Het Brusselse stadsbestuur maakt een deel van de centrale lanen in het centrum autovrij. Maar de Brusselse voetgangerszone roept heel wat controverse op.
Joost Vandecasteele (schrijver en stand-up comedian): Het plan om de auto de toegang tot het centrum te versperren, staat me aan, maar de uitvoering maakt me pessimistisch.
Wat is er mis met de uitvoering?
Vandecasteele: Auto’s zijn in Brussel een beetje zoals water. Als je in een stroom een steentje verlegt, zal water altijd een ander pad zoeken. Brusselse auto’s gedragen zich op dezelfde manier. Wie een voetgangerszone afsluit met alleen maar een plantenbak en een hekje, kan er donder op zeggen dat de Brusselse auto zich daarlangs zal wringen, ook al moet die daarvoor over het trottoir rijden. Zulke dingen gebeuren dagelijks. Het stadsbestuur is naïef over de autobestuurders. Men denkt dat ze lief genoeg zullen zijn of zich nederig zullen opstellen. Maar in de achttien jaar dat ik in Brussel woon, heb ik nog nooit een autobestuurder gezien die zich ook maar één minuut nederig opstelt.
Bestaat er wel een draagvlak voor meer hervormingen? Nu al zijn heel wat handelaars woedend. Ze vinden dat het stadsbestuur onbesuisd te werk gaat.
Vandecasteele: Die klagers zijn dezelfde mensen die de autoloze zondag al te vergaand vinden. Bovendien zie je in de ene Brusselse straat protestbrieven hangen van winkeliers die zeggen dat ze klanten verliezen omdat er geen auto’s meer langsrijden en in de andere straat protestbrieven van winkeliers die klagen dat ze klanten verliezen omdat er wel nog auto’s langsrijden. Wat is het nu? Natuurlijk is het nog niet perfect, maar ik geloof wel dat het stadsbestuur het ditmaal meent. Dat is voor Brussel al uniek. Voor het eerst wordt in Brussel het verkeer tegengesproken.
Hoe komt het dat het autovrij maken van een deel van het centrum zoveel weerstand oproept?
Vandecasteele: Dat heeft ongetwijfeld te maken met de stedenbouwkundige ordening van Brussel. Rondom de vijfhoek ligt een snelweg met tunnels. We zijn in feite omsingeld door een racebaan van zes rijstroken. Brussel is zo gebouwd dat je met je auto tot aan elke deur geraakt. Of dat is in elk geval het idee dat veel inwoners nog altijd hebben: dat je in Brussel met de auto overal moet kunnen geraken. Probleem is dat dit meestal nog lukt ook. De situatie is in Brussel nog niet erg genoeg. We staan nog niet hard genoeg stil. Automobilisten hebben zich ook aan de Brusselse realiteit aangepast en zijn heel flexibel geworden. Waar ik woon in Kuregem, werden onlangs paaltjes geplaatst zodat auto’s er niet zouden parkeren. Maar nu parkeren auto’s gewoon naast de paaltjes, alsof die niets te betekenen hebben. Het aanpassingsvermogen van de auto is op dit moment nog altijd groter dan dat van de overheid.
Mag de voetgangerszone toch een lichtpuntje heten, het begin van een Brusselse mentaliteitswijziging?
Vandecasteele: Natuurlijk! De eerste keer dat ik de voetgangerszone betrad en een uur lang geen getoeter hoorde, was een haast religieuze ervaring. Er is iets vreemds met de kritiek dat het daar vol bedelaars en zatlappen ligt. Die waren er vroeger ook. Het is heus niet erger geworden door de voetgangerszone. Maar omdat je je nu noodgedwongen langzaam door die lanen verplaatst, vallen ze op.