In Parijs komen 130 mensen om bij aanslagen van de IS op cafés, restaurants en concertzaal Le Bataclan.

Olivier Roy (islamspecialist): Anders dan bij Charlie Hebdo ging het niet meer om symbolen, want Frankrijk werd nu frontaal aangevallen. Het moest verwond worden, het moest een zo groot mogelijke nederlaag lijden, en er moesten zo veel mogelijk doden vallen. De IS, net zoals eerder ook Al-Qaeda, volgt de logica van de escalatie. Volgens die logica kunnen ze nu geen synagoge of krant meer aanvallen, want dat zou neerkomen op een saaie herhaling. Ze hadden meer slachtoffers nodig, een aanslag die nog spectaculairder was.

Daarom hebben de islamisten het hart van de Franse samenleving aangevallen?

Roy: Precies. Het was een aanval op de hele Franse samenleving. Het grote aantal moslims onder de slachtoffers is daarvan een bewijs. Ze hebben hun toevlucht gezocht tot iets helemaal nieuws. Ze beriepen zich niet eens meer op het voorwendsel dat ze een specifieke groep wilden treffen, zoals Joden of ‘de vijanden van de islam’. Bij Charlie Hebdo was dat anders. Dat tijdschrift beschouwden ze als een godslasterlijk symbool. Het ging om een absurd soort verdediging van de islam. Ook die Joodse supermarkt was een heel symbolisch doelwit. Anders dan bij de aanslagen in januari voelt iedereen zich nu een doelwit. Bij CharlieHebdo waren er nog delen van de samenleving die hardop beweerden dat ze níét Charlie waren. Velen vonden dat CharlieHebdo de aanslag min of meer zelf had uitgelokt.

Waarom was Frankrijk in haar geheel nu het doelwit?

Roy: Omdat Frankrijk vooropgaat in de strijd tegen de IS. Dat de Franse luchtmacht sinds september Syrië bombardeert, mag volgens de IS niet ongestraft blijven. De escalatie van de aanslagen houdt gelijke tred met de situatie in Syrië: wie daar intervenieert is het doelwit van de terreur. Zelfs Hezbollah wordt geviseerd, vandaar de aanslag in Beiroet, net zoals de Russen, zoals het neergeschoten vliegtuig bij Sharm-el-Sheikh illustreert.

De aanslag was dus het gevolg van de Franse buitenlandse politiek?

Roy: Frankrijk is het Europese land dat zich het meest in de strijd tegen de islamisten engageert. Proportioneel beschouwd heeft het waarschijnlijk zelfs meer soldaten gemobiliseerd dan de VS, zeker als je rekening houdt met hun engagement in Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek. President François Hollande kwam er in verscheidene verklaringen expliciet voor uit: we moeten het jihadisme bestrijden. De meeste andere Europese landen kozen ervoorom niet meteen te interveniëren of zich achter de Amerikanen te verbergen.

Een prominente Franse antiterreurrechter zei dat er intussen zo veel radicalen zijn die Franrijk haten dat de IS een bijna onuitputtelijk reservoir terroristen kan aanspreken.

Roy: Laten we niet overdrijven, het gaat nog altijd om een vrij klein aantal terroristen. Het waren er drie bij Charlie Hebdo, nu zijn het er wellicht negen. We werden niet aangevallen door een leger maar door een commando. Dat wordt nu allemaal opgeklopt omdat iedereen zich geraakt voelt. Maar het klopt natuurlijk wel dat je altijd acht of tien mensen zult vinden die daartoe bereid zijn.

Beantwoordden de daders van de aanslagen in Parijs aan het profiel van de klassieke jihadist?

Roy: Ja, het zijn altijd dezelfde types: kleine criminelen, losers die niet gefascineerd zijn door de islam maar door de jihad. De jihad is intussen de enige revolutionaire zaak op de internationale markt. Dertig, veertig jaar geleden inspireerde de marxistische revolutie radicale groepen – van Baader-Meinhof in Duitsland tot de Rode Brigades in Italië en het Japanse Rode leger. Revolutie, dat was het project van de supranationale radicalen. De jihad heeft nu die rol op zich genomen. Het enige verschil is volgens mij dat de IS met zijn geradicaliseerde aanhang een precieze strategie volgt. Ze willen een soort burgeroorlog in Frankrijk.

Heeft de overheid te lang gewacht om die radicalisering in te perken?

Roy: Ja, maar het probleem is dat er geen snelle oplossingen zijn. Wat zou helpen, zijn moeizame en tijdrovende politieke processen. En natuurlijk weten we al lang dat we te weinig politieagenten hebben. Het gekke aan die aanslagen is dat de meeste terroristen geen onbekenden zijn voor de autoriteiten. Ze zaten al in een databank. Er zijn zowat 4000 antiterreurpolitiemannen in Frankrijk, en er wonen hier ongeveer 4000 terroristen. Zelfs als je er de hele tijd nieuwe wetten zou doorjagen, dan zou je daarmee de radicalisering van jongeren niet kunnen voorkomen.

Hoe kan men de radicalisering tegengaan?

Roy: Op lange termijn zou je zoiets als een Franse islam moeten ontwikkelingen die de religieuze referenties van radicalen neutraliseert. Er zouden in Frankrijk reguliere mogelijkheden moeten bestaan om imams op te leiden. Nu zijn we in de absurde situatie verzeild dat premier Manuel Valls een overeenkomst met de Marokkaanse regering heeft ondertekend zodat die de opleiding van Franse imams voor haar rekening zou nemen. Dat is even krankzinnig als incompetent, vooral als je weet dat veel radicalen Marokkaanse wortels hebben. En de imams die beweren dat ze de stem van de islam in Frankrijk zijn, zijn al helemaal ongeloofwaardig voor de jongeren.

Wat betekent Syrië voor die radicale jongeren?

Roy: Voor hen is dat de bakermat van de jihad, wat vroeger Afghanistan en daarvoor Bosnië waren. Misschien gold dat ook korte tijd voor Irak. Nu is het Syrië. Ze hebben zo’n bakermat voor zichzelf en hun strijd nodig om er zich mee te identificeren. En zolang de IS zijn kalifaat in Syrië heeft, zal dat land de bakermat van de jihadisten blijven.

Wat vond u van de aankondigingen van president Hollande na de aanslagen?

Roy: Ik heb een principieel probleem met de oorlogsretoriek tegen het islamitisch radicalisme. Die wordt al twee jaar alsmaar schriller. Maar als je zegt dat je oorlog voert, mag het je niet verbazen dat de anderen je aanvallen. Je moet voorzichtig omspringen met zulke woorden.

De Franse luchtmacht voert nu meer aanvallen in Syrië uit dan ooit tevoren.

Roy: Iedereen weet dat je met luchtaanvallen geen oorlog kunt winnen. Dat is een les die je al uit de Tweede Wereldoorlog kon trekken. Het zijn de grondtroepen die een oorlog winnen. Wie de IS de wil elimineren, moet willens nillens in Syrië oprukken. De luchtaanvallen versterken alleen maar de wil van de jihadisten om de vijand te liquideren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content