Iran en het Westen sluiten een nucleaire deal. In ruil voor een inperking van het Iraanse atoomprogramma worden de economische sancties tegen het land opgeheven.

Thomas Erdbrink (Nederlandse correspondent voor The New York Times en de Volkskrant in Iran): Ik herinner me die dag levendig. De hele wereldpers verzamelde op een plein in het noorden van Teheran, waar auto’s toeterend rondreden en mensen met vlaggen zwaaiden. Het Westen wilde heel graag zien dat de Iraniërs dit een belangrijk moment vonden. De beelden gaven het gevoel dat het hele land in vervoering was en de deal een nieuw begin markeerde. Maar die perceptie was fout.

Waarom was de reactie van het Iraanse volk zo lauw?

Erdbrink: Om te beginnen waren ze alle verschillende deadlines en ultimatums moe. Maar veel belangrijker dan de deal zelf, was de verandering die ermee gepaard moest gaan. Tijdens de onderhandelingen beweerde president Hassan Rohani, die een eerder progressief imago heeft, dat de economische sancties snel zouden worden opgeheven en dat buitenlandse bedrijven massaal zouden toestromen. Daardoor zouden de economie en de levensstandaard erop vooruitgaan.

Zes maanden later is van die belofte weinig terechtgekomen. De gewone man voelt nauwelijks een verschil. De bedrijven die zich nu in Iran willen vestigen, creëren weinig werkgelegenheid en bieden consumenten nauwelijks nieuwe producten aan. Het zijn vooral spelers in de olie- en gassector. Sinds kort beseffen de mensen hier dat de echte verandering er niet snel zit aan te komen.

Wordt dat ook van bovenaf opgelegd? Ayatollah Ali Khamenei, de opperste leider van het land, spreekt zich sinds enige tijd weer uitdrukkelijk uit tegen westerse invloeden.

Erdbrink: Zijn boodschap is duidelijk. Hij wil de invloed van de Amerikanen beperken. Hij wil voorkomen dat culturele symbolen zoals McDonald’s of Nike voet aan de grond krijgen in Iran.

De eerste maanden na de deal waren veel Iraniërs hoopvol, op het naïeve af. Ze voelden zich zelfverzekerd en namen de publieke ruimte zelfs wat terug in. Maar die sfeer van openheid werd door de hardliners snel de kop ingedrukt. Iran is altijd een apart land geweest. Dat blijkt nu opnieuw.

Is het Westen goedgelovig geweest?

Erdbrink: Het Westen wil heel graag Rohani zien slagen. Sommigen denken nog steeds dat Iran nu wil samenwerken met de hele wereld en een nieuwe boodschap zal uitdragen. Dat is een aantrekkelijk idee, want Iran heeft veel invloed in de regio. Maar als je hier elke dag leeft en werkt, begrijp je hoe naïef dat is. De strekking die voor verandering pleit, verschilt helemaal niet zoveel van zij die vinden dat alles hetzelfde moet blijven. Ik woon al vijftien jaar in Iran. Ik heb geleerd dat de conservatieve krachten sterker zijn dan die van de verandering.

Maar waarom wilde Khamenei absoluut dit akkoord?

Erdbrink: Uit pure noodzaak. Niet dat Iran onmiddellijk bankroet dreigde te gaan, want het is van oudsher een rijk land. Maar binnen een aantal jaar dreigden de economische sancties het land op de knieën te krijgen. Die sancties moesten weg. Khamenei bepaalde zelf de strategie. Hij heeft het nucleaire programma zolang opgevoerd tot de Verenigde Staten wel moesten onderhandelen.

Komt Iran zijn afspraken na?

Erdbrink: Centrifuges worden met de duizenden tegelijk opgeruimd en voorraden verrijkt uranium worden van de hand gedaan. Iran zal naar alle waarschijnlijkheid zijn verplichtingen plichtsbewust uitvoeren. Daardoor kunnen ze bij de minste Amerikaanse hapering zeggen dat ze al die jaren gelijk hadden wanneer ze beweerden dat de VS niet te vertrouwen waren.

Blijft Amerika de vijand? Khamenei herhaalde onlangs dat de leuze ‘dood aan Amerika’ voor eeuwig geldt.

Erdbrink: In zijn ogen is de islamitische revolutie een groot succes. Hij heeft een punt. Iran is het enige land in het Midden-Oosten waar zo goed als geen aanslagen plaatsvinden, en de welvaart en het opleidingsniveau zijn hier relatief hoog. Voor de Iraanse top is het systeem een succes. Volgens hen komt dat door het verzet tegen de Verenigde Staten en het imperialisme.

Khamenei heeft het meermaals herhaald: Iran verandert zijn doel niet, wel zijn strategie om komaf te maken met de sancties. Het is nooit de bedoeling geweest om het land te hervormen.

Is 2015 het jaar waarin het buitenlands beleid van de VS in het Midden-Oosten onvoorspelbaar is geworden?

Erdbrink: Klopt, en dat heeft alles te maken met Syrië. De zaden daarvoor zijn gelegd in 2013. Toen waarschuwde Barack Obama de Syrische president Bashar al-Assad dat het gebruik van chemische wapens niet kon. Maar toen het erop aankwam, keek Obama de andere kant op. Vanaf dat moment wisten de Iraniërs dat ze gebruik konden maken van het weifelende buitenlandbeleid van de VS. Daardoor hebben Iran en zijn bondgenoot Rusland meer manoeuvreerruimte gekregen. Het gevolg is dat ze meer daadkracht uitstralen, of we dat nu leuk vinden of niet.

In combinatie met de nucleaire deal heeft de Syriëcrisis van de Iraniërs plots een wereldspeler gemaakt. Teheran probeert die vernieuwde internationale status zo goed mogelijk uit te buiten.

Obama heeft nog minder dan een jaar te gaan als Amerikaans president. Liggen de Iraniërs wakker van zijn opvolging?

Erdbrink: Obama werd president na de mislukte experimenten in Afghanistan en Irak. Die hebben de Amerikaanse buitenlandpolitiek enorm verzwakt. Bovendien kwam hij met de boodschap dat hij te allen prijze een nieuwe oorlog in de regio wilde vermijden. Zo ontstond er een unieke constellatie voor deze nucleaire deal.

Maar nu die gesloten is, heeft de opvolging van Obama minder belang. Of Obama president is of iemand anders maakt weinig uit: Amerika blijft de vijand.

Hoe reageerde Iran op de aanslagen in Parijs? Ook Teheran is een grote vijand van de soennitische extremisten van de IS.

Erdbrink: De aanslagen van dertien november leefden enorm in het land. Sommigen beweren dat Frankrijk die over zichzelf heeft afgeroepen door de verkeerde Syrische rebellen te steunen. Een grote groep beschouwt de aanslagen echter als een aanval op de hele wereld, omdat Parijs voor hen symbool staat voor rust en vooruitstrevendheid.

Maar hoewel Irak een buurland is, blijft de IS voorlopig een verre kwestie voor Iran. De grenzen zijn al eeuwenlang dezelfde en worden goed bewaakt. Er zijn 36 diensten in Iran die zich bezighouden met de veiligheid, en die hoeven zich bepaald geen zorgen te maken over financiering of democratische beperkingen. De IS wordt gezien als een westers en Arabisch probleem, geen Iraans.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content