Elke ouder heeft een favoriet kind

Het is nog steeds een groot taboe, maar favoritisme komt in elke familie voor.

Alle ouders, hoe hard ze het ook zullen ontkennen, hebben een ‘favorietje’ als het gezin meerdere kinderen telt. Het ‘betere kind’ is ofwel de oudste, of de jongste. Het kan de moedigste zijn, of het meest gevoelige, … Het is zelfs niet eens nodig dat mama en papa dezelfde favoriet hebben. Meestal is dat zelfs niet zo, schrijft het Amerikaanse blad Time magazine.

Uit een studie blijkt dat zo’n 70 procent van de vaders en 65 procent van de moeders een bepaalde voorkeur voor een bepaald kind vertonen. Bij vaders is dat heel vaak het jongste meisje, voor moeders is dat meestal de oudste jongen. De aantallen liggen in werkelijkheid haast zeker een heel stuk hoger, aangezien ouders zo hun best doen om elke vorm van favoritisme binnen het gezin te verdoezelen, vooral wanneer een wetenschapper meekijkt.

In de Washington Post zegt Jeffrey Kluger, auteur van ‘The Sibling Effect:What the Bonds Among Brothers and Sisters Reveal About Us’, dat 99 procent van de ouders een favoriet kind heeft, en dat de overige 1 procent liegt.

Evolutie

Als het een troost mag zijn voor de niet-favoriete kinderen: favoritisme zit in onze soort ingebakken. Aangezien families uit evolutionaire noodzaak zoveel mogelijk genen willen meegeven aan de volgende generatie, zijn we geprogrammeerd om te gokken op de kinderen die de grootste kans hebben om zich succesvol voort te planten.

Gelukkig zijn er bij de mens, in tegenstelling tot in de dierenwereld, nog andere factoren in het spel: liefde, loyaliteit, medeleven, vreugde,… Factoren die de weegschaal enigszins in balans kunnen brengen, maar nooit helemaal. (TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content