Vanaf woensdag boetes voor overtreders in Antwerpse lage-emissiezone

© Belga
Fien Van den Steen
Fien Van den Steen Freelancejournaliste

Woensdag start Antwerpen met het uitschrijven van boetes voor overtreders van de lage-emissiezone. ‘Toch zal men meer moeten doen om de stedelijke luchtverontreiniging onder controle te krijgen’, zegt milieu-epidemioloog Tim Nawrot.

Na een maand van waarschuwingsbrieven, krijgen overtreders vanaf 1 maart ook effectief een boete indien ze de zone in- of uitrijden met een te vervuilend voertuig en niet beschikken over een uitzonderlijke toestemming of dagpas. De administratieve geldboete bedraagt 125 euro.

De lage-emissiezone ging op 1 februari van start in het gebied tussen de Antwerpse ring en de Schelde en op Linkeroever. Het belangrijkste voordeel ervan is de daling van roet, maar voor de overige vervuilers is het effect beperkt. ‘

Vroegtijdige overlijdens, verlies in levenskwaliteit en in levensverwachting. Dat zijn de gevolgen van luchtverontreiniging. Grote schuldige in Europa is de transportsector, vandaar het opstellen van luchtkwaliteitsnormen, luchtkwaliteitsplannen en lokaal: lage-emissiezones (LEZ). Antwerpen voert op 1 februari 2017 zo’n zone in. Mechelen en Brussel volgen in 2018, Gent in 2020. ‘Antwerpen kampt met een acuut probleem qua luchtkwaliteit,’ motiveert Antwerps schepen van Leefmilieu Nabilla Ait Daoud de beslissing, ‘en dit heeft een grote impact op de gezondheid van de Antwerpenaar.’

12.554 jaar levenswinst in Antwerpen

De invoering van de lage-emissiezone in Antwerpen zou gemiddeld 25 dagen in levenswinst moeten opleveren per inwoner.

‘Meer dan 10.000 vroegtijdige overlijdens door de chronische blootstelling aan fijn stof (PM2.5), 2.320 door stikstofdioxide (NO2) en 210 door ozon (O3)’: dat is de kost die België in 2013 betaalde voor haar luchtvervuiling, zoals blijkt uit het Europees Luchtkwaliteitsrapport 2016. Wegverkeer, luchtvaart, spoor, binnenvaart en zeevaart waren samen in Vlaanderen in 2011 de belangrijkste emissiebron van stikstofoxiden (NOx), PAK’s, fijn stof (PM2.5), roet (EC) en ozonprecursoren. De lage-emissiezone zou deze stoffen drastisch moeten terugdringen.

De introductie van de lage-emissiezone in Antwerpen zou volgens de haalbaarheidsstudie van Transport & Mobility Leuven (TML) in totaal voor alle inwoners van de kernstad samen 12.554 jaar in levenswinst moeten opleveren, dat is gemiddeld 25 dagen per inwoner. Ook de levenskwaliteit zou erop moeten vooruitgaan.

‘We weten dat luchtverontreiniging niet alleen schadelijk is voor astma en longaandoeningen, maar ook cardiovasculaire ziekten’, zegt milieu-epidemioloog professor Tim Nawrot. ‘Op lange termijn gaat die reductie gepaard met een vermindering van het risico op hartinfarcten en het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen. Dit gaat gepaard met winst in levensverwachting. Zoals ook berekend is in andere landen.’

Diesel, vooral een Belgisch probleem

Alleen al voor de reductie van roet (EC of elementair koolstof) loont een LEZ de moeite, blijkt uit de haalbaarheidsstudie en uit het advies van de Milieu en Natuurraad van Vlaanderen (MINA). Roet blijkt de meest schadelijke en tegelijkertijd meest verkeersgerelateerde polluent te zijn: tot 50% van de roetuitstoot is afkomstig van verkeer.

