Hoe hoog mag de staatsschuld zijn?

© Getty Images
Ewald Pironet Senior writer
Michaël Van Droogenbroeck Journalist bij de VRT

Er zijn geen absolute grenzen, en het hangt onder meer af van de conjunctuur. Maar wanneer is de overheidsschuld te hoog?

Als een overheid meer uitgeeft dan ze ontvangt, ontstaat er een overheidsschuld of staatsschuld. De overheid moet dan geld lenen. Waar gaan landen geld lenen? Terwijl gezinnen meestal bij een bank lenen, doen landen dat vooral op de financiële markten door staatsobligaties uit te geven. Een staatsobligatie is een schuldbewijs: een land belooft dat het na een bepaalde periode de schuld zal terugbetalen met de afgesproken rente. Grote investeerders, zoals pensioenfondsen, verzekeraars en banken, kopen deze staatsobligaties. 

De rente die een land moet betalen, hangt af van het vertrouwen dat deze investeerders hebben in de economie van dat land. Een land met een sterke economie kan goedkoper lenen dan een land dat als riskanter wordt gezien.

In België hebben we ook de staatsbon, waarbij de overheid rechtstreeks leent bij burgers. Als de rente op zo’n staatsbon aantrekkelijk is, zijn Belgen vaak bereid om geld uit te lenen aan de staat. België kan op die manier geld lenen tegen een lagere rente en het is ook een signaal dat alvast de inwoners vertrouwen hebben dat het land zijn schuldbelofte zal nakomen.

Juiste vraag 

De vraag ‘Hoe hoog mag de overheidsschuld zijn?’ is eigenlijk niet de juiste. Het bedrag van de schuld zegt namelijk weinig. Een land met een grote economie kan zich in principe een grotere schuld permitteren dan een land met een kleinere economie.

Daarom kijken economen naar de verhouding tussen de overheidsschuld en het bbp, de totale waarde van alle goederen en diensten die een land in een jaar produceert. Die verhouding is de schuldgraad. De juiste vraag is dus: hoe hoog mag de schuldgraad zijn? In de Europese Unie is afgesproken dat de schuldgraad ten hoogste 60 procent mag bedragen. In België schommelt hij al jaren rond de 100 procent, in Duitsland ligt hij rond de 60 procent.

De houdbaarheid van een schuld hangt onder meer af van de rente waartegen een land kan lenen. Als de rente lager is dan de economische groei (gemeten als de groei van het bbp) kan een land zonder problemen lenen en zal de schuldgraad geleidelijk dalen. Maar als de rente hoger is dan de economische groei, stijgt de schuldgraad en wordt lenen duurder omdat investeerders minder vertrouwen krijgen.

Niet heilig

De schuldgraad van maximaal 60 procent die Europa vooruitschuift, is dus niet heilig. De VS hebben een schuldgraad van ongeveer 120 procent, maar kunnen toch blijven lenen omdat ze de belangrijkste economie ter wereld hebben en de dollar ook nog steeds als voornaamste munt wordt aanzien. Japan heeft zelfs een schuldgraad van liefst 200 procent, maar dit is houdbaar omdat het land vooral leent bij zijn eigen bevolking, aan een lage rente.

Er is dus geen absolute bovengrens. Zolang de rente laag is, de economie groeit en investeerders vertrouwen hebben, kan een land hoge schulden dragen. Maar als de rente stijgt, de economie slabakt of het vertrouwen wegsmelt, kan een hoge schuldenlast snel onhoudbaar worden.

Dit is een ingekorte versie van het antwoord op een van de 101 slimme vragen over economie en financiën uit het net verschenen boek ‘Waarom drukken we niet gewoon geld bij?’, geschreven door Knack-redacteur Ewald Pironet en VRT-journalist Michaël Van Droogenbroeck (Lannoo, 296 bladzijden, 24,99 euro).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise