‘Ik vergelijk hem met Alexander de Grote, Adolf Hitler en Stalin’, zei de Britse regisseur Ridley Scott toen zijn blockbuster Napoleon uitkwam in 2023. Maar is de Franse keizer wel te vergelijken met de Duitse dictator?
Eind 18e eeuw was alles in Frankrijk, na vele jaren van verscheurende conflicten en inefficiënt regeren, gericht op stabiliteit, niet op democratisering. Dat hield ook in dat de macht, na de revolutionaire experimenten met nieuwe vormen van bestuur en volksvertegenwoordiging, opnieuw grotendeels in de handen van één man was beland. Van een parlementaire democratie naar hedendaagse normen was dus geen sprake, maar dit democratisch deficit kan niet alleen op rekening van de Eerste Consul worden geschreven.
Nadat Napoleon als Eerste Consul de macht had gegrepen, werden er grote maatschappelijke hervormingen ingezet. De principes van de verlichting werden omgezet in regels, wetteksten en maatschappelijke organisatie, met gelijkheid en vrijheid als leidmotieven. Op het vlak van gelijkheid heeft Napoleon zeker de bakens verzet, maar de vrijheid hinkte achterop.
Napoleons kijk op vrijheid
In zijn werkstukje Discours sur le bonheur schreef Napoleon: ‘Vrijheid van denken is absoluut; vrijheid van meningsuiting is dus de basis van moraliteit, van de vrijheid en van het individuele geluk, op voorwaarde dat ze de sociale orde niet schaadt. […] Wat is politieke vrijheid? Ze bestaat erin dat men uitsluitend gehoorzaamheid is verschuldigd aan de grondwet.’ Vrijheid onder veel voorwaarden dus. Er was een uitgangspunt, waaraan hij zich niet eens heeft gehouden. In de eerste plaats was hij een sterk voorstander van staatscontrole en dus van een geheime politie die dicht op de huid van de burgers zat.
Onder het Directoire had de fel belaagde regering ook al de verkiezingen genegeerd, en eigenlijk was het al sinds 1789 nooit anders geweest. Telkens opnieuw was men in een gevecht op leven of dood gewikkeld, een gevecht dat draaide om het verdere bestaan van de Revolutie, het overleven van de revolutionairen zelf, de burgerlijke en sociale verworvenheden en – niet te vergeten – de territoriale veroveringen. Het doel was de republiek te behouden, ook al ging het ten koste van vrijheid.

Dat Bonaparte uiteindelijk een haast onbegrensde macht heeft verworven, kan men dus slechts in beperkte mate toeschrijven aan de man zelf – het was een logische maatschappelijke evolutie. Intellectuelen waren de kapsones van de straat beu en wilden een ‘verlicht maar sterk bestuur’. De gewone mensen zelf waren al tien jaar lang van het ene kamp naar het andere geslingerd, hadden voor alle mogelijke zaken en voor alle mogelijke lui gestemd en vervolgens alle mogelijke beloftes zien verbreken. Men was het allemaal zo moe dat het stemrecht zonder morren werd ingeruild voor het plebisciet.
Het plebisciet
Het plebisciet – een eenmalige volksstemming – kwam er in februari 1800. Met 3 miljoen stemmen voor en een kleine 1600 tegen werden de nieuwe Grondwet en het Consulaat door Frankrijk goedgekeurd. Overigens bracht slechts een op de vier kiesgerechtigden daadwerkelijk zijn stem uit, maar het is niettemin zeer waarschijnlijk dat de uitslag een getrouwe weerspiegeling van de publieke opinie in Frankrijk was.
Een nieuwe staat, een nieuw land, zo leek het wel. Een nieuwe tijd was begonnen. ‘Citoyens, la Révolution est fixée aux principes qui l’ont commencée. Elle est finie.’ Wat Bonaparte bedoelde, was dat het tijd was om te stoppen met de extreme uitwassen van de Revolutie en terug te keren naar het basisidee: gelijkheid en vrijheid, maar wel binnen een rechtsorde en een sterk centraal bestuur.
Napoleon heeft nooit het racisme van Hitler in zich gehad, net zomin als hij zich aan genocide heeft bezondigd
Kunnen we Napoleon dan een dictator noemen? Voorzichtigheid en nuancering zijn hier op hun plaats. Het woord is te bezwaard en roept associaties op met de verwerpelijkste leiders van de twintigste eeuw, die over de hele linie absoluut niet vergelijkbaar zijn. Hem vergelijken met bijvoorbeeld Hitler getuigt van zwakke historische kennis. Ze hebben beiden oorlog gevoerd in Europa en Moskou aangevallen, jazeker, maar daar houdt de vergelijking op. Napoleon heeft nooit het racisme van Hitler in zich gehad, net zomin als hij zich aan genocide heeft bezondigd. Hij was een man van de verlichting, Hitler een van de absolute duisternis. Ook hun nalatenschap is heel verschillend.
Napoleon liet een heel arsenaal van heilzame maatschappelijke vernieuwingen na, Hitler een uiterst negatieve destructie, die geen zinnig mens zou kunnen inspireren. Hitlers bekendste biograaf Ian Kershaw verwerpt elke gelijkenis tussen de keizer en de Führer als baarlijke cafépraat: ‘Aan Napoleon kleeft geen morele schande.’ Volgens hem was de nalatenschap van Hitler met niks te vergelijken. ‘Uniek in moderne tijden – met alleen Attila de Hun en Dzjenghis Khan als eventuele vergelijkingspunten in het verre verleden – was zijn (Hitlers) verwezenlijking er een van totale vernietiging.’