Rond de 70% van het wagenpark in België bestaat uit dieselwagens. Terwijl dat in andere landen vaak onder de 30% ligt.

Tim Nawrot, milieu-epidemioloog

‘Op roet zitten ook polyaromatische koolwaterstoffen, die door de Wereld Gezondheidsorganisatie als kankerverwekkend zijn erkend. Die roetdeeltjes zelf zitten ook op de allerkleinste stoffractie, deze combinatie kan via de longblaasjes het bloed bereiken en dus in het lichaam terechtkomen,’ verduidelijkt professor Nawrot.

Dieselwagens zijn de grote schuldige, terwijl benzinewagens nauwelijks roet uitstoten. Net ‘diesel is vooral een Belgisch probleem,’ benadrukt professor Nawrot. ‘Rond de 70% van het wagenpark in België bestaat uit dieselwagens. Terwijl dat in andere landen vaak onder de 30% ligt.’

Om dit specifieke roetprobleem aan te pakken, worden dieselwagens vanaf euronorm 3 in 2017 alleen toegelaten als ze een roetfilter hebben geïnstalleerd. Vanaf 2020 verschuift de norm naar euronorm 5. Dieselwagens onder euronorm 3 mogen de LEZ niet meer binnen. In 2015 ging dit over 20% van het wagenpark, een percentage dat ondertussen lager kan liggen door de autonome verjonging van het wagenpark.

Aangezien roet de meest verkeersgerelateerde polluent is, wordt de afname van deze stof het grootst verwacht: van 4 μg/m³ in 2015 naar 3 in 2020. Deze reductie van 1 μg/m³ zou een winst in levensverwachting van circa 6 maanden betekenen, volgens het Mina-advies. Ondanks het besef van deze gezondheidswinst en de erkenning als kankerverwekkend, blijven Europese normen (tot hiertoe) uit.

Afname van stikstofoxiden door dieselgate

Voor de impact van stikstofoxiden (NOx en NO2) stelt Europa wel grenswaarden op. Bijna de helft van de Europese NOx-uitstoot is afkomstig van de transportsector (46% in de EU28) rapporteert het Europees Environment Agency in 2015. Voor NO2 legde Europa de norm vast op 40 μg/m³. Hoewel Vlaanderen uitstel had gekregen tot 2015, werd deze in dat jaar in bijna alle Antwerpse meetpunten overschreden.

Ook zonder de invoering van de lage-emissiezonee zou het wagenpark verjongen. Door deze autonome verjonging verwacht TML een afname van stikstofoxiden tussen 2015 en 2020, waardoor op de kleinere wegen de uitstoot onder de grenswaarde zal zakken. Voor de grotere wegen zijn bijkomende maatregelen nodig, zoals een LEZ.

‘Door het invoeren van een LEZ kunnen we in 2020 op een aantal locaties onder de grenswaarde duiken (Een reductie van 0-2 μg/m³ in 2015, en tot 4 μg/m³ in 2020). Maar over het algemeen stellen we vast dat de impact van het behalen van de door Europa opgelegde grenswaarde eerder beperkt blijft. Op heel wat locaties verwacten we dat de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 nog steeds overschreden zal worden, ondanks de invoering van een LEZ.’

Voor de stikstofoxideproblematiek gaat zo’n LEZ niet heel veel verschil maken

Frans Fierens, expert luchtvervuiling bij Ircel

De langzame afname van de NOx-uitstoot is te verklaren door het recent onthulde dieselgate. Enkele autoconstructeurs bleken dieselwagens zodanig geconstrueerd te hebben dat de wagens in laboratoriumtesten minder NOx-uitstootten dan in reële rijomstandigheden. Waardoor de recentere types – euronorm 5 en 6 – die milieuvriendelijker worden geacht op het vlak van NO2 net grotere vervuilers zijn dan hun voorgangers. Schepen Ait Daoud verzekert dat ‘bij de berekening van de te verwachten resultaten (van de LEZ) rekening gehouden werd met de afwijking tussen labotesten en reële emissies door de toepassing van een correctiefactor (COPERT).’

