De Roover somber over onafhankelijk Vlaanderen: ‘Ik word er niet optimistischer op’

Peter De Roover © Belga
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Er was een tijd dat Peter De Roover als voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging (VVB) als eerste op de barricaden stond om de Vlaamse zaak te bepleiten en te roepen om onafhankelijkheid. Nu De Roover met N-VA de plak zwiert in de federale regering, moet hij zich meer gedeisd houden en heeft het vuur plaats geruimd voor sluimerende desillusie en Realpolitik. ‘Ik wordt er niet optimistischer op, nee,’ verzucht hij verschillende keren tijdens een debat met de VVB-achterban in Antwerpen.

In een kleine zaal net achter de Antwerpse Diamantwijk sprak N-VA-fractievoorzitter Peter De Roover gisteren een publiek van Vlaamse Bewegers toe over de stand van het Vlaamse land. Ooit was dit zijn club, ooit was hij de grote trekker van de VVB-kar. Maar toen ruilde Peter De Roover de vaandels en pamfletten in voor de partijpolitiek. Daar kwam hij eigenlijk vandaan, maar de implosie van de Volksunie had De Roover in 1988 de particratie uitgejaagd. In 2014 kwam er de retour, met regeringsdeelname als lid van N-VA, dat zich de grootste partij van België mocht noemen.

Maar voor regeringsdeelname moest N-VA wel een hoge prijs betalen. De communautaire eisen verdwenen voor vijf jaar achter slot en grendel. Niet verwonderlijk dat N-VA en de Vlaamse Beweging al jaren op gespannen voet leven, maar Peter De Roover verdedigt de keuze van zijn partij. ‘We hebben de communautaire ambities niet in de koelkast gestopt. Ze zaten in de koelkast, en we hebben niemand gevonden die de koelkast mee wou opendoen.’

De vraag is wanneer die koelkast dan wel opengaat. De Roover zelf ziet maar een uitweg: de parlementaire. ‘Stel, morgen haalt N-VA 40 procent, het Vlaams Belang haalt er 11. Zal N-VA het Vlaams Belang dan meenemen om de onafhankelijkheid te eisen?’ vraagt de moderator. Waarop De Roover: ‘Ja, we zouden dat zelfs met PS doen.’ En zo sneuvelde geruisloos, in een dim verlicht feestzaaltje bij de Antwerpse Diamantwijk, een 24 jaar oud cordon sanitaire.

‘De Valck heeft op mijn hart getrapt’

Dat de grootste Vlaamse – zelfs Belgische – partij de hand uitsteekt naar het Belang, is zonder meer historisch. Zelf blijft hij er nuchter en beredeneerd onder, want deze politicus is wel woeligere wateren gewend. En toch komt er een punt waarop De Roover zijn emoties de bovenhand laat nemen. Een maand terug schoof hij in De Zevende Dag aan tafel met huidig VVB-voorzitter Bart De Valck en ontspon zich een bitsig, gemeen debat waarbij De Roover als ultieme judas werd neergezet – een man uit het eigen gelid die de Vlaamse Bewegers een dolk in de rug had gestoken door de communautaire dromen te verloochenen. Een pijnlijke relatiebreuk voor het oog van de camera.

‘Het was beter geweest als we dat debat niet had moeten voeren,’ reageert een zichtbaar gepikeerde De Roover als iemand hem vraagt naar die confrontatie. Dat De Valck hem toebeet ‘de ergste van allemaal’ te zijn, ‘daarmee heeft hij op mijn hart getrapt’. Even later verwijt hij de VVB-voorzitter een brute karaktermoord en geeft hij te kennen dat de geslagen voren bijzonder diep zijn. ‘Na de linkerkaak geef ik de rechterkaak, maar veel meer lichaamsdelen moeten ze toch niet vragen.’

‘Onze voorzitter gaat geen Nobelprijs krijgen voor diplomatie,’ valt een oudgediende van de Beweging hem bij. Maar wat De Valck zei, is wel een gevoel dat bij heel wat door de wol geverfde flaminganten leeft. Nooit eerder had een Vlaamsgezinde partij zoveel macht – om dan vervolgens de grootste ambities aan de kant schuiven. ‘Voor de rest van de avond zit ik hier in het defensief,’ was De Roover zijn betoog begonnen. Net daarom was het best moedig om moederziel alleen een spervuur aan vragen van deze achterban te trotseren. Dat beaamde Erik D’Hamers, bezieler van Vlinks, vooraf. ‘Het is wel gedurfd ja. De top van de VVB wou eigenlijk zelfs liever niet dat we dit organiseren.’

Maar De Roover heeft te veel geschiedenis in dit gezelschap om hen zomaar de rug toe te keren, ook als velen onder hen niet geloven in de strategie van N-VA. Een hele avond lang reikt hij de hand uit naar de flaminganten en diept hij anekdotes op over bijvoorbeeld oude affiches van de VVB. ‘We zijn met hetzelfde bezig,’ verzekert hij hen. De verbondenheid blijft groot, en net daarom verloopt de gespreksavond serener en beschaafder dan zelfs de organisatoren hadden verwacht – die hadden op voorhand opgeroepen om niet al te fel uit te varen, maar dat bleek uiteindelijk nergens voor nodig. De verloren zoon Peter De Roover werd hier warm terug in de armen gesloten.

