Belastingen voor de hoogste inkomens: dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten? 

© © Roularta Media Group / Illustratie gemaakt door AI (ChatGPT®)
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De top 1 procent betaalt in euro’s meer belastingen dan de 40 procent laagste inkomens samen. Maar relatief gezien, in verhouding tot hun inkomen, betaalt de top 1 procent minder belastingen dan de rest van de top 10 procent. Dat blijkt uit berekeningen die de Nationale Bank op verzoek van Knack maakte. 

Om bij de 1 procent van de bevolking met het hoogste inkomen te behoren, moet uw jaarlijks beschikbaar inkomen als alleenstaande 142.265 euro bedragen, als koppel zonder kinderen 213.407 euro en als koppel met twee kinderen 298.757 euro. Die bedragen zijn wat er overblijft na het betalen van de belastingen, en dus wat een huishouden overhoudt om uit te geven of om te sparen. Bijna de helft van de top 1 procent haalt zijn inkomen hoofdzakelijk uit vermogen.

Maar hoeveel betaalt de top 1 procent hoogste inkomens aan belastingen en sociale bijdragen? Bij de sociale bijdragen denken we spontaan aan de bijdragen voor de financiering van de sociale zekerheid, maar daaronder vallen ook premies voor sociale verzekeringen zoals groepsverzekeringen.

Laten we eerst kijken naar de top 10 procent. Die betaalt 25 miljard aan belastingen op inkomen en vermogen. Daarbovenop komt nog eens 24 miljard euro aan sociale bijdragen. De andere 90 procent betaalt 43 miljard aan belastingen en 75 miljard aan sociale premies. 

Nieuwe cijfers Nationale Bank: hoeveel inkomsten moet je hebben om tot de top 1 procent te behoren? 

Uit de cijfers van de Nationale Bank blijkt dus dat naarmate het inkomen stijgt, de hogere inkomens in euro’s steeds meer belastingen betalen. Dat geldt ook voor de sociale premies, waarbij de top 10 procent de hoogste bedragen op zich neemt. De top 10 procent betaalt meer aan belastingen en sociale premies dan de eerste zes decielen samen.

Wat gebeurt er als we de top 1 procent nemen en die vergelijken met de 9 procent die daar net onder valt? Van de 25 miljard euro die de top 10 procent betaalt aan belastingen, komt 6 miljard van de top 1 procent en 19 miljard van de 9 procent die daar net onder zit. Omgerekend per huishouden betalen de 50.000 gezinnen van de top 1 procent gemiddeld drie keer zoveel belastingen als de 450.000 gezinnen uit de resterende 9 procent. Als we het nog breder bekijken, zien we dat de top 1 procent meer belastingen betaalt dan de 40 procent met de laagste inkomens.

En wat als we kijken naar de sociale bijdragen? De top 10 procent betaalt 24 miljard aan sociale bijdragen. De top 1 procent betaalt daarvan afgerond 3 miljard, de 9 procent die daar net onder zit meer dan 21 miljard. Ook hier, omgerekend per huishouden, betaalt de top 1 procent nog steeds het meest. Maar het verschil is minder uitgesproken dan bij de belastingen.

Relatieve bijdrage

Maar we moeten niet alleen kijken naar hoeveel iedereen in euro’s of in absolute termen bijdraagt, we moeten ook zien hoe dat bedrag in verhouding staat tot het totale beschikbare inkomen, dus wat de bijdrage is in relatieve termen. Eenvoudig gezegd: 200 euro weegt voor iemand met een beschikbaar maandinkomen van 2000 euro zwaarder dan 10.000 euro voor iemand die elke maand 200.000 euro heeft.

Uit de cijfers van de Nationale Bank blijkt dat de relatieve bijdrage aan de belastingen stijgt met het inkomen. Uitgedrukt als een percentage van het beschikbare inkomen betalen de 10 procent laagste inkomens bijna 3 procent aan belastingen. Dat percentage stijgt geleidelijk tot 31,5 procent voor de 10 procent rijksten.

Maar als we de top 10 procent verder analyseren, zien we dat de top 1 procent relatief tot hun beschikbaar inkomen 30 procent aan belastingen besteedt, terwijl dit voor de resterende 9 procent afgerond 32 procent is. Met andere woorden, de top 1 procent betaalt relatief gezien iets minder belastingen dan de 9 procent die daar net onder zit. Maar wel meer dan deciel 9, waarvoor het relatieve aandeel 28 procent bedraagt.

De top 1 procent betaalt relatief gezien iets minder belastingen dan de 9 procent die daar net onder zit.

Hoe zit dat voor sociale bijdragen? Tot en met deciel 9 nemen de relatieve bijdragen toe: relatief tot hun beschikbaar inkomen komt de laagste 10 procent op 15 procent, terwijl dit voor deciel 9 oploopt tot 40 procent. Met een relatieve bijdrage van 30 procent, geeft de top 10 procent minder geld uit aan sociale premies dan decielen zeven, acht en negen. 

Wat als we de top 1 procent afzonderen binnen de top 10? Relatief tot hun beschikbaar inkomen dragen ze 12 procent bij aan sociale premies, aanzienlijk minder dan de resterende 9 procent, waarvoor het aandeel 37 procent bedraagt. Dat laatste is wel nog steeds lager dan in deciel 9, waar het relatieve aandeel 40 procent bedraagt. 

Dat de top 10, en zeker de top 1 procent, relatief minder bijdragen aan de sociale premies heeft natuurlijk te maken met de aard van hun inkomen: sociale premies worden vooral geheven op de inkomsten uit arbeid, niet op de inkomsten uit vermogen. Net die laatste nemen sterk in belang toe binnen de top 10 procent en vormen de voornaamste inkomstenbron van de top 1 procent. 

Morgen: Hoeveel mensen behoren tot de 1 procent hoogste inkomens?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content