Hoe de kansen keerden in WO II : de wenteltrap naar de afgrond

1 Rusland, 1 september 1942: Duits bevelhebber Friedrich Paulus (in het midden) met generaal Breith (rechts) bij de Slag om Stalingrad.

Vanaf 1943 keren langzaam maar zeker de kansen in de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk zonder het te beseffen belanden de Nazi’s op de wenteltrap naar de afgrond. Bij elke trede komt Europa een stapje dichter bij V-day op 8 mei 1945, het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa.

2 februari 1943

Stalingrad. De eerste sollicitatie voor een officiersfunctie van Friedrich Paulus wordt nog koel afgewimpeld omdat hij niet van adel is en er bijgevolg geen ‘ von‘ in zijn familienaam staat. In de Slag om Stalingrad is hij de Duitse bevelhebber. In de zes maanden van belegering kwijnt zijn Zesde Leger van zowat 600.000 manschappen weg tot 90.000 uitgeputte en uitgehongerde zombies in het totaal verwoeste Stalingrad. Tijdens het allerlaatste radiocontact van generaal Paulus met zijn opperbevelhebber benoemt Hitler hem tot veldmaarschalk. Een doorzichtige aanmaning om zich samen met zijn manschappen dood te vechten. Paulus negeert het bevel, geeft zich over en laat zich krijgsgevangen nemen. Hitler reageert uitzinnig furieus: “Nooit schenk ik nog iemand de staf van veldmaarschalk”, briest hij in zijn Wolfsschanze in Oost-Pruisen. Stalingrad wordt een fataal keerpunt aan het oostfront. Pas maanden later, honderden kilometers ten westen van Stalingrad, brengen de Duitsers de opmars van de Russen – tijdelijk – tot stilstand.

2 Koersk, juli 1943: operatie Citadel of de Slag om Koersk was de beslissende slag aan het oostfront in WOII en meteen de grootste tankslag ooit in de geschiedenis.
2 Koersk, juli 1943: operatie Citadel of de Slag om Koersk was de beslissende slag aan het oostfront in WOII en meteen de grootste tankslag ooit in de geschiedenis.

4 juli 1943

De Slag om Koersk, op 100 kilometer van de Russische grens met Oekraïne. De grootste tankslag uit de geschiedenis. De Duitsers zetten 2.700 tanks en 2.000 vliegtuigen in, bijgestaan door 900.000 infanteristen. De Sovjets gooien er 3.600 tanks, 2.400 vliegtuigen en 1,3 miljoen voetvolk tegenaan. De Russen krijgen onnodig veel uitstel – omdat Hitler wacht op nieuwe tanks – waardoor ze anti-tankgrachten en mijnenvelden kunnen aanleggen. Er is in Koersk helemaal geen sprake meer van een Blitz-effect. Bijgevolg slagen de Duitsers in geen enkele poging tot doorbraak. Stalin ziet hierin een nieuwe overwinning – hoewel zijn verliezen na ruim een week van onafgebroken gevechten veel dramatischer ogen dan de Duitse. Maar na Koersk, na deze half verloren slag, weten de Duitsers nooit meer het initiatief te herwinnen op hun oostfront.

3 Messina, 16 augustus 1946: een Siciliaan biedt Amerikaanse soldaten van het Zevende Leger wijn aan.
3 Messina, 16 augustus 1946: een Siciliaan biedt Amerikaanse soldaten van het Zevende Leger wijn aan.

10 juli 1943

De westerse geallieerden landen op Sicilië. Dit wordt de nekslag voor Benito Mussolini: zijn fascisten zetten de dictator af. Wanneer de geallieerden op 3 september de Straat van Messina oversteken, geven de Italianen zich over en sluiten zich aan bij de geallieerden. De Duitsers staan er nadien alleen voor, maar bieden verwoed weerstand in de laars van Italië.

4 juni 1944

De geallieerden bevrijden Rome, maar blijven botsen op hardnekkig verzet. De Amerikaan George Patton en de Brit Bernard Montgomery houden een wederzijdse afkeer aan elkaar over na hun moeizame opmars – later in de oorlog zal hen dat nog parten spelen.

6 juni 1944

D-day, alias Operatie Overlord. De geallieerden zetten 6.000 oorlogsschepen in bij hun inval in Normandië: landingsvaartuigen, slagschepen, kruisers, torpedobootjagers… Bij deze grootste landingsoperatie uit de geschiedenis kunnen de geallieerden rekenen op rugdekking door zowat 7.000 bommenwerpers en 5.000 gevechtsvliegtuigen. Op dat rampzalige moment beschikt de Luftwaffe over niet meer dan 170 bruikbare vliegtuigen. In de maanden voordien maken de geallieerden zorgvuldig gebruik van hun groeiend overwicht in de lucht om alle bevoorradingsroutes van de Duitsers lam te bombarderen. Met Operatie Overlord
slaan ze al op de eerste dag een bres in de Atlantikwall die diepte mist.

20 juli 1944

De bomaanslag op Hitler door Claus Graf von StauffenJerg mislukt nipt in de Wolfsschanze. De samenzweerders hopen op een bestand met de Britten en Amerikanen om daarna gezamenlijk door te vechten tegen de Russen. Het naziregime radicaliseert volkomen. Het kwartet Martin Bormann (partij), Heinrich Himmler (SS), Joseph Goebbels (propaganda) en Albert Speer (bewapening en organisatie) monopoliseert met goedvinden van Hitler de uitvoerende macht. Ze blijven rivaliseren met elkaar, maar vechten terug met de moed der wanhoop. Na
D-day krijgen de geallieerden het nog knap lastig om zich door Normandië – en dan vooral in de ‘zak van Falaise’ – een weg te vechten naar
Parijs, dat pas op 25 augustus wordt bevrijd.

22 juni – 19 augustus 1944

Operatie Bagration. De Russen snijden legergroep Noord langs de Baltische kusten af van de Duitse heimat, en vernietigen legergroep Centrum quasi volkomen in Wit-Rusland. Warschau is dan al rijp om te vallen voor de Russen, maar dat gebeurt uiteindelijk pas midden januari 1945. Intussen lijden de Duitsers op hun oostfront grotere verliezen dan in de Slag om Stalingrad.

3 september 1944

Brussel wordt bevrijd door de Britten en de Canadezen. Het Duitse front in het westen stuikt in de loop van augustus helemaal in elkaar. De Duitse verliezen in het westen zijn haast even verpletterend als tijdens Operatie Bagration: meer dan 200.000 manschappen tijdens één maand vechten in Frankrijk. Eén dag na Brussel valt ook Antwerpen en zijn haven ongeschonden in de handen van de geallieerden. Generaal Montgomery verzuimt al te lang om de Schelde helemaal onder controle te nemen, zodat de geallieerde aanvoerlijnen vanuit Normandië te lang worden voor een frontale aanval op de Duitse Heimat.

17-26 september 1944

Operatie Market Garden. Een overmoedige poging van generaal Montgomery om vanuit België snel door te stoten over de grote rivieren in Nederland, en van daaruit naar het Duitse Ruhrgebied. Zijn bedoeling: de moeizame weg door de Ardennen naar de Duitse Siegfriedlinie langs de Rijn vermijden. De misrekening van Montgomery: de inname van een cruciale brug over de Rijn bij Arnhem mislukt omdat zijn pantsers niet snel genoeg de paracommando’s op de brug kunnen aflossen. De spreekwoordelijke ‘brug te ver’.

26-30 november 1944

De Amerikanen bombarderen tot drie keer toe de Japanse hoofdstad Tokio, waardoor de Japanners voor het eerst beseffen dat hen hetzelfde lot staat te wachten als nazi-Duitsland. De geallieerden breken ongeveer terzelfdertijd ook door op de Filipijnen en in Birma. Japan vecht net als de Duitsers door, tot de laatste
dag, tot de laatste man.

16 december 1944 – 25 januari 1945

Het Ardennenoffensief. Hitler benut het geallieerde uitstel na Market Garden door the battle of the bulge te lanceren. Zijn bedoeling: met een heruitgave van de Blitzkrieg Antwerpen heroveren en zo de geallieerde aanvoer afsnijden. Zijn misrekening: met wat hem nog rest aan middelen lopen de Duitsers zich voorspelbaar te pletter op de Amerikaans-Britse overmacht. Het Ardennenoffensief zorgt voor een ongeziene ellende onder de burgerbevolking.

5 juni 1945

De Amerikaanse generaal Douglas MacArthur meldt de complete bevrijding van de Filipijnen. Op zijn gezag wordt de voormalige Amerikaanse kolonie meteen de
onafhankelijkheid verleend. De voorbode van de dekolonisatie in Azië, die vooral de Britten en de Fransen onaangenaam verrast.

17 juni 1945

De Conferentie van Potsdam. Het laatste triootje van de geallieerden. VS-president
Harry Truman maakt zijn debuut in dit gezelschap. Winston Churchill wordt tijdens
deze top, op 26 juli, weggestemd door de Britse kiezers en vervangen door Labourleider Clement Attlee. Zij spreken onder elkaar af dat ze van Japan niets minder dan de onvoorwaardelijke overgave eisen, op straf van de “onmiddellijke en totale verwoesting”. Truman meldt in Potsdam aan Stalin het bestaan van de atoombom, en zijn voornemen om eerstdaags ervan gebruik te maken. Stalin heeft er weet van, door zijn spionnen binnen Project Manhattan, en hij ontmoedigt Truman allerminst. Hij is namelijk even benieuwd als Truman naar het belang van dit nieuwe wapen
in de naoorlogse machtsverhoudingen.

26 juni 1945

Vijftig landen ondertekenen het handvest van de Verenigde Naties. Polen wordt meteen de 51ste originele lidstaat. In oktober wordt het handvest geratificeerd door de Grote Vijf, de permanente leden van de Veiligheidsraad. Dat zijn dan de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Sovjet-Unie en de Republiek China, die dan nog niet in handen is van de communist Mao.

6-9 augustus 1945

De Amerikanen gooien twee atoombommen op achtereenvolgens Hiroshima en Nagasaki. Pas na de eerste bom verklaart Stalin de oorlog aan Japan. Hij valt onmiddellijk Mantsjoerije binnen, de Japanse kolonie in China. Bovenop
de twee atoombommen wordt dit de doodsklap voor Japan.

14 augustus 1945

Keizer Hirohito kondigt om eerst de capitulatie aan, met een vooraf opgenomen
radioboodschap. De eerste keer dat hij zijn volk toespreekt. De oorlog “verloopt eigenlijk niet in ons voordeel”, legt hij laconiek uit, “vooral vanwege een nieuwe en ontzettend wrede bom”.

2 september 1945

De Japanners tekenen de capitulatie aan boord van het Amerikaanse slagschip Missouri, dat in de baai van Tokio voor anker ligt. Het orgelpunt van deze wereldoorlog?

Partner Content