‘Een nieuwe regering moet inspireren en verwonderen’, heeft Bonaparte ooit gezegd. ‘Als ze ophoudt te schitteren, dan valt ze.’ Het waren geen loze woorden. Vooral in de eerste jaren van zijn heerschappij bestookte hij zijn ministers en raadgevers met richtlijnen, en werden de principes van de Franse Revolutie in wetteksten verankerd.
Toen Napoleon in 1800 als Eerste Consul aantrad, waren de problemen van de natie gigantisch. Hoewel niemand verwachtte dat hij ze eensklaps kon doen verdwijnen, gingen de mensen er wel van uit dat ze nu eindelijk zouden worden aangepakt. Daarin hebben ze zich niet vergist. De gezondmaking van de financiën, de modernisering van de wetgeving, de welvaart, de veiligheid… Het moest allemaal worden hervat of heropgebouwd, en dan nog wel gelijktijdig. Napoleon ging als een wervelwind tekeer. Maandenlang werkte hij dag en nacht. In elk ministerie en in elk overheidsapparaat dook hij op om mensen te inspireren, te motiveren en als het moest ook te terroriseren.
Verzoening en samenwerking, dat was wat Bonaparte de Fransen voorstelde toen hij Eerste Consul werd. ‘ La fusion‘, zoals hij het zelf uitdrukte. Het leverde hem de gedoogsteun op van de contrarevolutionairen, die eindelijk iemand aan de macht zagen die er niet op uit was hen te kielhalen. Het nieuwe systeem behield de grote principes van de Revolutie, die werden vastgelegd in de Code Napoléon, de basis van ons huidig burgerlijk recht.
Geen slaap, wel een wetboek: de race naar de Code Civil
De Code Civil of Code Napoléon is een van de monumenten die de napoleontische tijd ons heeft nagelaten. Een vierkoppig team van juristen – Maleville, Bigot, Tronchet en Portalis – begon er in de zomer van 1800 aan te werken, onder leiding van Cambacérès. Op 21 maart 1804 was het werk af.
Hoewel hij de juridische werk dus aan specialisten overliet, woog Napoleon zwaar op de principes en visie die aan de Code ten grondslag lagen. Hij legde zijn medewerkers een verschroeiend tempo op. Vergaderingen duurden vrijwel steeds tot in de late uurtjes. Als er disputen waren, eiste hij dat er werd vergaderd tot de oplossing was gevonden en er een solide tekst op tafel lag, ook al werd het vijf uur ’s nachts.
Gelukkig voor de experts woonde hij zelf slechts vierendertig van de vierentachtig zittingen bij die de Raad van State aan de Code Civil heeft gewijd. Er zouden nog hevige discussies volgen in de Senaat, maar Bonaparte drukte de Code uiteindelijk door.
Het doel van de Code Napoléon? De wet is geschreven, algemeen geldend en duidelijk zodat eenieder zijn rechten zou kennen. Voor het eerst werd iedereen gelijk voor de wet, werd de individuele vrijheid erkend en beschermd, en kwam in plaats van feodale willekeur een universele rechtsorde. De revolutionaire principes werden met andere woorden in een algemeen geldende wetgeving gegoten. Het was de definitieve stap naar de scheiding van kerk en staat.
De burgerlijke stand en het huwelijk werden aan de bevoegdheid van de kerk onttrokken. Verboden en bestraffingen werden niet langer op religieuze dogma’s gestoeld, maar hadden alleen het algemeen belang als maatstaf. Daarom werd bijvoorbeeld voor het eerst ook het verbod op homoseksualiteit uit de wet geschrapt. De Code werd de basis voor het zakenrecht, het personenrecht en het contract- of verbintenissenrecht. Tenslotte wilde men ook het eigendomsrecht vastleggen en waarborgen voor iedereen, met afschaffing van de onrechtvaardige feodale rechten. De rechtspraktijken van het ancien régime behoorden definitief tot het verleden.
Napoleon en Parijs
De Franse hoofdstad heeft veel aan Napoleon te danken. Hij zorgde voor moderne straatverlichting, plaveisel in de meeste straten, een rioleringssysteem, huisnummers met pare en onpare getallen, het rechttrekken van kronkelende en bochtige straten, het rechts rijden in het verkeer, de verplichting om de straat schoon te vegen voor de eigen voordeur en nog veel meer. Daarnaast stond hij aan de basis van de moderne waterbevoorrading en verplichtte hij de stadsbesturen om water permanent beschikbaar te maken voor de inwoners. De grote kerkhoven haalde hij weg uit de binnenstad. Drie bekende bruggen over de Seine stammen uit zijn stedenbouwkundig beleid: de pont de Jena, de pont d’Austerlitz en les Arts. De Tuilerieën en de Caroussel du Louvre werden gerestaureerd. Maar zijn beroemdste monumenten zijn natuurlijk de Arc de Triomphe – die pas 20 jaar na zijn val afraakte – en de Romeinse zuil op de Place Vendôme, die bekleed werd met het brons van de kanonnen die hij in Austerlitz had buitgemaakt en het standbeeld van een als Romeinse keizer getooide Napoleon draagt. De Madeleine-kerk was eigenlijk zijn tempel voor de soldaten van de Grande Armée. In totaal heeft hij in Parijs voor 133 miljoen francs aan infrastructuurwerken laten uitvoeren, waarmee hij de basis van de moderne grootstad legde.
De beginselen van de voor haar tijd zeer vooruitstrevende Code Napoléon – waarvoor ironisch genoeg werd teruggegrepen naar de traditie van het Romeins recht en het wetboek van keizer Justinianus – zijn tot op vandaag van toepassing. Dat sluit evenwel niet uit dat het wetboek ook minder positieve punten had. Kinderen geboren buiten het huwelijk hadden bijvoorbeeld weinig of geen rechten. Vrouwen mochten niet stemmen en moesten gehoorzamen aan de man. Een ongetrouwde vrouw had amper rechten en een man mocht wel zijn vrouw vermoorden als zij hem bedroog, maar het omgekeerde werd afgestraft.
Van 1804 tot nu: de actuele erfenis van de Code Napoléon
De Code werd de norm in grote delen van Europa, met name in alle landen en gebieden die door de napoleontische veroveringen in de Franse invloedssfeer belandden. Ze bleef in Nederland en België, maar ook in het latere Duitsland de basis van het recht. Aan het einde van zijn leven heeft Napoleon dat zeer goed beseft. ‘Niet mijn vijftig overwinningen op het slagveld vormen mijn ware glorie’, zei hij op Sint-Helena. ‘Wat nooit weggevaagd zal worden, wat eeuwig zal leven, is mijn Code Civil.’