Soms beweert de dader dat hij bang was voor een vechtpartij. Wie na een ongeval écht bang is voor slaag van de tegenpartij en zich uit de voeten maakt, pleegt geen vluchtmisdrijf als hij ook meteen contact opneemt met de politie. Als je als veroorzaker van een ongeval medische verzorging nodig hebt, mag je de plaats van het ongeval ook verlaten. Alweer op voorwaarde dat je dat direct laat weten aan de politie.

Wat ik nog regelmatig hoor, is dat mensen niets van het ongeval gemerkt hebben. Als het over een klein krasje gaat, wil ik dat soms geloven, maar als de voorkant van je auto aan diggelen ligt, kun je moeilijk blijven volhouden dat je niets van de crash gemerkt hebt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content