Dat wil niet zeggen dat de kritiek op N-VA gaan liggen is. ‘Eigenlijk zeggen jullie de hele tijd: wij zijn de beste garantie op onszelf,’ krijgt De Roover naar het hoofd geslingerd. ‘Als we vies gaan worden van macht, zoek dan een andere hobby. Dat begrijp ik echt niet,’ slingert hij terug. ‘Aandoenlijke machteloosheid vinden sommigen wel heldhaftig. Daar doe ik niet meer aan mee.’ De Roover wil niet langer langs de zijlijn staan roepen , want ‘dat is de reden dat de PS 25 jaar heeft meegeregeerd.’ De strategie van de N-VA is er dan ook op gebrand om van binnenuit de verandering te forceren. Zolang ze de onafhankelijkheid niet structureel kunnen verankeren, willen ze die inhoudelijk wel tot ontplooiing brengen.

Een slogan voor lozers

En dus was regeringsdeelname de beste keuze, zo redeneert De Roover. N-VA neemt op die manier een unieke plaats in de geschiedenisboeken in, met een opvallende spreidstand als separatistische partij in de federale regering. ‘Ik ga een historische zin uitspreken: ik vind dat België onafhankelijk moet zijn. Dat is niet historisch als Peter De Roover dat zegt, maar wel als de fractieleider van de grootste Belgische partij dat zegt. Dat is nog nooit gebeurd.’ Nog een opvallend unicum volgens de N-VA-fractieleider: ‘Als Vlamingen vormen we wereldwijd de enige meerderheid die haar land wil splitsen. Wij voelen ons verdrukt door de minderheid. Als slogan voor lozers kan dat tellen.’

De hamvraag van de avond is uiteraard hoe Vlaanderen uit die impasse geraakt. Daarover bleek De Roover met de minuut somberder. Zes staatshervormingen hebben de Belgische structuur herleid tot een kluwen waar haar kat haar jongeren niet meer in terugvindt, klink het. ‘De hervormbaarheid van het gedrocht, ik wist dat dat heel moeilijk was. Maar ik was nog optimistisch.’ Het woord deprimerend valt verschillende keren. Of het er ooit echt van komt, vraagt iemand hem op de man af na het debat. De Roover blaast, blik neergeslagen, de lippen op elkaar geklemd. ‘Ik word er niet optimistischer op, neen.’

Het is het beeld van de avond: een man die met vuur de partijstrategie komt verdedigen, maar zelf niet meer in het einddoel gelooft. ‘De kans op mislukken is behoorlijk groot. Maar van alle mogelijkheden was hier de kans op mislukken het kleinst,’ zo zegt hij het zelf, in het volle besef dat hij met zo’n sofisme ook geen stap verder raakt.

Het is niet genoeg voor de flaminganten in de zaal, die dan maar zelf oplossingen aandragen. Misschien moet Vlaanderen maar om de grondwet heen de onafhankelijkheid uitroepen – België is ook buiten de wet ontstaan, brengen de oudgedienden graag in herinnering. Daar gelooft De Roover niet in, al was het maar omdat de Vlaamse Beweging verscheurd wordt door meningsverschillen en een ingesleten salonfähigheid: ‘als ik zou oproepen tot revolutie, dan zouden we aan het eerste café al gehalveerd worden, en aan de eerste splitsing gaat de ene groep links en de andere rechts.’

Geef CD&V een meerwaardebelasting in ruil voor onafhankelijkheid, suggereert iemand half serieus. Dat voorstel wordt weggelachen. Een referendum dan? ‘Dat zouden we vandaag verliezen, en onze partij is trouwens tegen referenda, want je doet dat voor een habbekrats. Je zegt eigenlijk: verkies mij, en beslis dan maar zelf.’

Wachten op Godot

De parlementaire weg dan maar, zoals De Roover het zelf noemt. En als daarvoor een meerderheid met het Vlaams Belang nodig is, dan moet dat maar. Wie op de recentste peilingen afgaat, ziet echter dat die meerderheid nog veraf is – in de eerste plaats omdat het electoraat van N-VA en Vlaams Belang voorlopig communicerende vaten blijven. De onafhankelijkheid is niet voor morgen, zelfs met de N-VA-separatisten als grootste fractie in het federale halfrond. De zaal trekt de parallel met Catalonië, en daar maakt De Roover handig gebruik van. ‘Hoe lang is een volksnationalistische partij daar al aan de macht? Als men daar evenveel geduld zou hebben met die partij als hier met de N-VA, dan was die partij al lang in de Middellandse Zee gekeild.’

Zo zonk de desillusie steeds dieper in de schoen van de aanwezige flaminganten. De Roover zelf diepte een metafoor uit zijn tijd als aardrijkskundeleerkracht op om zijn realpolitik te verklaren. ‘Het krachtigste in de natuur is de druppel. Niet op zichzelf, maar als die blijft vallen en druppelen, dan kan dat het hardste gesteente doorboren.’ De vertwijfeling stond in de ogen van het publiek te lezen, want zij herinneren zich nog levendig hoe de druppel van de Volksunie plots uitdroogde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content