Ze behaalde op de Olympische Winterspelen van Peking 2022 al brons, veroverde dit jaar haar eerste wereldtitel, en in februari 2026 mikt shorttrackster Hanne Desmet (29) in Milaan op olympisch goud. Die hogere verwachtingen schuwt ze niet.
Op Tenerife, waar de thermometer richting 25 graden klimt en geen ijsbaan in de buurt is, werkt Hanne Desmet aan haar olympische vorm. De shorttrackster kiest het warme klimaat bewust voor een korte reset, nu alle Wereldbekermanches zijn afgewerkt. Fietsen, krachttraining en ‘dryland’-oefeningen vervangen het schaatsen, vooral om andere spieren te prikkelen en het hoofd leeg te maken.
Thuis in België komt Desmet niet meer – zoals al het hele jaar. Ze blijft tot de start van de Winterspelen in Hongarije, de vaste trainingsbasis van de Belgische shorttrackploeg. Kerstmis en Nieuwjaar viert ze dus ginds, maar dat vindt ze niet erg. Ook tijdens het jaar heeft de Mechelse geen last van heimwee. De belangrijkste mensen in haar leven zijn bij haar: broer Stijn, een wereldtopper in het shorttrack bij de mannen, haar vriend/coach Joey Mantia, en haar moeder Gaby, die – op zoek naar een zonnige plek – ook naar Hongarije is verhuisd.
De lange trainingsopbouw naar de Winterspelen – verschillend van een ‘normaal’ seizoen, waarin de Wereldbekerwedstrijden meer verspreid zijn – bevalt Desmet wel. ‘Tijdens het seizoen verbeter ik doorgaans veel, de eerste wedstrijden ben ik nooit op mijn best.’ Toch is haar mentale focus in een olympisch seizoen niet zoveel anders. ‘De Spelen zijn een ‘vierjaardoel’ – belangrijker dan een jaarlijks WK – maar die wedstrijden nu bijvoorbeeld al visualiseren, doe ik niet. Wel bereid ik me voor op het specifieke ritme van de Spelen, waar wedstrijddagen langer en intensiever zijn en je twee keer per dag moet pieken, afgewisseld met rustdagen.’
‘Shorttrack blijft een sport met ups en downs. Soms lukt het niet en weet je niet waarom, en dan moet je dat kunnen loslaten.’
Uw beroepsernst verandert ook niet. Volgens uw kinesist Tom Mertens bent u van ’s morgens tot ’s avonds met uw sport bezig.
Hanne Desmet: Ja, maar niet omdat ik continu aan het grote doel denk. Ik hou vooral van het proces ernaartoe. Het is bijna een obsessie: proberen zo snel mogelijk te schaatsen. Niet kijken naar concurrentes, maar mezélf verbeteren. Ik haal daar veel motivatie uit.
Geeft u eens een voorbeeld van die gedrevenheid.
Desmet: Ik doe, naast het schaatsen, bijvoorbeeld veel spierversterkende oefeningen. Ik ben ook niet meer zo jong (29 jaar, nvdr), dus wil ik rug- en heupproblemen vermijden. Daarnaast bekijk ik veel video’s, van trainingen, wedstrijden, om de kleinste details van mijn techniek aan te scherpen.
Uw vriend/coach Joey Mantia moet u blijkbaar soms van het computerscherm weghalen.
Desmet: Soms wel, ja. (lacht) Dan zegt hij: ‘Hanne, dit heeft geen zin. Als je iets tienduizend keer bekijkt, zie je op den duur niets nieuws meer.’
Bestaat het risico om té gedreven te worden?
Desmet: Zolang ik het leuk vind om met die details bezig te zijn, doe ik dat. Ik schaad daar niemand mee, mezelf ook niet. Maar als het genoeg is, is het genoeg en dan doe ik iets anders. Uitgaan en feesten zijn nooit mijn ding geweest, maar ik heb in de loop der jaren geleerd dat het oké is om te ontspannen. Zeker in moeilijke periodes. Dan raak je al snel geobsedeerd door de vraag waarom het fout loopt. Maar shorttrack blijft een sport met ups en downs. Soms lukt het niet en weet je niet waarom, en dan moet je dat kunnen loslaten.

Uw moeder zegt dat niets u méér motiveert dan mensen die denken dat u iets niet kunt. Klopt dat?
Desmet: Ja, vroeger, in mijn tienerjaren, gebeurde dat heel vaak: dat ik nooit iets zou worden, dat ik te weinig talent had voor shorttrack, dat het zelfs verloren moeite was om het überhaupt te proberen. Het tegendeel bewijzen motiveerde me enorm.
U was als tiener ook geen toptalent, verre van zelfs.
Desmet: Klopt, maar dat is geen cruciale voorwaarde voor later succes. Het is leuk om als kind talentvol te zijn, maar als je het écht graag wilt en gewoon hard werkt – harder dan de rest – dan moet je het gewoon proberen. Zeker als je een laatbloeier bent zoals ik. Er is na je twintigste nog zó veel te leren.
U combineerde ook een universitaire studie met topsport, terwijl men zei dat u dat niet zou kunnen.
