Hij haalde in de Tour de France, tot de slotrit over de Montmartre in Parijs, nooit zijn topniveau. Toch weigerde Wout van Aert (30) de strijd op te geven. En zo boekte hij de overwinning met de hoogste iconische waarde van zijn carrière.
‘Comeback number lost count’, schreef Wout van Aert op 1 juli op Strava. Het was twee dagen nadat hij forfait moest geven voor het BK in Binche wegens een buikgriep.
Een kleine tegenslag, maar wel de zoveelste op rij. Er waren de valpartijen in Dwars door Vlaanderen en de Vuelta van 2024. Er was een pijnlijke sprintnederlaag in Dwars door Vlaanderen dit jaar. En er was een infectie voor de Giro.
Gelukkig kende die Giro twee memorabele hoogtepunten. Eerst was er zijn ritzege in Siena. Daarna speelde Van Aert een cruciale rol in de putsch van zijn ploeg op de Colle delle Finestre. Met die actie hielp hij Simon Yates in de voorlaatste rit aan de eindzege.
Engelse, Franse, Spaanse en Italiaanse wieleranalisten bewierookten de Belg alsof hij een nieuwe paus was. Wereldwijd raakten wielerfans geboeid door het verhaal van een underdog die na talloze tegenslagen zijn renaissance vierde.
Volgens zijn vrouw Sarah was de overwinning op het Piazza del Campo van Siena zelfs zijn mooiste zege. Niet vanwege het sportieve belang, maar vanwege de emotionele lading. ‘De mooiste? Misschien wel, ja. Weinig mensen weten hoeveel kracht dit kostte’, zei Van Aert.
Een moeizame Tour
Na die Giro hoopten velen – hijzelf ongetwijfeld ook – dat de Kempenaar in de Tour richting zijn absolute topvorm zou groeien. Zoals in de Tour van 2022, toen hij bijna buitenaards was.
Maar mede door zijn buikgriep lukte dat niet. In de heuvelritten van de eerste week moest hij passen toen Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar hun duivels ontbonden. In overgangsetappes miste de Herentalsenaar vaak de juiste vlucht. Of hij had niet de kracht om het af te maken.
Ook in de bergen, in dienst van Jonas Vingegaard, moest hij veel eerder afhaken dan in zijn topjaren 2022 en 2023.
Het resultaat: slechts twee toptienplaatsen. Van Aert werd tweede in de sprint bergop in Laval, waar Jonathan Milan hem klopte. En hij werd vierde in Carcassonne, waar Julian Alaphilippe hem versloeg in de sprint om de derde plek. Ter vergelijking: in 2022 eindigde hij negen keer in de top tien, op 21 ritten, en stond hij achtmaal op het podium, inclusief drie ritzeges.
Toch zocht Van Aert geen excuses – zoals al zijn hele carrière. ‘Ik was gewoon niet goed genoeg vandaag’, klonk het telkens. Realistisch en zonder frustratie.
Eeuwige optimist
Het laatste lichtpunt was de slotetappe naar Parijs. Die ging over een vernieuwd parcours met drie beklimmingen van de kasseiheuvel op Montmartre. Maar Wout van Aert twijfelde of hij nog kon meedoen om de overwinning. Zijn benen hadden hem in de twintig voorgaande ritten te vaak in de steek gelaten.
Het is precies dan dat hij zijn grootste kracht toont: een onwrikbare veerkracht. Als eeuwige optimist kan hij omgaan met tegenslagen. Hij weet ze te relativeren en houdt de focus op één doel: proberen te winnen. Door tot de laatste dag van de Tour zijn eten af te wegen, door het parcours dagen op voorhand gedetailleerd te ontleden op Veloviewer. Als je zijn mentale weerbaarheid kon bottelen, zou je er miljoenen flessen per dag van verkopen.
In het hoofd van de doorzetter Wout van Aert: zeven tips om uw veerkracht te verhogen
Een meesterwerk in de regen
Op het moment dat weinigen het nog verwachtten steeg Wout van Aert zo opnieuw boven zichzelf uit.
Niet toevallig gebeurde dat weer op een iconische plaats of in een cruciale rit, zoals wel vaker in het verleden. Denk aan zijn ritzege op de Mont Ventoux in de Tour van 2021. Denk aan zijn hulp voor Jonas Vingegaard op Hautacam en voor Simon Yates op de Colle delle Finestre. Denk aan zijn Giro-overwinning op het Piazza del Campo en eerder in de Strade Bianche.
En nu dus ook, voor de tweede keer (na de Tour van 2021), op de beroemdste laan ter wereld: de Champs-Elysées.
Niet door een ‘gewone’ massasprint te winnen, maar door een meesterwerk te schilderen op Montmartre, de wereldberoemde heuvel van Parijs. Daar liet hij Tadej Pogacar met een verschroeiende versnelling achter.
Natuurlijk moet je de nuance maken dat sommige renners geen risico’s meer namen op de natte kasseien. Dat Van Aert met zijn stuurvaardigheid als crosser daarop gedijt en zo veel krachten spaart. Dat hij in de finale steun kreeg van ploegmaats Victor Campenaerts en Matteo Jorgenson. Dat eeuwige rivaal Mathieu van der Poel de Tour al had verlaten. En dat bij Pogacar fysiek en mentaal het beste eraf was na drie weken koersen.
Maar Van Aert was wel de enige, in het hele wielerjaar 2025, die de beste renner sinds Eddy Merckx bergop kon lossen. Zelfs Mathieu van der Poel lukte dat niet in het begin van deze Tour.
Erfenis staat vast
Qua pure fysieke prestatie steken enkele eerdere zeges er misschien bovenuit – zijn solo naar Calais in de Tour van 2022, bijvoorbeeld.
Maar door het schilderachtige kasseidecor van de Montmartre, de primeur van het nieuwe parcours, de regen die de heroïek onderstreepte, het lossen van de gele trui in de grootste koers ter wereld, de solofinish op de Champs-Elysées én de primetime-uitzending op zondagavond kan dit bestempeld worden als zijn meest iconische overwinning.
Ook omdat de zege zijn carrière perfect samenvat. De man van de vele tegenslagen en frustrerende ereplaatsen, waarvan Van Aert intussen de tel is kwijtgeraakt, en de even talrijke comebacks.
Misschien zal de Kempenaar zijn carrière niet afsluiten met het rijk gevulde klassieke palmares dat hij voor ogen had. Maar díé veerkrachtige erfenis staat wel voorgoed op zijn naam.
Hoe Tadej Pogacar de Tour domineerde: sinds 1947 was het verschil met de ‘gewone’ stervelingen nooit zo groot