De truc van Dehaene: regering-De Wever overweegt verkoop bankaandelen, maar wat is haar ‘Globaal Plan’?

Premier Bart De Wever (N-VA). © BELGA
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Een begrotingstekort dat verdubbelt en een schuldgraad van 122 procent tegen 2030: België staat voor een financiële nachtmerrie. De regering-De Wever overweegt de verkoop van bankbelangen, zoals 30 jaar geleden de regering-Dehaene dat al deed. Maar volgt er ook een nieuw Globaal Plan?

De begroting ontspoort, het tekort van alle overheden zal in 2030 oplopen tot 6,5 procent van het bbp. Dat is meer dan het dubbele van de 3 procent die Europa vooropstelt. Er zijn veel redenen waarom dat tekort oploopt, maar de verhoging van de defensie-uitgaven naar 2 procent van het bbp is er een van. Daarnaast moet België ook steeds meer uitgeven aan rentelasten. Dat heeft te maken met oplopende schuld: tegen 2030 zou de schuldgraad 122 procent van het bbp bedragen.

Wat zal de regering-De Wever daaraan doen? Ze is gestart met als prioritair doel om onze overheidsfinanciën opnieuw gezond te maken, maar het gaat de andere richting uit. ‘Ik lig niet echt wakker van de begroting. Toch niet van die van dit jaar’, zei minister van Begroting Vincent Van Peteghem (CD&V) onlangs tegen Knack. ‘Ik lig wél wakker van de begroting van 2030.’

Snel en makkelijk

De regering-De Wever plant hervormingen op het vlak van fiscaliteit, pensioenen, gezondheidszorg en arbeidsmarkt, maar wat daar precies van komt, hoeveel ze zullen opleveren en tegen wanneer is een open vraag. Daarom ligt het voor de hand dat de regering-De Wever eraan denkt om in deze benarde financiële toestand overheidsparticipaties te verkopen.

Het is een makkelijke en snelle manier om veel geld in kas te krijgen. Wijlen premier Jean-Luc Dehaene (CVP) deed het in 1993 al voor. België had toen met 134 van het bbp een veel te hoge schuldgraad om de Maastrichtnorm van 60 procent te halen en toegelaten te worden tot de euro. Bovendien stond ons land toen onder enorme druk van de financiële markten.

Dehaene voerde niet alleen doortastende maatregelen door met het Globaal Plan, maar tegelijkertijd werd bijvoorbeeld de helft van de bank ASLK verkocht aan verzekeraar Fortis. Daarnaast werden openbare kredietinstellingen zoals het Krediet aan de Nijverheid, het Beroepskrediet en het Landbouwkrediet geprivatiseerd. Het leverde allemaal geld op voor de staatskas.

Probleemdossiers

De Belgische overheid bezit aandelen in heel wat bedrijven. Een rist daarvan komt nu niet in aanmerking voor een verkoop. De NMBS en Infrabel zijn probleemdossiers met bloedrode cijfers. Proximus, bpost en Umicore presteren slecht en zullen weinig opbrengen. Andere participaties zoals Brussels Airport, Euroclear, Fluxys en Ageas worden als strategisch omschreven en daar wil de overheid een vinger in de pap houden.

Het verhaal is anders voor de overheidsparticipaties in enkele financiële instellingen. De overheid bezit 5,59 procent in de Franse bank BNP Paribas, dat ze in handen kreeg na de redding van Fortis in 2008. Ze heeft 100 procent van Belfius na de reddingsoperatie van Dexia, dat tijdens de bankencrisis van vijftien jaar geleden kopje-onder dreigde te gaan. En ze bezit 31,66 procent van verzekeraar Ethias – ook de Vlaamse en de Waalse overheid hebben elk 31,66 procent in handen. EthiasCo, een vehikel rond honderden Belgische gemeenten en steden, bezit de resterende 5 procent.

