Één zwartharige reporter tussen duizenden roodharigen: ‘Speciale eigenschappen moeten gevierd worden’

Overal waar ik tuur, zie ik mensen met rood haar. In alle tinten: vuurrood, koperrood, kastanjerood, oranjerood, mahonierood, kersenrood. © Saskia Vanderstichele
Stijn Tormans

Nooit in achtenveertig jaar op aarde was ik lid van een minderheid. Maar voor alles bestaat een eerste keer. In het Spoorpark in Tilburg hangt een groot spandoek: Welcome to the Redhead Days Festival – find your perfect hair colour match. Ik sjok door de ingangspoort, waar honderden vlaggenstickers liggen.

Een paar tellen later struin ik met de Belgische tricolore op mijn borst het festivalterrein op. Overal waar ik tuur, zie ik mensen met rood haar. In alle tinten: vuurrood, koperrood, kastanjerood, oranjerood, mahonierood, kersenrood.

Ze hebben ook allemaal andere vlaggen op hun borst kleven, soms van exotische oorden als Nieuw-Zeeland. Het lijkt hier wel een internationale conferentie van de roodharigen, maar dan wel een leuke. Ze dansen de salsa, vlechten bloemenkronen, lopen over catwalks en kruipen in baden.

Buiten zijn roodharigen een zeldzaamheid – twee procent van de wereldbevolking, beweren wetenschappers stellig – maar nu domineren zij voor drie dagen de wereld. Of toch dit park.

‘Het is de heerlijkste harigheid’, schreef Midas Dekkers ooit. ‘Een blik op zo’n hoofd vol vuur, een blik van die koperen lokken, en je houdt de pas erin.’

Vanmorgen, voor de spiegel, twijfelde ik nog even om ook mijn zwarte haren rood te verven. Niemand is graag een spelbederver. Maar dat plan heb ik wijselijk opgeborgen – een man die zijn haar kleurt, is nooit helemaal te vertrouwen.

Een smoes leek een betere optie. ‘Ik vergezel mijn roodharige lief, dat even naar het toilet is’, oefende ik verschillende keren voor de spiegel. Geloofwaardig liegen is nooit mijn grootste kwaliteit geweest, al is mijn alibi niet helemaal uit de lucht gegrepen. Roodharige meisjes bevolkten vaak mijn dromen. ‘Het is de heerlijkste harigheid’, schreef Midas Dekkers ooit. ‘Een blik op zo’n hoofd vol vuur, een blik van die koperen lokken, en je houdt de pas erin.’

***

Mijn angst blijkt onterecht. Ik hoef mijn voorbereide smoes geen enkele keer boven te halen. Roodharigen, of toch de mensen die hier rondlopen, zijn tolerante mensen: niemand spreekt me aan op mijn haarkleur. Bovendien ben ik lang niet de enige zonder rode haren. Zelfs de organisator van het festival, Bart Rouwenhorst, hoort niet tot de club der rossen.

Ik vraag hem hoe een ingenieur met blond haar op het idee kwam om een festival voor roodharigen te organiseren.

Toeval, antwoordt hij. Op zondag schildert hij graag. Hij kijkt ook graag naar het werk van anderen. Het viel hem op dat de beste werken van Rembrandt, Van Gogh en Klimt allemaal portretten zijn van roodharigen.

Barts wilde theorie: het komt niet alleen door hen, maar ook door hun roodharige muzen. Zij wakkerden de genialiteit van de schilders aan.

Bart wilde ook roodharigen schilderen. Een vriend plaatste een advertentie voor hem in het Brabants Dagblad: ‘Bart zoekt vijftien roodharige modellen’.

Uiteindelijk reageerden er 150 mensen. ‘Dat was even schrikken. We nodigden dan maar iedereen uit in Asten, een dorp bij Eindhoven, en deden daar een fotoshoot. Het lokale café schonk wijn uit, het andere tomatensoep.’

Het werd zo gezellig dat mensen op het einde van de avond opperden: ‘Dit doen we volgend jaar toch opnieuw, Bart?’

‘Het is wetenschappelijk aangetoond dat roodharigen bovengemiddeld assertief zijn. En ook dat ze door anderen heel aantrekkelijk gevonden worden.’

Roodharigen kunnen bijzonder overtuigend zijn, grijnst Bart. Sindsdien zijn de Redhead Days een begrip in Nederland, en ver daarbuiten. ‘De Pride der Roodharigen’ wordt het weleens genoemd. ‘Natuurlijk zijn roodharigen geen aparte mensensoort’, zegt Bart. ‘Er bestaan heel veel verschillende types roodharigen, maar die zeldzame haarkleur delen ze. Je kunt als roodharige onmogelijk opgaan in de massa. De wereld bekijkt en reageert anders op je. Het is wetenschappelijk aangetoond dat roodharigen bovengemiddeld assertief zijn. En ook dat ze door anderen heel aantrekkelijk gevonden worden.’

Het lot van de roodharige vrouw is een stuk glorieuzer dan dat van de roodharige man. © Saskia Vanderstichele

Daarom organiseert hij en zijn medewerkers, ook geen roodharigen, dit festival. Omdat speciale eigenschappen gevierd moeten worden, in plaats van weggemoffeld. Dat doen we al genoeg.

‘Je hebt wel geen verdienste aan je haarkleur,’ stel ik, ‘je wordt ermee geboren.’

‘Dat geldt voor heel veel eigenschappen’, zegt Bart. ‘Iemand die uitblinkt in wiskunde, wordt daar ook mee geboren. Het is soms leuk om te praten met mensen die op je lijken. En soms gebeurt er zelfs meer dan dat: er zijn al veel Redhead Days-koppels ontstaan en zelfs een paar Redhead Days-baby’s geboren.’

Het mooiste verhaal, vertelt Bart, is dat van een jongen uit Australië. ‘In een straal van honderd kilometer woonde niemand met rood haar. Zijn ouders reisden met hem naar hier om te tonen: je bent niet alleen op de planeet, er zijn nog ontelbare mensen die eruitzien zoals jij.’

***

Tijd voor een groepsfoto. ‘We zijn het meest inclusieve festival ter wereld’, schreeuwt iemand van de organisatie door de microfoon. ‘Maar nu tien minuten niet: alleen mensen met rood haar mogen op het plein staan. De rest moet even aan de zijkant gaan staan.’

Op de tonen van de Snollebollekes – ‘hakken, beuken, springen…  allemaal van links naar rechts’. Daarna poseren ze land per land. ‘Zijn er roodharigen uit Zweden?’ – ‘Ja!’ klinkt het luid. ‘Rossen uit Oekraïne? ‘Присутній!’ kreunen enkelingen. ‘Team USA’? ‘Yeah!’ ‘Rusland?’ Een halve seconde een oorverdovende stilte. Daarna gaat het feest verder, met de zon in een hoofdrol.

Ik heb nog nooit een festival bezocht waar in het midden een stand staat met gratis zonnecrème. En waar iedereen zoveel foto’s maakt van elkaar: alsof ze zelf niet kunnen geloven dat er zóveel roodharigen zijn.

Tussen de selfies door leer ik dat er meer dan vijftig verschillende tinten rood haar bestaan. Ze ontstaan door variaties in het MC1R-gen – een gen dat we allemaal hebben. En in tegenstelling tot de mare die de ronde doet, sterven roodharigen helemaal niet uit.

***

Wat verderop in het park ontmoet ik Rosie Coetsier, die een podcast maakte over roodharigen. ‘Hé, ik ben Rosie. En ik ben rost.’ Met dat Gentse woord begint De Rossistische Podcast. Het klinkt een beetje als de vrouwelijke versie van James Brown: ‘Say it loud – I’m black and I’m proud!’

Rosie is ook trots op haar haarkleur. ‘Mijn moeder zei altijd: “Je hebt gouden haren, Rosie. Vergeet nooit hoe bijzonder dat is. En als iemand je ooit aanvalt, schiet hem dan naar de maan.” Op school maakte ik front met mijn zus, ook een rosse. We herkenden ons in elkaars verhalen.’

Ze werden allebei weleens ‘een beschimmelde melkfles’ genoemd, omdat ze sproeten hadden. Later, toen Rosie een studentenjob deed, werd er gegrapt over de kleur van haar schaamhaar en dat ze wel een hoog libido moest hebben. ‘Ros bloed poept goed’, weet u wel.  ‘Ik heb daar geen trauma’s aan overgehouden’, vertelt Rosie. ‘Meestal was ik het de volgende dag al vergeten. Behalve die ene keer.’

Het is niet eens zo lang geleden. Na een feestnacht op de Oude Beestenmarkt in Gent wandelde ze naar huis. Aan de overkant van de straat liep een man, arm in arm met zijn vriendin. ‘Hé, roste!’ riep hij.

‘Ik stond aan de grond genageld. Waarop ik, ook al wat tipsy, terugriep: “Ik hoop dat jullie nooit kinderen zullen krijgen.”’

De volgende dag maakte ze er een TikTok-post over. In haar hoofd rijpte toen al een podcast, en binnenkort een boek. ‘In de media werd er nooit gepraat over en met roodharigen over hun haarkleur.’

Dat deed ze wel. Met God en klein pierke ging ze praten over het wel en wee van de roodharige medemens. ‘Het rossisme’ noemt ze het zelf.

‘Omdat het fabeltje over hun hoge libido zo vaak verteld wordt, zijn roodharigen er ook zelf in gaan geloven. Ze zijn zelfverzekerder geworden en hun partners schatten hun seksleven hoger in.’

‘Hoe zit het met dat libido van roodharigen?’ vraag ik.

‘Dat is een fabel, al komt het wel ergens vandaan. Roodharigen maken inwendig meer vitamine D aan. Zeker in Noord-Europa, waar het licht in de winter schaars is, bood dat vrouwen vroeger een evolutionair voordeel: sterkere botten en een steviger lichaam. Zo groeide de overtuiging dat roodharige vrouwen een betere partij waren om kinderen te baren en uitblonken in bed. Wetenschappelijk gezien is dat nonsens. Alleen: omdat het zo vaak verteld wordt, zijn roodharigen er ook zelf in gaan geloven. Ze zijn zelfverzekerder geworden. Ze stralen dat uit – en hun partners schatten hun seksleven hoger in. Waardoor het misschien toch klopt.’ (lacht)

Roodharigheid fascineert mensen al eeuwenlang, gaat Rosie verder. Zelf leest ze graag over de Thraciërs, een nomadenvolk met veel roodharigen die leefden in de tijd van de Oude Grieken. ‘Vrouwen mochten meerdere partners hebben. Er waren ook veel ongewenste kinderen, die ze aan de Grieken verkochten als slaven. Die werden in het theater ingezet om clowns te spelen. Vandaar dat clowns bij ons nog altijd rode pruiken dragen.’

***

Clowns lopen er niet rond op de Redhead Days, wel een dansleraar. Op het midden van het plein leert hij een twintigtal roodharigen de tarantella, een Italiaanse dans die ik ken uit The Godfather. ‘En nu spinnen!’ roept hij. De jongens en meisjes haken in elkaar en draaien rond. Terwijl ik de dans der roodharigen gadesla, denk ik aan de rossen die mijn leven hebben gekleurd. Ik werd groot met de avonturen van Pippi Langkous. Later leerde ik Ondineke uit Boons Kapellekensbaan kennen, die haar grauwe bestaan wilde ontvluchten. Ik kocht Sweet Forgiveness van Bonnie Raitt, met die heerlijke hoes: een rode ontembare vrouw aan de zee. Ik bezong samen met Dolly Parton Jolene, de stoot met haar vlammend koperhaar, en werd intussen ook nog eens verliefd op de stem van die andere rode furie Janis Joplin. Bruce Springsteen schreef het al: ‘Well, brunettes are fine, man. Blondes are fun. But, when it comes to getting the dirty job done, I’ll take a red-headed woman.’ Ze heet Patti Scialfa.

Het leven van de roodharige man lijkt een stuk minder glorieus dan dat van vrouwen met vuur in hun haar.

Roodharige mannen worden veel minder aanbeden. Alleen in het tennis lopen er opvallend veel succesvolle exemplaren rond: die onverbeterlijke John McEnroe natuurlijk, Boris Becker en nu weer Jannik Sinner. Toch lijkt het leven van de roodharige man een stuk minder glorieus dan dat van vrouwen met vuur in hun haar.

Neem Scott P. Harris, een Schots-Amerikaanse filmmaker die een paar jaar geleden de ontroerende docu Being Ginger maakte. Hij zocht al heel zijn leven een lief, iets wat niet lukte zonder camera. Dus probeerde hij het dan maar mét. Geplet in een sandwichbord met de tekst ‘Look 4 a woman who likes gingers. Seriously’ liep hij door de straten van Edinburgh.

Rosie Coetsier (midden): ‘Mijn moeder zei: “Je hebt gouden haren. Vergeet nooit hoe bijzonder dat is.”  © Saskia Vanderstichele

Een blonde vrouw van een jaar of dertig stopte en zei: ‘Ik zou nooit daten met een roodharige man. Zelfs niet als je de rijkste man op aarde was. Het idee dat ik een roodharige moet kussen… afstotelijk. (…) Je ziet de mislukking op hun gezicht.’ Achteloos voegde ze eraan toe dat ze vroeger op school een roodharige pestte – samen met de rest van de klas en zelfs de leraar. ‘Ginger! Ginger!’ Wat er van de gepeste jongen geworden is, wist ze niet. ‘Hij is wellicht nu een nerd met een saaie job.’

Wanneer ze weg beende, keek Scott half lachend, half huilend de camera in: ‘Heeft ze dat nu echt allemaal gezegd?’ Alsof ze het de hele tijd over hem had. En dat was ook een beetje zo. Uiteindelijk kwam het in de documentaire nog goed met Scott. Hij vond een roodharig lief, hier in Holland op de Redhead Days.

***

Rossisme is maar een paar letters verschil van racisme. Dat is geen toeval. ‘Ik vind discriminatie op basis van een huidskleur toch iets helemaal anders’, zegt Rosie Coetsier van De Rossistische Podcast.

‘Maar opmerkingen over roodharigen zijn niet altijd zo onschuldig. Er was onlangs de ‘Gingers are Black’-trend op TikTok (@scorpiostellyla1meramera ging een paar maanden geleden viraal met een video waarin ze beweerde dat alle roodharigen, ondanks hun huidskleur, zwart zouden zijn, nvdr).

Daarna volgden talloze getuigenissen. Als je altijd maar te horen krijgt dat je anders bent, doet dat iets met je. Er zijn ook gevallen bekend van mensen die door hun haarkleur zelfmoord pleegden. Wellicht waren er nog andere factoren, maar die pesterijen zullen wel een rol gespeeld hebben.’

‘Roodharige mannen worden in de media vaak neergezet als pestkoppen of sullige jongens. In de literatuur vond ik zelfs passages waarin rood haar mannen zou “ontmannelijken”.’

Dat roodharige vrouwen en mannen anders bekeken worden, daar weet Zinke Verstichelen alles van. Voor haar thesis onderzocht ze de stigmatisering van rosse mensen. De roodharige Zinke sprak zowel met twintigers als met zeventigplussers. ‘Iedereen vond het fijn om daar eens over te praten.’ Zinke hoorde ruige pestverhalen, bijna allemaal van mannen. Roodharige jongens die koperen centjes naar hun hoofd geslingerd kregen. Leraren die hen vernederden met kreten als: ‘Hier rossekop, ’t is nen felle, het fel zal er snel af zijn’. Of volwassenen die zeiden: ‘Scheer je haar af’ of ‘Hoe durfde gij zo rond te lopen?’ ‘Een jongen vertelde me dat hij op Grindr vaak zulke berichten krijgt. Tegelijk waren er ook mensen die juist kickten op zijn rode haar en het extreem aantrekkelijk vonden.’

Bij vrouwen hoorde Zinke dat soort verhalen veel minder. ‘Wellicht heeft het te maken met de beeldvorming’, zegt ze. ‘Roodharige vrouwen worden in de media meestal neergezet als temperamentvol en vurig, terwijl roodharige mannen vaak pestkoppen of sullige jongens zijn. In de literatuur vond ik zelfs passages waarin rood haar mannen zou “ontmannelijken”.’

Zijn ouders reisden met hem uit hun verlaten dorp in Australië naar hier. Alleen maar om aan hun zoon te tonen: ‘Je bent niet de enige op de wereld met rood haar.’

Ook tussen generaties bestaan verschillen. ‘Jongeren zeggen vandaag trots dat ze later een ros kindje willen. Oudere generaties minder. Ze gebruikten ook eerder termen als acajou, auburn of kastanjebruin, in plaats van ros, alsof er toch schaamte mee bewoog met die haarkleur.’ Zinke pleit daarom voor meer alledaagse, gewone rollen voor roodharigen in soaps en films.

Bart Rouwenhorst van Redhead Days vindt wel dat er al iets veranderd is. ‘In reclame bijvoorbeeld: vroeger was een roodharig kind altijd het stoute kind.’ ‘Dat herinner ik me nog’, zeg ik. ‘Bij de tandarts hing een groot bord: een ros jongetje met rotte en zwarte tanden. Bedankt lieve mensen voor al die zoetigheid, stond erbij.’ ‘Dat zou je vandaag niet meer zien’, zegt Bart. ‘Integendeel: roodharigen hebben positieve rollen en spelen heel vaak mee. Als je een juiste vertegenwoordiging wil, zouden ze in één op vijftig reclamespots moeten voorkomen. Maar het zijn er veel meer.’

***

Een ding kunnen die roodharigen alvast niet: de regen tegenhouden. Het weekend en de zomer zijn voorbij. Na drie dagen feest loopt het festivalterrein weer leeg. Iedereen vliegt terug naar zijn windstreek.

In de trein van Tilburg naar huis nestelt zich een vrouw met ravenzwart haar tegenover mij. Ik doe iets wat roodharigen vaak doen – dat zeiden ze me toch. Elke keer als ze een andere roodharige passeren, knikken ze even. Een blik van herkenning. Maar bij mij pakt dat niet. De vrouw met het ravenzwarte haar negeert mijn knik, kijkt me aan met een air van ‘ken ik u?’ en draait dan haar hoofd.

Bij dezen is het bewezen: de solidariteit onder zwartharigen is onbestaande. Some people have all the luck. Of tenminste toch de juiste haarkleur.  

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise