Factcheck: geen bewijs dat driekwart van de managers een managementvennootschap zou hebben

© Belga

In De afspraak op vrijdag stelde ABVV-voorzitter Bert Engelaar dat driekwart van de managers gebruik zou maken van een managementvennootschap en op die manier minder sociale bijdragen zou betalen. Zowel het aantal bedrijfsleiders als het aantal managementvennootschappen is toegenomen, maar het is uit die cijfers onmogelijk af te leiden hoeveel procent van de ‘managers’ gebruikmaakt van zo’n managementvennootschap. Want ook zelfstandigen zoals artsen, consultants en advocaten maken er gebruik van.

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Op vrijdag 2 mei was ABVV-voorzitter Bert Engelaar naar aanleiding van de Dag van de Arbeid te gast in het VRT-duidingsprogramma De afspraak op vrijdag. Wanneer aan Engelaar gevraagd werd hoe hij de pensioenen betaalbaar zou houden, hekelde hij de lage inkomsten uit sociale bijdragen, onder meer door de ‘vervennootschappelijking’, het proces waarbij steeds meer mensen zich via een vennootschap laten betalen om zo minder belastingen verschuldigd te zijn.

© X

‘Driekwart van de managers – ik kom ook in die bedrijven – heeft een managementvennootschap’, zei Engelaar op een bepaald moment (31:07). ‘Als je dat blijft toestaan, krijg je een centrumrechtse regering die zegt dat het systeem niet werkt en begint te kappen.’

De afspraak deelde die uitspraak ook op sociale media als X en Facebook. ‘Studenten vroeger laten werken: geen sociale bijdragen. Flexi-jobs: geen sociale bijdragen. En driekwart van de managers heeft een managementvennootschap’, zo parafraseerde het programma de uitspraak van Engelaar.

Een ‘managementvennootschap’ is de naam die in de volksmond gegeven wordt aan vennootschappen die worden opgericht door bestuurders, maar ook door consultants of freelancers om diensten te leveren aan een andere vennootschap. Die diensten worden gefactureerd door een vennootschap die dan vervolgens een loon uitkeert aan de natuurlijke persoon die de vennootschap heeft opgericht. Dat is vanaf een bepaald bedrag financieel voordeliger dan werknemer zijn of een eenmanszaak hebben.

Klopt de stelling van Engelaar? Maakt driekwart van de managers gebruik van een managementvennootschap?

Waar komt het cijfer vandaan?

We nemen contact op met de persdienst van het ABVV en vragen naar cijfers die die uitspraak ondersteunen. ‘De bijzin “ik kom ook in die bedrijven” is van belang. In welke bedrijven komt Bert? De bedrijven waar hij als secretaris voor verantwoordelijk was: schoonmaakbedrijven en bouwfirma’s in Brussel en Vlaams-Brabant. Vanzelfsprekend zijn dat bedrijven met vakbondsvertegenwoordiging, met minstens vijftig werknemers’, antwoordt ABVV-woordvoerder Daan Nelen. ‘Ik kan de namen van die bedrijven niet zomaar delen.’

Nelen verwijst ook naar recente cijfers over het aantal managementvennootschappen. Eind 2024 waren er in België meer dan 80.000 managementvennootschappen, volgens zakenkrant De Tijd. Een spectaculaire stijging aangezien dat aantal in 2019 nog maar 41.810 bedroeg.

Welke cijfers bestaan?

We leggen de stelling van Engelaar ook voor aan de voorzitter en het secretariaat van de afdeling Fiscaliteit en Parafiscaliteit van de Hoge Raad van Financiën (HRF). De HRF onderzocht de verschillen in belastingdruk tussen verschillende ondernemingsvormen op vraag van voormalig minister van Financiën in lopende zaken Vincent Van Peteghem (CD&V).

Dat rapport concludeert dat er inderdaad een verschuiving van economische activiteit naar de vennootschapsvorm plaatsvindt en dat dat globaal een negatief effect op de overheidsinkomsten heeft. Bovendien is het verschil tussen de belastingdruk op inkomen uit arbeid en uit kapitaal in België groter dan in de meeste andere OESO-landen. Dat verschil nam in het voorbije decennium sterk toe. Als reden voor de stijging van het aantal vennootschappen en het verschuiven van de economische activiteit wijst de HRF in de richting van de fiscale voordelen en de vereenvoudigde oprichtingsprocedure.

De HRF duidt die verschuiving in economische activiteit met cijfers die een stijging tonen van het aantal bedrijfsleiders en zelfstandigen. Die zijn in de bestudeerde periode aanzienlijk gegroeid, in vergelijking met het aantal loontrekkenden. Bovendien steeg het aantal bedrijfsleiders sterker dan het aantal zelfstandigen. Dat toont volgens de HRF een toenemende vervennootschappelijking aan.

Het secretariaat verduidelijkt dat ze bedrijfsleiders zien als personen die in een vennootschap een opdracht uitvoeren als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of in een gelijksoortige functie. Het kunnen ook personen zijn die in een vennootschap bepaalde leidende functies uitoefenen buiten een arbeidsovereenkomst. ‘Het HRF-secretariaat beschikt evenwel niet over een opdeling van die cijfers volgens sector om bijvoorbeeld managementvennootschappen te onderscheiden’, vult het HRF-secretariaat aan.

In het artikel van De Tijd lezen we dat zowel zelfstandigen als hoge kaderleden zoals bedrijfsleiders bij die 80.000 worden gerekend. Het woord managementvennootschap dekt dan ook niet volledig de lading. ‘De vervennootschappelijking is niet alleen toe te schrijven aan bedrijfsleiders, want die vennootschapsvorm wordt ook gehanteerd door andere beroepen zoals consultants, advocaten, artsen en veel zelfstandigen’, verduidelijkt Wim Coumans van de Hoge Raad van Financiën.

Wat is de verhouding echt?

Ook andere experts die we contacteerden gaven aan niet over exacte cijfers te beschikken. ‘Het begint al bij het definiëren van wat een manager is. Is dat een kaderlid van een bedrijf, een bestuurder of ook iemand die een vrij beroep uitoefent? Maar wat is dan een kaderlid? Dat is, behalve in de wetgeving op sociale verkiezingen, geen wettelijk begrip. En zelfs daar is het een onduidelijk en erg subjectief begrip’, verduidelijkt professor fiscaal recht Luc De Broe (KU Leuven). ‘Driekwart lijkt me veel.’

Conclusie
– In De afspraak op vrijdag stelde ABVV-voorzitter Bert Engelaar dat driekwart van de managers gebruikmaakt van een managementvennootschap. Hij hekelt dat omdat managers zo minder sociale bijdragen betalen.
– Zowel het aantal bedrijfsleiders als het aantal managementvennootschappen is toegenomen, maar het is uit die cijfers onmogelijk af te leiden hoeveel procent van de ‘managers’ gebruikmaakt van zo’n managementvennootschap. Want ook zelfstandigen zoals artsen, consultants en advocaten maken er gebruik van.
– Daarom stellen we dat er geen bewijs is voor de bewering.

Bronnen
De links naar de gebruikte bronnen zijn terug te vinden in de tekst.
Voor dit artikel werd ook contact opgenomen met:
– Mailverkeer met ABVV-woordvoerder Daan Nelen tussen 6 en 8 mei 2025.
– Mailverkeer met professor fiscaal recht Luc De Broe (KU Leuven) tussen 20 en 26 mei 2025.
– Mailverkeer met Adriaan Luyten (Hoge Raad van Financiën) tussen 19 en 26 mei 2025.
Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 26 mei 2025.

Partner Content