Goed moment

Het meest voor de hand liggende is dat de regering het belang in BNP Paribas verkoopt, waar ze toch niet veel invloed op heeft. Dat zou minstens 4 miljard en misschien zelfs 5 miljard euro moeten opleveren. Dan is er Belfius. Er is al eerder gesuggereerd, onder meer door de directie van Belfius, dat de regering het best een deel van haar participatie in Belfius van de hand kan doen. Dat moet de bank zuurstof geven om zich verder internationaal te ontwikkelen. Als de regering 20 procent van Belfius verkoopt, zou dat 2 miljard euro kunnen opleveren. Een verkoop van Ethias zou de federale overheid 1 miljard kunnen opleveren. Samen is dat goed voor 7 à 8 miljard euro.

Het belang in BNP Paribas zou minstens 4 miljard en misschien zelfs 5 miljard euro moeten opleveren.

Daarbij wordt erop gewezen dat het nu het goede moment is om die participaties te verkopen: de bankaandelen hebben het de voorbije tijd uitstekend gedaan. Terwijl de Europese beurzen sinds begin 2024 met 15 procent stegen, klommen de bankaandelen in diezelfde periode met 68 procent. Ook andere Europese landen verkochten (een deel van) hun belangen in financiële instellingen. De Nederlandse overheid verkocht wat aandelen van ABN AMRO, het Verenigd Koninkrijk zijn belang in NatWest, Ierland stapte volledig uit Allied Irish Banks. 

Melkkoe

Het klinkt dus aanlokkelijk om de overheidsparticipaties in de banken te verkopen, maar er is een ‘maar’: de overheid krijgt dan geen (of bij een gedeeltelijke verkoop minder) dividenden. En die winstuitkeringen spijzen nu jaarlijks de begroting. Voor 2024 had Belfius bijvoorbeeld een dividend van 445 miljoen euro voorzien, een mooi bedrag. De regering-De Wever wilde na de versnelde verhoging van het defensiebudget meer dividend van Belfius en eiste dat die 1 miljard euro zou uitkeren aan de Belgische staat. En volgend jaar nog eens.

De banken worden door de regering vaak als melkkoe gebruikt. En als je de koe verkoopt, krijg je geen melk meer.

De banken worden door de regering vaak als melkkoe gebruikt. En als je de koe verkoopt, krijg je geen melk meer. De verkoop van overheidsparticipaties is geen structurele oplossing, want België zal elk jaar 4 miljard euro meer aan defensie moeten uitgeven dan vandaag. 

Premier Jean-Luc Dehaene. © AFP

Los zand

Een verkoop van de belangen in sommige financiële instellingen kan helpen, maar er zal meer nodig zijn om de overheidsfinanciën tegen 2030 enigszins uit het moeras te trekken. Net zoals ten tijde van Dehaene. Die leidde tussen 1992 en 1999 twee regeringen, gevormd door Nederlandstalige en Franstalige christendemocraten en socialisten. Niet alleen enkele staatsbanken werden toen verkocht, maar er kwam ook een doortimmerd sociaal-economisch plan dat België uit het moeras moest trekken: het Globaal Plan.

In het Globaal Plan stond onder meer dat de lonen en uitkeringen niet meer gekoppeld zouden zijn aan de index, maar aan de gezondheidsindex, die geen rekening meer hield met de prijzen van benzine, diesel, alcohol en tabak. Het gevolg was dat de lonen niet meer voor 100 procent de stijging van de index zouden volgen. Daarnaast werd er toen ook een reële loonstop doorgevoerd, de loonsverhogingen in 1995–1996 werden geblokkeerd. Vandaag zinkt België stilletjes aan opnieuw weg in een moeras.

Misschien gaat de regering-De Wever, net als de regering-Dehaene deed, over tot het verkopen van de participaties in enkele financiële instellingen. Maar van een nieuw Globaal Plan is vooralsnog geen sprake, daarvoor hangen de geplande hervormingen te veel als los zand aan elkaar en is het ook afwachten wat ervan komt. Misschien moet het eerst nog wat slechter worden en moeten de financiële markten ons onder druk zetten eer we weer een soort Globaal Plan krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise