Een sterke en gelukkige relatie is zoals andere vormen van psychosociale ondersteuning belangrijk voor hartpatiënten, maar het effect ervan is nog niet bewezen.
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.
‘Een sterke relatie beschermt het hart’, lezen we op de website Scientias. ‘Een sterke, ondersteunende partner blijkt niet alleen goed voor het gemoed, maar ook voor het hart zelf.’
De Nederlandse wetenschapsnieuwssite onderbouwt deze stelling met een metastudie naar de impact van koppeltherapie bij het herstel van hartpatiënten, gepubliceerd in het vakblad Canadian Journal of Cardiology.
‘Dat is een degelijk wetenschappelijk tijdschrift’, oordeelt cardioloog Peter Sinnaeve (UZ Leuven). ‘Maar de auteurs kwamen toch tot een andere conclusie dan wat in het artikel van Scientias beweerd wordt. De stelling is dus te kort door de bocht.’ Het wetenschappelijk artikel is een review van alle hoogwaardige studies die onderzochten of koppeltherapie een effect had op de revalidatie van hartpatiënten. ‘Maar,’ zo vindt Sinnaeve, ‘die onderzochte studies gaan een beetje alle kanten uit’.
‘De Canadese onderzoekers concluderen dat er geen duidelijk bewijs is dat koppeltherapie effect heeft op de revalidatie’, voegt Sinnaeves collega Kaatje Goetschalckx (UZ Leuven) toe. Volgens haar werd er bovendien helemaal niet getest of mensen met een goede liefdesrelatie het beter doen dan mensen zonder of met een slechte relatie. ‘Op basis van eerder onderzoek weten we dat dit het geval zou kúnnen zijn, maar deze wetenschappelijke studie onderbouwt die stelling niet.’
We leggen de stelling van Scientias ook voor aan expert hartrevalidatie Benedicte Heyndrickx (UZ Brussel). Zij bevestigt dat er nog geen bewijs is dat koppeltherapie werkt bij hartpatiënten en dat de Canadese metastudie niets zegt over de impact van een goede liefdesrelatie. ‘Maar het klopt zeker dat een goede psychosociale ondersteuning, binnen de familie of daarbuiten, de hartpatiënt ondersteunt’, vertelt ze. ‘Een ondersteunende partner kan helpen om de juiste preventiemaatregelen te nemen en adviezen van artsen te volgen. Onze psychologen houden hier al rekening mee.’
Heteroseksuele mannen
‘Getrouwd zijn is een beschermende factor voor hart- en vaatziekten, maar het is ook belangrijk of dat al dan niet een gelukkig huwelijk is’, vervolgt Sinnaeve. ‘Noem me gerust feministisch, maar de onderzochte studies in het Canadese blad bestudeerden alleen het effect op mannelijke hartpatiënten’, reageert Heyndrickx. Sinnaeve erkent dat het effect sterker is bij mannen. ‘We weten dat een heteroseksuele man onze adviezen makkelijker opvolgt omdat zijn vrouw hen daarin steunt.’
Heyndrickx wijst erop dat het makkelijker is om het effect van een slechte, dan van een goede relatie te bewijzen. ‘Zo is er geen discussie over de effecten van een depressie op het herstel van hartpatiënten, maar is dat voor geluk of tevredenheid een pak moeilijker te bewijzen. En hoe definieer je een ‘sterke relatie’? Dat is waarschijnlijk een continuüm, dus het is moeilijk om die groep af te bakenen.’
‘Om de stelling van Scientias te kunnen bewijzen, heb je een lang en gestructureerd onderzoek nodig’, besluit Heyndrickx. Dat ziet Sinnaeve niet meteen gebeuren. ‘Er zijn voor ons voldoende aanwijzingen om er aandacht aan te besteden, maar om het te bewijzen heb je heel veel patiënten nodig. In de geneeskunde gaan we vaak al aan de slag als we uit ervaring weten dat iets een positief effect heeft, maar voorzichtigheid bij dit type interventies is ook hier belangrijk.’