Desmet: Ik ben nooit een fan geweest van school. Iemand die mij vertelt hoe ik kennis moet opdoen, dat ligt me niet. De leraars zeiden zelfs in het middelbaar dat ik beter naar het tso kon gaan, maar ik vond mezelf te slim. Ik heb dan maar – tegen hun advies in – economie-wiskunde gestudeerd. Toen ik handelsingenieur wilde volgen, terwijl ik zelden naar de les kon, kreeg ik opnieuw te horen dat het niet zou lukken. Maar dankzij de ondersteuning van Sport Vlaanderen en een goede spreiding is het wél gelukt: ik ben een bachelor handelsingenieur en master toegepaste economische wetenschappen. Het ging niet altijd van harte, maar ik was eraan begonnen, dus moest ik het ook afmaken.
Hebt u er al over nagedacht wat u met dat diploma zou doen?
Desmet: Fraudedetective lijkt me wel een coole job: witwasoperaties blootleggen bij de politie. Op tv lijkt dat erg leuk. Maar ik denk er eigenlijk weinig over na wat ik na het schaatsen ga doen. Mijn leven staat momenteel zo ver van een ‘normaal’ leven. En ik heb nog zo veel plezier in mijn sport. Nog vier jaar verder – tot en met 2030, de Winterspelen in de Franse Alpen – moet dus zeker nog kunnen. Salt Lake City 2034, op mijn 37e, is allicht te ver.
‘En wat hierna? Fraudedetective lijkt me wel een coole job: witwasoperaties blootleggen bij de politie.’
Ondanks uw enorme drive bent u altijd rustig, zelden heel uitbundig, zonder grote emoties. Hoe verklaart u dat?
Desmet: Dat zit gewoon in mij. Ik ben altijd kalm geweest, zelfverzekerd en stressbestendig. Externe druk beïnvloedt mij niet negatief. Maar omgekeerd – na een zege – ook niet in die mate dat ik uit de bol ga omdat ik mijn doel heb bereikt, of critici hun ongelijk heb bewezen. Als ik mijn Belgische ploeggenoten aanmoedig tijdens een aflossingswedstrijd, ben ik zelfs uitbundiger dan voor mezelf. Dat wil niet zeggen dat ik na een overwinning niet gelukkig ben – integendeel. Van de omhelzing met Joey na mijn wereldtitel heb ik erg genoten.
U geef niet vaak een inkijk in uw leven op sociale media. Past dat ook bij uw karakter?
Desmet: Vroeger had ik zelfs geen Instagramaccount, ik ben er pas laat mee begonnen. Het voelt niet authentiek, veel mensen gedragen zich op sociale media anders. Het is te veel windowdressing: ofwel alles erg positief, ofwel erg negatief. Mensen posten dingen die ze anders nooit zouden zeggen. Geef mij maar het ‘echte leven’. Ik weet dat ik mezelf met meer berichten beter zou kunnen ‘vermarkten’ voor sponsors, en daar misschien geld mee laat liggen. Maar ik vind het niet leuk, dus ga ik dat niet forceren, want het zou me te veel mentale energie kosten.
‘Sociale media voelen niet authentiek. Geef mij maar het echte leven – ook al laat ik daarmee misschien sponsorgeld liggen.’
U bent naar eigen zeggen zelfverzekerd. Heeft dat zelfvertrouwen nog een boost gekregen na uw eerste wereldtitel, dit jaar?
Desmet: In de Wereldbeker had ik al verschillende keren mijn concurrentes geklopt. Ik weet dus dat ik die top aankan. Maar dat ook kunnen in de belangrijkste wedstrijd van het jaar, een dag nadat ik was gevallen en een kleine elleboogbreuk had opgelopen, bewees voor mij dat ik op het juiste moment kan pieken, zelfs onder stress. Op de Winterspelen in Milaan zal die ervaring me zeker helpen.
Zelfs de hogere verwachtingen, in vergelijking met Peking 2022, deren u niet. Die vindt u ‘leuk’, zei u onlangs. Veel topsporters lopen weg van die druk.
Desmet: Ik beschouw het als een nieuwe uitdaging. De opbouw is ook helemaal anders. Vier jaar geleden gingen de Wereldbekers super slecht: ik had weinig verwachtingen – en dan haalde ik toch nog brons. In België wordt er nu veel meer naar de Winterspelen uitgekeken, omdat we ook echte medaillekansen hebben met meerdere atleten. De media, de campagnes… dat was er de vorige keer helemaal niet. Door de coronamaatregelen voelde het in Peking ook niet echt als Olympische Spelen. Het was heel ‘robotachtig’, ritten rijden in een leeg stadion. Nu leeft het veel meer, ook binnen ons team. Die hele beleving eromheen vind ik leuk.
Door de hogere verwachtingen kan de ontgoocheling ook groter zijn als u geen medaille verovert. Zeker als u uitgeschakeld wordt door een valpartij van een concurrente, of door een onterechte diskwalificatie.
