TV-programma suggereert wat de ’28 geheime pagina’s’ over 11 september vertellen

Aanslagen 11 september © Reuters
Rudi Rotthier

Goed een week voor president Obama op staatsbezoek naar Saudi-Arabië vertrekt, brengt het toonaangevende tv-programma ’60 minutes’ aanduidingen over wat in de geheimgehouden 28 pagina’s van het parlementair rapport over 11 september staat. Het is niet vleiend voor de Saudi’s.

Op 21 april gaat de Amerikaanse president Obama op staatsbezoek naar Saudi-Arabië. Naar aanleiding van dat bezoek hebben enkele vooraanstaande betrokkenen, parlementsleden en nabestaanden, een nieuwe poging ondernomen om de geheime pagina’s uit het parlementsrapport over de terreuraanslag op 11 september 2001 vrij te krijgen. De geheime pagina’s, zoveel weten we, leggen de rol van Saudi-Arabië of van individuele Saudi’s bloot (15 van de 19 kapers en terroristen hadden de Saudische nationaliteit).

Het is een saga die al sinds 2003 loopt. Toen besliste de regering Bush, tegen de commissieleden in, om 28 bladzijden uit het 838 pagina’s tellend parlementair rapport over de aanslagen in New York en Washington te censureren of in ieder geval niet vrij te geven. De commissieleden kregen geen reden, maar men ging ervan uit dat de vriendschapsbanden tussen de familie Bush en hoge figuren in Saudi-Arabië er voor iets tussenzaten, en ook dat men de Saudi’s als bondgenoot nodig had en hen dus niet wilde schofferen.

Sindsdien mogen parlementsleden de bewuste 28 pagina’s gaan bekijken, in een soort kluis, alleen, en zonder dat ze gelegenheid krijgen om iets te kopiëren of over te schrijven. Het is, zegt een van degenen die de bladzijden lazen, niet gemakkelijk om ze te zien te krijgen, zelfs voor parlementsleden

President Barack Obama, die minder opheeft met de Saudi’s dan zijn voorganger George W. Bush, heeft de families van nabestaanden van slachtoffers tot twee keer toe beloofd dat hij de pagina’s zal vrijgeven. Maar tot dusver wordt het nog altijd bestudeerd.

Het toonaangevende tv-nieuwsprogramma ‘60 minutes‘ voert nu een moeilijke dans uit. De pagina’s zijn geheim en niemand mag er uit citeren, maar op basis van wat mensen die het gelezen hebben, zeggen of suggeren, bericht de uitzending over wat er in die intussen beruchte 28 pagina’s kan staan.

’60 minutes’ citeert onder meer Bob Graham, gewezen voorzitter van de Senaatscommissie voor Geheime Diensten, en medevoorzitter van de commissie rond 11 september. Hij zegt hierover: “Ik denk dat het onwaarschijnlijk is om te geloven dat 19 mensen, van wie de meesten geen Engels spraken, van wie de meesten nooit in de VS waren geweest, van wie er velen geen middelbaar onderwijs hadden afgemaakt, zo’n complexe onderneming konden uitvoeren zonder enige steun binnen de VS”.

Kwam die steun, vraagt de journalist, van de Saudische regering, van rijke Saudi’s of van liefdadigheidsinstellingen?

“Van alledrie”, antwoordt Graham.

Democraat Graham zat samen met Republikein Porter Goss de onderzoekscommissie voor die het gecensureerde rapport produceerde. Ze pleitten er in 2003 voor dat de 28 pagina’s vrijgegeven zouden worden, en dat doen ze nog altijd.

Ontmoetingen in Los Angeles en San Diego

Een van de meest bevreemdende zaken, haalt ’60 minutes’ aan, is de tocht van 2 van de kapers.

Ze hadden een top van Al Qaeda in Kuala Lumpur, Maleisië, bijgewoond alvorens ze in januari 2000 als eersten van de kapers in de VS landden, meer in het bijzonder in Los Angeles.

