‘Tunesië heeft bewezen dat Arabische landen geen dictatuur nodig hebben’

© Reuters
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Bij de tweede democratische verkiezingen in Tunesië wonnen de seculieren van Nidaa Tounes. ‘Democratie vraagt tijd en elk land heeft zijn ritme’, zegt Olivier Pierre-Louveaux van de Verenigde Naties over de Arabische Lente. ‘Maar Tunesië heeft bewezen dat de regio geen autoritair regime nodig heeft.’

Na de eerste democratische verkiezingen in 2011 was Tunesië erg ambitieus. Een interim-regering zou op één jaar tijd het land door een democratiseringsproces leiden. Een weinig realistische termijn voor opdrachten zoals het schrijven van een nieuwe grondwet. ‘Democratie vraagt tijd’, beaamt de Belg Olivier Pierre-Louveaux, die in opdracht van de Verenigde Naties Tunesië adviseert in het democratiseringsproces. ‘Maar het is Tunesië gelukt: 200 van de 217 parlementsleden keurden de nieuwe grondwet goed en nu worden er democratische verkiezingen gehouden. Dat is een bemoedigend signaal voor de regio.’

IS-strijders en Libische chaos

De nieuwe, nog te vormen, regering heeft echter grote uitdagingen voor de boeg, meent Pierre-Louveaux. ‘De grondwet moet tastbaar worden gemaakt voor de bevolking. Een opdracht die wel 20 keer zo zwaar is als het schrijven ervan’, zegt hij.

Er zijn ook andere moeilijkheden. In het binnenland zorgt de uitstroom en terugkeer van strijders van de Islamitische Staat (IS) nog meer dan in Europa voor problemen. Vanuit het buitenland hebben Italië en Griekenland een slechte invloed op de Tunesische economie en op vlak van veiligheid is er de insijpelende chaos vanuit buurland Libië.

‘De Arabische Lente was in alle landen verschillend’, legt Pierre-Louveaux uit. ‘Terwijl de instellingen in Tunesië ondanks de revolutie bleven werken, kon Libië niet op die continuïteit rekenen. Dat land, met een resem aan tribale stammen, moest de prijs betalen voor 40 jaar zonder zulke instellingen.’

Voor Tunesië kan het vertrouwen in die instellingen echter een verschil maken. ‘De verkiezingen waren alvast een positief teken’, zegt Pierre-Louveaux. En ondanks de ‘lage opkomst’ bij die democratische verkiezingen – 69 procent van het electoraat bracht zijn stem uit – lijken de burgers volgens de VN-adviseur over het algemeen tevreden en trots op hun land.

De Tunesische premier Mehdi Jomâa (links) overhandigt de nieuwe grondwet aan Franse president François Hollande.
De Tunesische premier Mehdi Jomâa (links) overhandigt de nieuwe grondwet aan Franse president François Hollande.© Reuters

‘De regering verrichtte ongelooflijk werk’

De parlementsverkiezingen werden gewonnen door het seculiere en modernistische Nidaa Tounes, een nieuwe partij die in 2011 nog niet meedong tijdens de eerste democratische verkiezingen. ‘In 2011 was het politiek landschap nieuw en jong. Er waren veel nieuwe en nog onbekende partijen’, zegt Pierre-Louveaux. Daardoor zouden veel stemmen verloren kunnen zijn gegaan. Bovendien was Ennahda wel georganiseerd, de partij kende het moderne politiek systeem en dat uitte zich in de resultaten. ‘Maar tijdens de transitieperiode heeft het politieke landschap zich aangepast. Nu kwam Nidaa Tounes naar voren als alternatief voor de islamisten.’

Een alternatief, want Ennahda verloor wat van haar geloofwaardigheid door economische en veiligheidsproblemen, zoals de moord op politici van het linkse Front Populaire. Het volk kwam in opstand en er werd een regering van technocraten aangesteld. Ennahda heeft zo compromissen gesloten. Toch ziet de bevolking vooral de mislukkingen van een overheid. In de periode tussen 2013 en 2014 leverde de regering eigenlijk goed werk, maar dat ging haast onopgemerkt voorbij. En ook dat uitte zich in de resultaten.

Dilemma voor islamisten

Toch heeft Nidaa Tounes geen absolute meerderheid en zal er sowieso een coalitie gevormd moeten worden. Omdat er geen precedent is, is het moeilijk om voorspellingen te maken. Maar twee mogelijke allianties worden naar voren geschoven: Nidaa Tounes kan een coalitie tegen Ennahda vormen door andere modernisten zoals Afek Tounes (liberaal, progressief) te verenigen. Maar een grote rechtse coalitie met Ennahda is evengoed mogelijk.

In het geval van die laatste coalitie, zou Nidaa Tounes zich kunnen verzekeren van de brede steun van het volk, wat het ook eenvoudiger maakt om aan de grondwet te werken. Ennahda komt echter voor een dilemma te staan.

Door met een seculiere partij in zee te gaan, zou Ennahda de steun van haar radicale vleugel kunnen verliezen. Maar ook als de partij niet in de regering belandt, zouden radicale aanhangers zich kunnen afkeren. Bij velen onder hen draait het namelijk puur om macht en als zij dat niet op een democratische manier kunnen bereiken, dan zullen ze een democratisch Tunesië misschien toch niet meer ideaal vinden.

De groep zwevende kiezers – waarvan het belang nog niet kan worden aangetoond – kan een mogelijk gevaar voor Nidaa Tounes inhouden. Zij die in 2011 op Ennahda stemden, maar nu voor de seculieren kozen zouden misschien niet kunnen verkroppen dat Nidaa Tounes met Ennahda in de regering stapt.

Béji Caïd Essebsi en de Amerikaanse president Barack Obama.
Béji Caïd Essebsi en de Amerikaanse president Barack Obama.© Reuters

Geen presidentskandidaat voor Ennahda

De presidentsverkiezingen op 23 november zullen misschien meer duidelijkheid scheppen. Binnen Nidaa Tounes wordt topman Béji Caïd Essebsi als favoriet naar voren geschoven. Nog 26 andere kandidaten dingen mee naar die ene titel. Maar daar is niemand van Ennahda bij. ‘Ennahda zegt de dictatuur volledig te verwerpen en wil dan ook vermijden dat iemand weer misbruik zou maken van zijn machtspositie. Daarom ijverde de partij om een president te laten aanstellen door de partijen in het parlement. Ennahda ging niet akkoord met de presidentsverkiezingen, maar bond in. Om consequent te blijven, schuift de partij nu geen presidentskandidaat naar voren.’

Maar de partij kan een belangrijke rol spelen bij de verkiezingen eind november door een kandidaat van een andere partij te steunen. In het geval van een akkoord met Nidaa Tounes, is het goed mogelijk dat Ennahda de presidentskandidaat van Nidaa Tounes steunt in ruil voor meer macht in het parlement bijvoorbeeld.

Een nieuw gegeven voor Tunesië is dat de regering gecontroleerd zal kunnen worden. Aan de ene kant door andere partijen, met de oppositie die in de aanval kan gaan. Aan de andere kant zal de uitvoerende macht verantwoording moeten afleggen bij het parlement en dus onrechtstreeks het volk.

‘Ja, het is mogelijk’

‘We kunnen optimistisch zijn over Tunesië’, besluit Pierre-Louveaux. ‘Wat het resultaat ook wordt op vlak van coalitievorming of presidentskeuze en zelfs als het land onderweg nog problemen ondervindt: Tunesië is het beste voorbeeld voor de regio. Het land heeft bewezen dat er geen autoritair regime nodig is om de regio onder controle te houden. Ook met iedereen rond de tafel kunnen hervormingen bereikt worden. Al lijkt de Arabische Lente in vele landen gefaald te hebben, elk land heeft zijn eigen ritme en Tunesië kan nu een symbolisch voorbeeld stellen: ja, het is mogelijk.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content