Alain Van Hiel & Arne Roets (UGent)

‘De racisme-oefening van Koppen? Leuke tv, maar geen wetenschappelijk bewijs en zelfs reëel gevaar’

Alain Van Hiel & Arne Roets (UGent) Professoren Sociale Psychologie aan de Universiteit Gent

Anders dan in de Koppen-reportage gesuggereerd wordt, is er voor de effectiviteit van de racisme-oefening van Jane Elliott geen wetenschappelijk onderbouwd bewijs, schrijven professoren Sociale Psychologie Alain Van Hiel en Arne Roets (UGent). ‘Het levert dan wel leuke televisie op, een reëel gevaar is dat deze goedbedoelde oefening vooroordelen versterkt omdat de negatieve ervaringen net weerstand oproepen.’

‘De racisme-oefening van Koppen? Leuke tv, maar geen wetenschappelijk bewijs en zelfs reëel gevaar’

Een klasje indelen in twee groepen op basis van oogkleur en daarna om beurt een van de twee groepen een dag lang discrimineren. Dit alles in de veronderstelling dat deze methode helpt om discriminatie van allochtonen in het dagelijkse leven een halt toe te roepen… Ziehier in een notendop de Koppen-reportage over de “oefening” uitgevoerd in een Antwerpse klas anno 2015, in navolging van de methode ontwikkeld door Jane Elliott, ondertussen een halve eeuw geleden.

Een interessante oefening en maatschappelijk verantwoorde reportage, zou u denken…of niet? We hebben toch enkele bedenkingen.

Eerst even los van de inhoud. Is het ethisch te verantwoorden om onwetende kinderen in een negatieve situatie te brengen, door volwassenen gemanipuleerd? En dit met de uitdrukkelijke bedoeling negatief gedrag uit te lokken…Moeten deze kinderen echt herkenbaar en met naam op de nationale televisie getoond worden? Het zal je maar overkomen; je doet als elfjarige keurig wat de leraar van je verlangt, en wordt daarna (totaal ten onrechte) gebrandmerkt voor racist door de goegemeente op basis van televisiebeelden. Beelden die tot in de eeuwigheid beschikbaar blijven.

De oefening van Elliott is doorheen de jaren al talloze keren opgevoerd in reportages. Door BNN in Nederland en Channel 4 in Groot-Brittannië, bijvoorbeeld. Die laatste versie werd ook enkele jaren geleden getoond op VRT in het programma Panorama. Een heel goede uitzending trouwens. Opvallend detail: in dien reportages namen volwassenen deel die, in tegenstelling tot de kinderen in de reportage van Koppen, geen afhankelijkheidsrelatie hadden met de discriminerende autoriteit. Ze konden op ieder moment de oefening verlaten, wat ook regelmatig gebeurde.

Is dat verschil toe te schrijven aan praktische overwegingen, of zou het kunnen dat bij sommige programmamakers de ethische standaarden hoger liggen dan bij andere?

Een ander bezwaar betreft de eigenlijke oefening zelf, en dit wordt wel bijzonder pertinent wanneer we naar de talloze reacties op de sociale media kijken. De boodschap is duidelijk: “Deze oefening zou moeten verplicht worden in iedere klas”.

Waarom kinderen onderwerpen aan een negatieve ervaring met een uiterst twijfelachtige effectiviteit, terwijl er bewezen methodes zijn met een positieve ervaring?

Hier wringt nu net het schoentje. Anders dan dat in de Koppen-reportage gesuggereerd wordt, is er voor de effectiviteit van de oefening van Jane Elliott geen wetenschappelijk onderbouwd bewijs (maar het levert wel leuke televisie op). Meer nog, een reëel gevaar is dat deze goedbedoelde oefening vooroordelen versterkt omdat de negatieve ervaringen net weerstand oproepen. En dit in het bijzonder bij die deelnemers die het meest bevooroordeeld zijn. De Channel 4-reportage waarin de oefening werd overgedaan met een multiraciale groep vormt hier een mooie illustratie van.

De vraag is dan ook: waarom kinderen onderwerpen aan een negatieve ervaring met een uiterst twijfelachtige effectiviteit, terwijl er methodes ontwikkeld zijn die een positieve ervaring bieden en waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze wél werken? Zo is er de befaamde “puzzelklasmethode” die in plaats van conflict te bevorderen, een coöperatief en positief klasklimaat schept.

De klas wordt hiertoe verdeeld in kleine, etnisch gemengde groepjes en de bedoeling is dat alle kinderen samen stukjes van de leerstof verwerken en elkaar die stukjes aanleren. Kinderen met verschillende achtergrond leren op deze manier echt samenwerken en hebben een positieve ervaring. Deze methode leidt wél aantoonbaar tot zowel verbeterde schoolresultaten bij allochtonen als verminderde onverdraagzaamheid bij autochtonen. Maar wellicht is dit niet sensationeel genoeg om aan de kijker te tonen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content