Napoleon en de pers: kranten in quarantaine

Hugues Bernard Maret (1763-1839), tijdlang baas van Le Moniteur, de officiële spreekbuis van de keizer. © Getty Images

Napoleon Bonaparte wilde terugkeren naar het basisidee van gelijkheid en vrijheid, maar wel binnen bepaalde grenzen. Het werd al snel duidelijk dat vrijheid er niet was voor de meningsuiting, en de pers in het bijzonder. Hoe ver ging de keizer om het publieke narratief in eigen handen te houden?

Hoewel kranten en boeken enkel door de elite werden gelezen, was in de Revolutie gebleken dat net die elite de sneeuwbal aan het rollen kon brengen die een heel staatsapparaat de afgrond in sleepte. Napoleon, die het gezien had en ervoor bevreesd was, loste het op door de pers tegelijk te gebruiken en monddood te maken.

Jaar na jaar werd de lijst met verboden onderwerpen langer

Al tijdens zijn eerste campagnes in Italië en Egypte richtte hij kranten op die zijn versie van de feiten de wereld instuurden. Tijdens het keizerrijk had hij de Moniteur als officiële spreekbuis. Andere kranten buiten Parijs moesten overnemen wat de Moniteur schreef en zich verder niet met delicate aangelegenheden inlaten. Redacteurs werden ofwel gekocht, ofwel gecensureerd, soms ook gewoon achter de tralies gegooid. Jaar na jaar werd de lijst met verboden onderwerpen langer.

Zelfmoord kon trouwens ook niet, want in het keizerrijk was iedereen gelukkig

Journalisten moesten leren wat goed was voor het land. ‘Elke ongunstig nieuws moet vermeden worden’, had Napoleon geroepen. ‘Zij moeten die berichten in quarantaine houden en ervan uitgaan dat ze zijn opgesteld door de Engelsen.’ Troepenbewegingen mochten al sinds lang niet worden gerapporteerd. Dat valt te begrijpen. Maar taboe was ook nieuws over aanslagen en misdaden, behalve als de daders opgepakt en gestraft werden. Zelfmoord kon trouwens ook niet, want in het keizerrijk was iedereen gelukkig.

‘De lijst’ werd langer en langer

Er mochten zo weinig mogelijk details ook over de keizer en zijn familie gedeeld worden, noch over geldverslindende bezigheden als gemaskerde bals. Over maritieme aangelegenheden moest je voorzichtig berichten, zelfs als het goed nieuws was. Twee kranten in Bordeaux brachten het heuglijke nieuws dat de vloot van Toulon goed in Martinique was aangekomen, en kregen twee weken publicatieverbod.

Hugues Bernard Maret (1763-1839) was een tijdlang baas van Le Moniteur, de officiële spreekbuis van de keizer. Zijn slaafse onderdanigheid lokte veel spot uit.
Hugues Bernard Maret (1763-1839) was een tijdlang baas van Le Moniteur, de officiële spreekbuis van de keizer. Zijn slaafse onderdanigheid lokte veel spot uit. © Getty Images

De taboelijst werd zo ingewikkeld en uitgebreid dat noch de censor, noch de pers er nog zijn weg in kon vinden. ‘Ik slaap er niet meer van’, schreef Lacretelle le jeune, uitgever van La Gazette de France. ‘Zo kan ik niet leven, ik zoek een opvolger.’ Dat zullen de theaterdirecteurs ook wel gedacht hebben. Politiemannen die hun spektakels in de zaal volgden, hadden het recht om op elk ogenblik de voorstelling te onderbreken als het stuk naar hun smaak te veel tumult in de zaal veroorzaakte.

‘Ik haat de vrijheid helemaal niet (…) maar ik koester haar in mijn gedachten’

Het klopt dat Napoleon als geen ander de krachten beheerste waarmee de toenmalige politici werkten, maar toch is het een overdrijving te zeggen dat hij zichzelf systematisch boven de wet stelde. Zowel Napoleon zelf als iedereen in zijn omgeving waren kinderen van de verlichting, met een fundamenteel geloof in de rechtsstaat. Zeer vaak krabbelde hij terug als aangetoond werd dat een maatregel strijdig was met recht of wet. Dat wil echter niet zeggen dat hij een onvoorwaardelijke voorvechter van de individuele vrijheid was. ‘Ik haat de vrijheid helemaal niet; ik heb haar beknot toen ze mijn pad belemmerde. Maar ik voel haar goed aan, ik koester haar in mijn gedachten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content