‘Bij de roetuitstoot zorgen dieselroetfilters wel degelijk voor een serieuze verlaging van die roetuitstoot. Daar situeert zich het probleem niet,’ verduidelijkt Frans Fierens, expert luchtvervuiling bij Ircel, de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu. ‘Een nieuwe diesel zorgt wel degelijk voor veel minder fijn stof en veel minder roet dan een oudere dieselwagen. Wat de stikstofoxide-uitstoot betreft, hebben we een ander verhaal. Op dat vlak zijn nieuwe diesels niet veel minder vuil dan oude dieselwagens. Soms zelfs vuiler dan oudere dieselwagens. Dus voor de stikstofoxideproblematiek gaat zo’n LEZ niet heel veel verschil maken.’ Vandaar dat ‘de LEZ vooral de hoeveelheid roet en fijnstof in de lucht wil doen dalen om de lokale luchtkwaliteit te verbeteren,’ zegt schepen Ait Daoud.

Fijn stof, fijne impact

Vanaf woensdag boetes voor overtreders in Antwerpse lage-emissiezone
© Belga

In tegenstelling tot roet en stikstofoxiden is fijn stof een ‘slechte verkeersgerelateerde indicator’, stelt TML. ‘De verkeersbijdrage aan de totale concentratie PM10 (een van de vormen van fijn stof) is erg klein: gemiddeld ongeveer 5%, maximaal ongeveer 10%. De invoering van een LEZ heeft dan ook een beperkt effect op het behalen van de grenswaarden.’

Zowel het effect in de autonome verjonging van het wagenpark als door de invoering van de LEZ zouden voor beperkte reducties zorgen: tot maximaal 1,5 μg/m³ in 2015 en tot maximaal 1 μg/m³ in 2020. Deze zijn onvoldoende om onder de Europese grenswaarden te geraken. ‘In 2015 wordt deze grenswaarde op de grote verkeerswegen veelal overschreden. Op de kleinere wegen kan men vaak net onder de grenswaarde blijven. In 2020 krijgen we nagenoeg hetzelfde beeld.’

Al blijkt uit metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij voor 2015 dat ‘de Europese grenswaarden voor PM10 en PM2.5 gerespecteerd werden op de meetplaatsen Borgerhout-achtergrond (R801), Borgerhout-straatkant (R802), Linkeroever (AL01) en Havannastraat (M802). De WGO-advieswaarden werden wel overschreden.’ Voor beide parameters laat de Europese norm dubbel zo veel emissie toe als de norm van de Wereld Gezondheidsorganisatie, die laatste wordt door experts als meer accuraat geacht. (cf. grafiek)

Vanaf woensdag boetes voor overtreders in Antwerpse lage-emissiezone
© Bron data: Haalbaarheidsstudie Transport & Mobility Leuven (2012)

Het fijn stof dat volgens de TML-studie zeker de Europese norm zal halen, is PM2.5. Deze concentratie zal verder afnemen door de autonome evolutie en de invoering van de LEZ zou een bijkomende reductie van maximaal 1,5 μg/m³ in 2015 en 1 μg/m³ in 2020 veroorzaken.

Ook haven belangrijke bron van luchtvervuiling

De emissies van haven en industrie gebeuren op grote hoogte en buiten de stad, waardoor de vervuilende stoffen niet onmiddellijk in contact komen met de stadsbewoner.

Ook al ziet professor Nawrot in de stad zelf vooral het lokale wegverkeer als de belangrijkste bron van luchtverontreiniging, neemt dat niet weg dat industrie en havenactiviteiten eveneens een belangrijke bron van luchtverontreiniging zijn, net zoals intensieve landbouw. Om deze ook aan te pakken hebben schepen Aid Daoud, de Vlaamse Overheid en het Havenbedrijf het actieplan fijn stof en stikstofdioxide opgesteld. ‘Zo worden er onder andere ook maatregelen genomen in de haven en in de industrie.’

‘De windrichting in België is meestal zuidwest,’ legt Frans Fierens uit, ‘dus op dat vlak ligt de haven van Antwerpen wel goed ten opzichte van de stad. De wind waait meestal weg van de stad (dus verplaatst de luchtverontreiniging zich, afhankelijk van de meteorologische omstandigheden, weg van de stad). Bovendien gebeuren de emissies op grote hoogte vergeleken met de emissies van het wegverkeer. Deze gebeuren op lage hoogte en hebben daardoor een groter effect op de luchtkwaliteit. Als je via een schouw van 100 meter uitstoot, is het effect aan de grond kleiner dan wanneer je die stof uitstoot op de hoogte van de uitlaat van de wagens.’

Bovendien ‘worden die emissies verdund naarmate de tijd vordert, zodat het effect van de emissies op de luchtkwaliteit wel vermindert. Maar dat hangt af van de weersomstandigheden. Bij heel stabiel windstil weer blijven die emissies veel langer hangen en zullen de concentraties veel hoger zijn dan wanneer er veel wind is en wanneer het regent bijvoorbeeld.

‘Ook de ring is uiteraard verantwoordelijk voor uitstoot en zorgt voor een verhoogde achtergrondconcentratie,’ voegt schepen Aid Daoud toe. ‘Daarom zijn we als stad voorstander om samen met de Vlaamse regering, de intendant en de burgerbewegingen versneld werk te maken van een overkapping van de ring. Maar de ring overkappen is ook geen totaaloplossing omdat het lokale verkeer verantwoordelijk is voor veel uitstoot.’

Het streetcanyoneffect

De ring overkappen is geen totaaloplossing omdat het lokale verkeer verantwoordelijk is voor veel uitstoot.

Nabilla Ait Daoud, Antwerpse schepen van Leefmilieu

‘In steden als Antwerpen is het verkeer natuurlijk niet de enige boosdoener,’ valt de analyse van professor . Nawrot dit bij. ‘Maar het is wel zo dat verkeer tussen woningen met hoge bebouwingen een soort van streetcanyoneffect veroorzaakt, waarbij de luchtverontreiniging tussen de gebouwen blijft hangen. Dat speelt lokaal een belangrijke rol. Wanneer daar het verkeer mindert of er minder vervuilende wagens rondrijden, krijg je een lokale luchtverbetering; terwijl het in Antwerpen grosso modo hetzelfde blijft.’

Minder vervuilende wagens worden deels veroorzaakt door de ‘autonome verjonging van het wagenpark’, die gebeurt zonder de invoer van een lage emissiezone. Volgens de haalbaarheidsstudie zal de komende 10 jaar de luchtkwaliteit hierdoor sterk verbeteren, maar onvoldoende om de grenswaarden niet te overschrijden.

Vanaf woensdag boetes voor overtreders in Antwerpse lage-emissiezone
© Bron data: Haalbaarheidsstudie Transport & Mobility Leuven (2012)

De invoering van de LEZ kan een bijkomende reductie veroorzaken van NO2 (-2% (2015) tot -12% (2020)) en fijn stof (PM10 en PM2.5) (37% (2015) tot 41% (2020)). Al concludeert het haalbaarheidsrapport dat dit ‘geen schokkende effecten teweeg zal brengen,’ en dat bijkomende maatregelen nodig zijn om de Europese normen te halen. Wat roet (EC) betreft, zal de LEZ een belangrijke impact hebben op de volksgezondheid door een bijkomende reductie van -35% (2015) tot -69% (2020).

Bijkomende maatregelen nodig

Met andere woorden ‘het invoeren van een lage-emissiezone heeft als belangrijkste voordeel de reductie van roet. Als meest schadelijke verkeerspolluent is het hieraan gekoppelde gezondheidseffect de moeite waard om een LEZ in te stellen,’ luidt het positief advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (MINA-raad) en van de TML.

