Ewald Pironet

‘Behoort u zonder het te weten tot de 1 procent hoogste inkomens? U kunt het makkelijk zelf nagaan’

Ewald Pironet Senior writer

De stemmen om de hoogste inkomens zwaarder te belasten klinken luid. Maar wie behoort tot de top 1 procent volgens inkomen? ‘Een aanzienlijk deel van de top 1 procent wordt gestuwd door een uitkering uit een groepsverzekering’, bevestigt de Nationale Bank. ‘Zo’n uitkering kan ervoor zorgen dat het inkomen dat jaar binnen de hoogste 1 procent valt.’

Het zwaarder belasten van de 1 procent hoogste inkomens is een terugkerende eis. Daarbij wordt vaak vergeten dat die 1 procent geen vaste groep is van sterke schouders. Want wie precies tot de groep van de 1 procent hoogste inkomens behoort, wisselt van jaar tot jaar. 

De groep van 1 procent hoogste inkomens telt 110.000 mensen. Dat is logisch, aangezien er 11 miljoen inwoners zijn. Maar die 110.000 mensen zijn niet elk jaar dezelfde 110.000 mensen, want het jaar waarin u de uitkering van uw groepsverzekering ontvangt, kunt u tot de top 1 procent behoren. En een jaar later – als u moet rondkomen van alleen maar uw wettelijk pensioen – zou het best kunnen dat u daar niet meer toe behoort. Dit was de boodschap van een artikel vorige week op deze plek, op basis van een recente studie van de Nationale Bank van België (NBB). 

Hoe zit het precies?

De titel van het stuk vorige week luidde: ‘De hoogste inkomens meer belasten? U zou daar wel eens bij kunnen horen.’ Het slot klonk zo: als je de 1 procent hoogste inkomens belast, ‘tref je een veel grotere groep mensen dan vaak wordt gedacht. Want vandaag heeft meer dan vier miljoen Belgen een groepsverzekering en die zouden dan allemaal bij de uitkering daarvan kunnen worden getroffen. Misschien bent u wel een van hen.’

Hierop kwam een reactie van professor Paul De Grauwe, een bekend voorstander van de belasting van de hoogste 1 procent inkomens. Titel van zijn stuk: ‘Extra belasting voor de top 1 procent? Die zal niet iedereen treffen met een groepsverzekering.’ Zijn slotzin luidt: ‘De conclusie dat vier miljoen Belgen met een groepsverzekering allemaal zouden kunnen worden getroffen door zo een belasting wanneer ze met pensioen gaan is een dichterlijke overdrijving.’

Hoe zit het precies? En zou u worden getroffen bij de uitkering van uw groepsverzekering? Laten we kijken naar de cijfers die de Nationale Bank deze zomer in een studie uitbracht en vervolgens op verzoek van Knack in detail uitwerkte voor de top 1 procent volgens inkomen. 

Hoe hoog moet uw inkomen zijn om tot de 1 procent hoogste inkomens te behoren? 

Als u wilt weten of u tot de top 1 procent inkomens behoort, moet u weten welke drempels daarvoor gelden: hoeveel moet uw inkomen minstens bedragen om tot de top 1 procent te behoren?

Om deel uit te maken van die top 1 procent, moet u als single een beschikbaar jaarinkomen (inkomen uit arbeid of kapitaal, na het betalen van belastingen en sociale bijdragen) hebben van minstens 140.000 euro, voor een koppel zonder kinderen is dat 210.000 euro en voor een koppel met twee kinderen 300.000 euro. Het hele overzicht vindt u hier (dus ook de drempels om bijvoorbeeld tot de top 10 procent inkomens te behoren).

De kern van de analyse van de Nationale Bank was dat er een grote kloof bestaat tussen de top 1 procent en de 9 procent die daar net niet toe behoort. Zo haalt de helft van de top 1 procent zijn beschikbare inkomen hoofdzakelijk uit vermogen, en dat is veel meer dan de rest van de bevolking, en ook dan de 9 procent die net onder de 1 procent valt.

Hoe zit het met de uitkeringen van de groepsverzekering, de tweede pensioenpijler? 

Volgens een studie van het FSMA bedraagt de gemiddelde kapitaaluitkering in de tweede pensioenpijler 37.000 euro voor een persoon die met pensioen gaat. Het probleem is dat zo’n gemiddeld cijfer weinig zegt over de realiteit.

Zeker niet in dit geval, want de FSMA zegt in een voetnoot bij dat cijfer het volgende: ‘Het betreft het gemiddeld uitbetaald pensioenkapitaal per uitbetaling. Eén individu kan aangesloten zijn bij meerdere plannen waardoor het gemiddeld uitbetaald pensioenkapitaal per individu hoger kan liggen.’

Bijdrages worden bijvoorbeeld stopgezet telkens u van werkgever verandert. In sommige gevallen krijgt u dan de kans om in te stappen in een andere groepsverzekering.

Die 37.000 euro stemt dus niet overeen met de realiteit. Het gemiddelde werkelijk uitgekeerde bedrag voor de tweede pijler ligt hoger. Hoeveel dit voor u concreet zal zijn, daar komen we dadelijk op terug.

Hoe belangrijk is het uitbetaalde pensioenkapitaal?

Kan het uitgekeerde pensioenbedrag van de tweede pijler ervoor zorgen dat iemand die eerder nooit tot de top 1 procent inkomens behoorde daar in het jaar van de uitbetaling wel toe behoort?

We stelden de vraag expliciet aan de Nationale Bank en hun antwoord is duidelijk: ‘We hebben onze observaties nogmaals nagekeken en daaruit blijkt dat het inkomen van een aanzienlijk deel van de top 1 procent effectief gestuwd wordt door een uitkering uit een groepsverzekering. Een niet-verwaarloosbaar deel van de top 1 procent bestaat uit huishoudens die in het betreffende jaar een kapitaaluitkering uit een groepsverzekering hebben ontvangen. Een dergelijke uitkering kan ervoor zorgen dat het inkomen van dat huishouden dat jaar binnen de hoogste 1 procent valt.’

Dus ja, de uitbetaling van het pensioenkapitaal van de tweede pijler kan ervoor zorgen dat u in het jaar dat het wordt uitbetaald tot de 1 procent hoogste inkomens behoort. En als de 1 procent hoogste inkomens in de toekomst zwaarder belast zouden worden, zal dat dan ook voor u gelden. U bent dan een van hen die dat jaar zo’n rijkentaks moet betalen, ook al behoorde u de rest van uw leven niet tot de top 1 procent en zal u er daarna ook niet meer toe behoren.

Hoe zit het concreet voor u?

Steeds meer werknemers hebben de voorbije decennia toegang gekregen tot de tweede pensioenpijler. De ruimere verspreiding van de tweede pensioenpijler maakte jarenlang deel uit van het regeringsbeleid. Ook de regering-De Wever heeft het in het regeerakkoord over de ‘versterking van het aanvullende pensioen’. Ze wil ‘een stevig aanvullend pensioen bieden waarvoor een werkgeversbijdrage wordt voorzien van minstens 3 procent tegen uiterlijk 2035’.

Of dat er ook van komt, valt af te wachten, maar in elk geval bouwen steeds meer mensen via de tweede pensioenpijler een appeltje voor de dorst op, met eigen bijdragen en meestal ook bijdragen van de werkgever. Bovendien zullen de uitgekeerde bedragen ook steeds hoger liggen omdat men nu al vroeg in de carrière in het systeem van de tweede pensioenpijler kan stappen, terwijl dat decennia geleden nog uitzonderlijk was.

Anders gezegd: in de toekomst zullen meer mensen een hogere uitkering van de tweede pensioenpijler krijgen dan vandaag. En dus mogelijk tot in de groep van 1 procent hoogste inkomens gekatapulteerd worden.

Als u zelf een idee wilt krijgen hoeveel de uitkering van uw groepsverzekering bedraagt en tot welke inkomenscategorie u bij de uitkering daarvan zult behoren, kunt u dat terugvinden op de website mypension.be. Let op: daar staat een brutobedrag vermeld. Bij de uitbetaling van de groepsverzekering betaalt u vandaag 3,5 procent RIZIV-bijdrage, 2 procent solidariteitsbijdrage en 10 of 16,5 procent personenbelasting plus gemeentelijke opcentiemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise