Erik De Bom (KU Leuven)

Waarom is Turkije nog geen lid van de Europese Unie?

Erik De Bom (KU Leuven) Postdoctoraal onderzoeker aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (KU Leuven) en als senior onderzoeker verbonden aan het Leuvens Centrum voor Global Governance Studies.

Het al dan niet toetreden van Turkije tot de Europese Unie blijft een gevoelig onderwerp.

Het is al vijftig jaar geleden dat de toenmalige Europese Economische Gemeenschap een associatieakkoord sloot met Turkije, de zogenaamde Ankara-overeenkomst. Toch duurde het nog tot 1999 vooraleer het land ook werd erkend als kandidaat-lidstaat. In december 2004 besloot de EU de toetredingsonderhandelingen te openen. Een jaar later gingen ze van start. Dat is hetzelfde jaar waarin ook het startschot voor de onderhandelingen met Kroatië werd gegeven. Inmiddels is het Balkanland het 28ste lid van de Unie. Maar de onderhandelingen met Turkije zijn nog steeds aan de gang. Of beter gezegd: zijn opnieuw aan de gang. Want op vraag van Duitsland werden de gesprekken eind juni stop gezet naar aanleiding van het hardhandig optreden van de Turkse politie tegen demonstranten in de affaire van het Gezi Park.

Voor en tegen toetreding

Waarom lopen de gesprekken over mogelijk Turks lidmaatschap zo moeilijk? Veel heeft uiteraard te maken met de steeds dieper wordende kloof tussen voor- en tegenstanders binnen de EU – om de posities in Turkije zelf nog buiten beschouwing te laten. De tegenstanders hameren steeds weer op de historische, religieuze en culturele verschillen. Ook de politieke situatie wordt – zeker na de recente ontwikkelingen in het Gezi Park – steevast aangekaart: hoe zit het met de graad van democratisering? Wat is de rol van het leger? Hoe staat het met het respect tegenover de rechtsstaat, mensenrechten, rechten van minderheden en fundamentele vrijheden? Velen stellen zich ook vragen bij de economische ontwikkelingen van het land. Om een niveau te halen dat vergelijkbaar is met het Europees gemiddelde zouden vergaande inspanningen nodig zijn. En dan laat men de netelige kwestie van Cyprus nog buiten beschouwing.

De voorstanders van Turks lidmaatschap halen in de eerste plaats graag de voordelen aan die de uitbreiding van de Europese markt zou betekenen. Ook benadrukken zij dat Turkije door zijn geostrategische ligging een steeds belangrijkere rol in de regio zal vervullen. Als opkomende regionale grootmacht zal het een sleutelrol spelen in het garanderen van de veiligheid in het oostelijke mediterrane gebied en kan het een bemiddelende rol op zich nemen in de relaties met het Midden Oosten. Een Turkse toetreding zou bovendien een oplossing kunnen bieden voor de toenemende vergrijzing en het dalende geboortecijfer in de EU. De Turkse bevolking is nog jong en blijft groeien. Tot slot bepleiten de voorstanders van Turks lidmaatschap dat toetreding een bewijs kan leveren tegen de these van de botsing der beschavingen: de EU is niet langer een exclusief christelijke club, maar een gemeenschap waarin verschillende godsdiensten vredevol naast en met elkaar kunnen leven.

Redden van de liberale natiestaat?

Het vraagstuk over de wenselijkheid van het opnemen van Turkije in de EU en de ermee gepaard gaande moeilijkheden en vaak hoog oplopende emoties verbergen een fundamenteler probleem dan het korte voorgaande overzicht van voor- en tegenstanders suggereert. Waar het de EU aan ontbreekt, is een duidelijke toekomstvisie. Waarheen wil men met de Unie? Hoe moet die eruit zien? Waar staat zij voor? Dit is een belangrijke discussie, want zonder een gefundeerde kijk op deze kwestie zullen toetredingsgesprekken ambigue blijven. Natuurlijk, de EU heeft strikte richtlijnen die moeten worden gevolgd bij de aanvraag van een lidmaatschap. En de criteria zijn niet mals. Maar dat neemt niet weg dat het ontbreken van een onderliggende toekomstvisie een onbestemd gevoel van onzekerheid veroorzaakt telkens als de uitbreiding op tafel komt. Europa heeft immers geen natuurlijke grenzen. Een oplossing kan zijn te kijken naar andere grenzen: cultureel-religieuze of economische of politiek-bestuurlijke. Maar dan nog blijft de vraag: waar moeten die grenzen vallen?

Een veel gehoord argument om de toetredringsonderhandelingen met Turkije nu te hervatten is dat de recente gebeurtenissen naar aanleiding van de betogingen in het Gezi Park hebben aangetoond dat Turkije meer dan ooit stevig verankerd moet zijn in de EU. Alleen op die manier zou men de consolidatie van de rechtstaat en het goed functioneren van de democratie kunnen garanderen. Maar daarmee reduceert men de EU tot een louter op rechten gefundeerde gemeenschap. Haar taak zou er dan in bestaan de principes van de liberale democratie te verspreiden. Juist om die reden moet de ontwikkeling van pan-Europese instituties en organisaties toegejuicht worden. En juist om die reden is de uitbreidingspolitiek ook moreel progressief. Het is een politiek die vruchten heeft afgeworpen, want de risico’s op oorlogen tussen Westerse democratieën zijn enorm teruggedrongen en het model van de liberale natiestaat is verspreid over eerst Zuid-Europa en vervolgens meer recent Centraal- en Oost-Europa. Door de verspreiding van en controle over democratische basisprincipes bestendigt de EU het voortbestaan van liberale natiestaten, eerder dan ze op te heffen.

Maar is dat werkelijk waar de EU voor staat? Is zij niets meer dan de uitdrager van democratische principes? In dat geval zijn er geen grenzen gesteld aan het ‘Europese’ project. De taak van de EU zal pas volbracht zijn als het model van de liberale democratie over heel de wereld verspreid is. In de verdragsteksten van de EU staat evenwel dat zij veel meer wil zijn dan een op rechten gebaseerde gemeenschap. Zij wil ook een door waarden verenigde Unie zijn. Zij wil een Europese bevolking uitbouwen – de toekenning van het Europees burgerschap naast het nationaal burgerschap van elke lidstaat is daar het beste bewijs van. En dat brengt ons onvermijdelijk bij de vraag: welke waarden behartigt de EU? Wat bindt haar burgers? Hoe hechter men de uitbouw van een Europees burgerschap ziet, des te meer zal werk moeten worden gemaakt van verdieping in plaats van verbreding. Het is pas als men hier een toekomstvisie op heeft, dat men met open vizier de Turkse lidmaatschapsaanvraag zal kunnen beantwoorden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content