De twee Saudi’s, Nawaf al-Hazmi en Khalid al-Mihdhar, hadden een extreem beperkte kennis van het Engels, en geen ervaring met westerse cultuur. En toch slaagden ze erin, door een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden, alles te doen wat ze wilden doen, gaande van onderdak vinden tot vlieglessen volgen.

In hun eerste dagen na aankomst brachten ze in de King Fahd Moskee tijd door met Fahad al-Thumairy, een diplomaat in het Saudisch consulaat in LA, bekend om zijn extremistische ideeën.

Hij zou in 2003 de toegang tot de VS ontzegd worden op verdenking van banden met terroristen, aldus ’60 minutes’.

Via deze diplomaat kwamen de twee terroristen in contact met Omar al-Bayoumi, een mysterieuze Saudi die de grote weldoener werd van de twee. Bayoumi, die al voor deze tijd door de FBI werd aangeduid als een Saudische spion, had een spookbaan bij een Saudisch luchtvaartbedrijf in de buurt van LA. Hij werd betaald (nog altijd volgens ’60 minutes’) door de Saudische regering, maar daagde nooit op op zijn officiële werkplaats.

Op 1 februari 2000 bezocht Bayoumi Thumairy in het Saudisch consulaat. Even later ging hij lunchen en tijdens zijn lunch kwam hij “toevallig” in aanraking met de twee terroristen. Hij raakte naar eigen zeggen bevriend met de twee en hielp ze te verhuizen naar San Diego. Hij zorgde ervoor dat ze onderdak vonden.

Ze verbleven in zijn appartementsblok, hij betaalde hun onderpand en ondertekende het contract. Hij bracht hen in aanraking met andere moslims die hen hielpen om officiële documenten te verkrijgen, taallessen en een vliegopleiding te volgen.

Een mede-moslim in nood

Er is geen hard bewijs dat Bayoumi of Thumairy wisten wat de plannen van de twee waren, zij beweerden destijds dat ze gewoon mede-moslims of landgenoten hadden willen helpen, maar er zijn wel heel veel toevalligheden die hen binden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Op de dag dat Bayoumi de twee in San Diego verwelkomde in hun nieuwe appartement belde hij vier keer met de imam in een plaatselijke moskee, Anwar al-Awlaki, een Amerikaan. De man zou tien jaar later om het leven komen bij een drone-aanval in Jemen. Hij was op dat moment de leider van Al-Qaeda in Jemen. Begin in 2000, na de telefoongesprekken met Bayoumi, werd hij de spirituele leider en raadgever van de twee Saudische terroristen in spe.

Een jaar later verhuisde al-Awlaki naar Virginia, waar hij behalve de twee uit San Diego nog drie terroristen zou ontvangen.

‘Samenraapsel’

Het rapport, leerde ’60 minutes’, geeft uitleg, indicaties over die en andere verbanden. Het is niet allemaal tot op de draad onderzocht, er zijn vele losse eindjes.

In het rapport staat een zinnetje waarover lang vergaderd is door de commissieleden: “We hebben geen bewijs gevonden dat de Saudische regering als instituut of hoge Saudische gezagsdragers individueel de organisatie van fondsen voorzagen”. Het zinnetje werd zo druk besproken omdat er wel aanduidingen waren dat leden van het Saudisch regime betrokken waren. Het ging in de discussies om de vraag of ze als “hoog” bestempeld moesten worden.

“Dat (zinnetje) is geen vrijspraak”, zegt gewezen senator Bob Kerrey in de tv-uitzending. Ook hij was lid van de commissie. “We hadden de tijd of de middelen niet. We voerden zeker geen uitputtend onderzoek wat Saudi-Arabië betreft”.

Dat land reageerde snel op de uitzending van ’60 minutes’. Volgens de Saudische ambassade in de VS is het programma “een samenraapsel van mythes en foute beschuldigingen, die grondig beantwoord zijn door de Saudische regering maar ook door de 11 septembercommissie en de rechtbanken”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content