Desmet: Dat is nu eenmaal shorttrack, heel onvoorspelbaar. Je hebt niet alles zelf in de hand. Dat kan frustrerend zijn, maar daar heb ik van jongs af mee leren omgaan. Het enige wat ik kan doen, is me 100 procent voorbereiden. Als het door omstandigheden niet lukt, dan is dat zo. Ik kan zulke zaken altijd goed relativeren, daar heb ik geen mental coach voor nodig.
Uw broer Stijn is vaak uw mentale coach voor een wedstrijd.
Desmet: Als we zitten te wachten voor een wedstrijd komt hij altijd naar mij toe. Dan zegt hij iets grappigs, leuks, motiverends. Af en toe doen we ook een paar handklappen zoals kinderen dat doen, zodat ik een beetje opgefokt raak. We hebben altijd een supergoede band gehad. We zitten in hetzelfde leven, dus we weten heel goed wat de ander doormaakt. Er is niets waar ik niet met Stijn over kan praten, en omgekeerd. Dat ik op elk moment bij hem terechtkan, geeft heel veel rust.
‘Er is niets waar ik niet met Stijn over kan praten, en omgekeerd. Dat ik op elk moment bij hem terechtkan, geeft heel veel rust.’
Nu wordt u gecoacht door Joey Mantia, die ook uw vriend is. Wat is daarvan het grootste nadeel?
Desmet: Dat ik niet kan klagen over de coach bij mijn vriend. (lacht) Een coach moet kritisch zijn als er iets slecht is gegaan. Een partner is dan geneigd om te troosten, ‘het is niet erg, volgende keer beter’, maar dat kan Joey niet. Dat is niet per se een gezonde dynamiek voor een relatie. Die twee delen splitsen is dus heel belangrijk. Al is het niet altijd gemakkelijk. Joey is rechtuit, spaart me zeker niet – voor niemand van de groep is hij zelfs strenger (Mantia is ook de Belgische bondscoach, nvdr). We hebben nu wel een goed evenwicht gevonden. Na de wedstrijd of training laten we het schaatsgedeelte achterwege en focussen we op het relatiedeel. Toch zal de komende weken richting Spelen het professionele vaker primeren. Nadien kunnen we weer op een ‘normale manier’ met elkaar omgaan, als koppel.
Wat is het grootste voordeel van jullie aparte relatie?
Desmet: Zoals met Stijn: dat je die passie voor het schaatsen kunt delen. Dat is moeilijk uit te leggen aan een partner die niets met topsport te maken heeft. Joey was zelf ook superfanatiek als topschaatser. Hij begrijpt dat heel goed. En als we iets bereiken, is dat sámen – en dat is leuk.
U woont en traint met Joey en Stijn in Hongarije, waar u vooral tegen mannen schaatst. Wat levert dat op?
Desmet: Het voordeel is dat mannen sneller optrekken en fysiek sterker zijn, waardoor ik meer moeite moet doen om in te halen. Ik kan met hen ook zo hard trainen als ik wil. De meeste jongens heb ik ook al eens geklopt. Ze zijn zelfs een beetje bang omdat ze weten dat ik hen kan inhalen, zeker op de langere afstanden, waar de uithouding belangrijker is dan explosiviteit. Stijn kan ik wel niet verslaan. Dat is dus nog een doel. Maar niet omdat hij valt of zo – alleen als ik hem op zijn waarde kan kloppen. (lacht)
Een andere sleutelfiguur in uw leven is uw moeder. Zij voedde u en uw broer alleen op nadat uw vader op zijn 36e plots was overleden aan een hartslagaderbreuk. U was toen één jaar, Stijn amper drie weken. Welke rol speelt zij vandaag?
Desmet: Ze is er voor ons op een manier die alleen een moeder kan: met volle overtuiging en liefde. Ze is nog altijd een voorbeeld. Ze heeft zo hard voor Stijn en mij gewerkt (als biologe-onderzoekster, lerares, nvdr), maar staat toch positief in het leven. En dan de manier waarop ze is omgegaan met tegenslagen: haar man dood gevonden in de kelder, haar rug gebroken, even in een rolstoel gezeten, trombose in haar benen… In vergelijking met haar heb ik nog niets meegemaakt. Dat is een van de redenen waarom ik zo goed kan relativeren. Dan besef ik hoe bijzonder het is dat mijn passie mijn job is. En dat ik niets te klagen heb.
Tijdens de Winterspelen in 2022 in Peking en ook tijdens het WK dit jaar in Peking was ze er niet bij toen u brons en goud veroverde. In februari in Milaan wel?
Desmet: Ja, dan zal ze wel in de tribune zitten, en zoals altijd superenthousiast. Dan een medaille behalen zou het nóg specialer maken.
Hanne Desmet
1996: Geboren in Wilrijk.
Woont in Mechelen, maar woont en traint tijdens het seizoen in Hongarije met de Belgische shorttrackploeg.
Is de partner van de Amerikaanse ex-langebaanschaatser Joey Mantia.
Haar twee jaar jongere broer Stijn is de beste Belgische shorttracker en behaalde al vier WK-medailles.
Palmares: Palmares: Zilver op WK 2021 (1000 meter), brons op Olympische Winterspelen 2022 (1000 meter), goud op EK 2023 en 2024 (1000 meter), goud op WK 2025 (1000 meter).