Al zien beide adviezen de LEZ als onvoldoende om het einddoel te bereiken: ‘Voor de overige polluenten is het effect beperkt en onvoldoende om de Europese grenswaarden te behalen. Bijgevolg zijn bijkomende maatregelen vereist en is de LEZ alleen een effectieve maatregel als het kadert binnen een breder mobiliteitsplan.’

Een LEZ zal het probleem van luchtverontreiniging niet oplossen, al is het wel een stap in de goede richting. ‘Zo’n LEZ heeft zeker zijn nut plaatselijk, vooral voor roet en NO2, omdat die sterk afhankelijk zijn van de lokale situatie’, concludeert professor Dr. Nawrot, ‘Al ga je daar natuurlijk de luchtkwaliteit in heel Antwerpen niet mee verbeteren.’

Het invoeren van een lage-emissiezone heeft als belangrijkste voordeel de reductie van roet. Voor de overige polluenten is het effect beperkt.

Ook Frans Fierens ziet de LEZ als een positief initiatief op vlak van de roetuitstoot: ‘Het is toch het roet dat voor de gezondheid het meest schadelijk is en waarop zo’n LEZ effect heeft. In tegenstelling tot de stikstofoxide waarin nieuwe dieselwagens niet veel properder zijn dan oudere dieselwagens.’

Een sterke reductie van de roetuitstoot, een minder sterke reductie van stikstofoxiden en lokale reducties van fijn stof, lijken de belangrijkste verwachtingen van de lage emissiezone. Een stap in de goede richting, maar onvoldoende om de Europese normen te halen die al ruimschoots boven de normen van de Wereld Gezondheidsorganisatie liggen. ‘Elke verbetering is natuurlijk iets,’ besluit professor Nawrot. ‘Al zal men meer moeten doen om de stedelijke luchtverontreinigingsproblematiek onder controle te krijgen. Dit is een eerste stap.’

Conclusie

Vanaf woensdag boetes voor overtreders in Antwerpse lage-emissiezone
© Antwerpen

‘Natuurlijk is de luchtkwaliteit variabel en zeer afhankelijk van de weersomstandigheden. We zullen dus na enige tijd (een jaar) een eerste volledige evaluatie kunnen doen,’ besluit schepen Aid Daoud. Door de uitbreiding van het meetnet (van twee naar zes meetstations) ‘zullen we continue en gedetailleerd de effecten van de lage-emissiezone opvolgen.’ Deze resultaten kan de Antwerpenaar permanent nagaan via de website van de Vlaamse Milieumaatschappij (www.vmm.be). Daarnaast zijn de luchtkwaliteitskaarten die de huidige polluenten in kaart brengen en schattingen maken voor de toekomst raadpleegbaar op de site van het Ecohuis.

Zowel de haalbaarheidsstudie als het advies van de MINA-raad stellen dat een LEZ alleen nuttig is als het past binnen een breder mobiliteitsplan. ‘Een LEZ invoeren als alleenstaande maatregel zou inderdaad niet verstandig zijn,’ geeft schepen Aid Daoud toe. ‘De invoering van de LEZ gaat dan ook gepaard met een aanvullend mobiliteitsbeleid waarbij ingezet wordt op alternatieven zoals P&R’s, openbaar vervoer met een nadruk op vertramming, fietsen, auto-delen. Binnen de stad zetten wij dus ook in op flankerende maatregelen: ook de stadsvloot voldoet aan de voorwaarden van de LEZ, ook de minder evidente voertuigen zoals de vuilniswagens. Daarnaast zetten we in op milieuvriendelijke brandstoffen zoals CNG of elektrische wagens en denken we erover om de stadsvloot ter beschikking te stellen van autodeel-initiatieven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content