Aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) wordt een unieke 3,5 miljoen jaar oude voorloper van de familie van de Groenlandse walvis geconserveerd.
De gefossiliseerde skeletonderdelen werden in februari opgegraven in het Deurganckdok in Doel door paleontologen van het KBIN, met hulp van vrijwilligers en in samenwerking met de Afdeling Maritieme Toegang (AMT) van de Vlaamse overheid.
De fossiele beenderen worden momenteel in een preparatielabo gereinigd en met een hars behandeld en aan elkaar gelijmd, waarna het studiewerk kan beginnen. Wellicht worden de resten in een latere fase aan het publiek getoond.
Slechts uiterst zelden worden zoveel gefossiliseerde skeletonderdelen van een “echte walvis” teruggevonden. “Naast de typische gehoorbeentjes vonden we twee bijna volledige onderkaken, ribben, wervels, opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp en vingerkootjes”, sommen paleontologen Olivier Lambert en Stijn Goolaerts op. De onderkaken, de grootste fossiele onderdelen, zijn drie meter lang, waardoor het dier ongeveer acht tot tien meter groot was.
Dolfijn en haai Bijzonder zijn ook de gefuseerde nekwervels, typisch voor baleinwalvissen. “De eerste nekwervels platten af om het gewicht van de schedel te dragen, omdat die soort een specifiek passief waterfiltersysteem ontwikkelde. Het leert ons veel over de manier waarop deze oude neef van de Groenlandse walvis evolueerde.”
De vondst in een constructieput voor de nieuwe sluis tussen het Deurganckdok en de Waaslandhaven is ook bijzonder omdat de onderdelen zeer goed bewaard zijn gebleven. Het fossiel werd op 11 meter diepte in een schelpenpakket teruggevonden. In die put werden ook resten gevonden van een dolfijn, een dijbeen van een vogel en haaientanden, die belangrijke informatie verschaffen over het marien ecosysteem uit die periode. (Belga/TE)
