De Iraans-Belgische activiste Darya Safai dient een klacht in voor discriminatie van de vrouw tegen Anderlechtspeler Mahmoud ‘Trezeguet’ Hassan.
Darya Safai: De Egyptische voetballerMahmoud Hassan had op sociale media een foto verspreid waarop vrouwelijke supporters waren weggegomd. Daarom diende ik een klacht in bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. En ik verwacht nog altijd dat Anderlecht zijn verantwoordelijkheid opneemt en hiertegen optreedt. Excuses onder het mom van cultuurverschillen zal ik niet aanvaarden. Zeker niet als dat dediscriminatie van vrouwen en de schending van mensenrechten rechtvaardigt. Op die manier toon je indirect respect voor het fundamentalistische gedachtegoed.
Waarom moet een voetbalclub zo’n statement maken?
Safai: Via de sportwereld kun je veel veranderen. Kinderen en jongeren kijken op naar die atleten. Net daarom moeten sportlui het idee van gelijkheid tussen alle mensen promoten.
Ik had ondertussen ook een gesprek met David Steegen, woordvoerder van de club. Steegen zou het met de voorzitter bespreken, maar tot op vandaag is er nog altijd geen duidelijk signaal gegeven. Tegen racisme zie je overal banners, maar voor gendergelijkheid doet men niets.
U voert al langer actie onder het motto Let Iranian Women Enter Their Stadiums.
Safai: In Iran is het voor vrouwen verboden om voetbalwedstrijden – en sinds drie jaar ook volleybalwedstrijden – bij te wonen. Een sportstadion is een minisamenleving. Als vrouwen er niet binnen mogen, weet je dat ze in die maatschappij niet belangrijk zijn. Sinds Hassan Rohani president is, is het voor vrouwen alleen maar erger geworden. De voorbije twee jaar werden meer dan een half miljoen vrouwelijke ambtenaren ontslagen. Aan de universiteiten werden quota voor vrouwen ingevoerd. Voordien was 67 procent van de universiteitsstudenten vrouwelijk, terwijl dat vandaag niet meer dan de helft mag zijn.
U bent ook tegen de hoofddoek gekant?
Safai: Een hoofddoek is een teken van discriminatie. Het maakt geen verschil of vrouwen er bewust voor kiezen of het hen wordt opgedrongen. Het komt uit de sharia, waarin mannen en vrouwen niet gelijk zijn. In landen waar die vorm van onderdrukking heerst, kunnen mensen zich niet ontplooien.
Bent u zelf moslima?
Safai: Mensen zouden hun geloofsovertuiging beter voor zichzelf houden. Religie scheidt mensen van elkaar. Soms is godsdienst een obstakel om vrij en dynamisch te denken.
U spreekt uit ervaring?
Safai: Toen ik op mijn zesde naar school moest in Iran, werd ik verplicht om een hijab te dragen en zo’n lange, lelijke mantel. Terwijl het leven van mijn buurjongen hetzelfde bleef, veranderde dat van mij compleet. Ik mocht niet meer luid lachen. Ik mocht niet fietsen. Ik wilde erg graag een jongen zijn. Gelukkig waren mijn ouders vrijdenkers. Ze brachten me waarden zoals respect en solidariteit bij.