Requiem voor een weerbarstige snor

VACLAV HAVEL 'Ik denk dat je hem vandaag nog het best als een rechtsliberaal zou kunnen definiëren', zegt zijn vriend Bessel Kok. © Getty

Wat rest nog van de politieke erfenis van Vaclav Havel? De Belgische regisseur Pieter De Buysser maakte er een voorstelling over, en veroorzaakte bijna een politieke rel. Knack ging in Praag op zoek naar de nalatenschap van een ongrijpbare man.

In de Babelse toren die de Europese Unie heet, kent geen enkele taal een beter woord voor ‘snor’ dan het Tsjechisch. Met de goede intonatie klinkt Knír – met een scherpe i en een rollende r – als een ijzingwekkende angstkreet die zo uit een horrorfilm uit de jaren vijftig kan komen. Met pathos galmt de kreet om een snor over de tribunes van het Praagse Archa-theater. Op het podium is de Tsjechische acteur Vladimir Javorsky wanhopig op zoek naar een snor, die hij van het staatsieportret van de oude president heeft gerukt. Die snor heeft magische krachten, legt hij uit. Wie hem draagt, ‘leeft in de waarheid’ en kan niet langer liegen.

Ondanks die nobele kwaliteiten blijkt de snor in The After Party vooral voor apocalyptische kolder te zorgen. Wanneer de snor de ronde doet tijdens een topontmoeting van Europese diplomaten die een nieuwe lening moeten afsluiten om de wereldeconomie overeind te houden, blijkt het leven in de waarheid voor veel politici geen goede keuze. De onderhandelingen storten in, waarop de hoogwaardigheidsbekleders prompt het overleg verlaten en een nieuw leven beginnen. Javorsky – Tsjechisch acteur van het jaar 2010 en zelf voorzien van een niet onaardige snor – speelt de huismeester van het presidentiële paleis, die als enige probeert een wereldwijde crisis te vermijden.

Het stuk is een eigenzinnige hommage van de Belgische regisseur Pieter De Buysser aan de Tsjechische schrijver en dissident Vaclav Havel, die na de Fluwelen Revolutie in 1989 president werd van Tsjecho-Slowakije. De titel is een knipoog naar Het Tuinfeest, een van Havels bekendste toneelstukken, waarin hij in 1963 al het totalitarisme van het communistische regime genadeloos doorprikte. Als geen ander ontleedde Havel hoe een dictatuur zich uit als een taalkundig ritueel waaraan elke burger zich medeplichtig maakt. Dergelijke ideeën leverden hem na de Praagse Lente van 1968 een publicatieverbod op. In de daaropvolgende jaren zou hij in totaal vier jaar in de gevangenis zitten, tot hij tijdens de Fluwelen Revolutie een icoon van het verzet werd.

Toch is The After Party geen lofzang op Havel, benadrukt De Buysser. ‘Ik vind zijn politieke erfenis bijvoorbeeld hoogst discutabel. Hij heeft toegekeken terwijl het land werd uitverkocht aan buitenlandse investeerders. Het is onwaarschijnlijk dat hij iemand als George Bush jr. legitimeerde door de oorlogen in Afghanistan en Irak te steunen. Havel is voor mij enkel interessant omdat hij er als geen ander in slaagde het totalitarisme te detecteren en te bestrijden. Hij zag in dat het totalitarisme verweven was in het taalgebruik: dat je medeplichtig bent aan de onderdrukking als je meeging in het discours van het regime.’ De Buysser trekt graag de parallel met de Europese aanpak van de economische crisis. ‘Je ziet diezelfde ideologische starheid bij de bezuinigingspolitiek van de trojka. De manier waarop de Europese instellingen zijn omgegaan met Griekenland is Europa onwaardig. Het stoort me dat de fundamenten van het kapitalisme niet meer ter discussie worden gesteld.’

Een wankele erfenis

Wie even in Praag rondwandelt, zou kunnen denken dat Vaclav Havel nog steeds als een icoon aanbeden wordt. De internationale luchthaven is naar hem vernoemd – ook al had Havel een enorme vliegangst – en ook het plein voor het Nationale Theater draagt zijn naam. En toch worden veel Tsjechen liever niet herinnerd aan hun eerste president. ‘Het gaat niet goed met zijn legacy‘, zucht Bessel Kok, die in 1995 aan het roer kwam van de nationale telecomreus Cesky Telecom en zo innig met Havel bevriend raakte. ‘In de Tsjechische politiek is zijn gedachtegoed nagenoeg volledig verdwenen. Hij is een van die leiders die in het buitenland meer aanzien geniet dan in het eigen land. Ik merk vooral bij de oudere generatie en in de dorpen een zekere nostalgie naar het communistische tijdperk. Dat begrijp ik ergens wel: voor hen was het bijna onmogelijk om zich nog aan het kapitalisme aan te passen. Ik merk dat Havel bij jongere generaties gelukkig wel nog populair is.’

Zelfs op het einde van zijn presidentschap zou Havel benadrukken dat hij geen politicus was. Voor hem was politiek in eerste instantie een kwestie van moraliteit, en niet van concrete bestuursoplossingen. ‘Waarheid en liefde moeten het halen van leugens en haat’, was zijn politieke devies: ongetwijfeld een mooi principe, maar in de voortdurende machinaties van de parlementaire democratie is het vooral ballast. Toch probeerde Havel zijn devies oprecht na te volgen. Voor zijn directe entourage stelde hij een team samen van schrijvers, kunstenaars en andere artistieke dissidenten. Anderzijds was hij ook slim genoeg om ‘collaborerende’ technocraten uit het communistische tijdperk aan boord te houden, vanuit de pragmatische overweging dat hun technische kennis gewoon broodnodig was.

Die mix van moralisme zonder bestuurlijke ideologie en pragmatisme zorgen ervoor dat Havel moeilijk op een politieke schaal te ijken valt. ‘Hij was een ongrijpbare man’, beaamt Kok. ‘In West-Europa zien we Havel als progressief en behoorlijk links, terwijl hij dat absoluut niet was. Hij was een hartstochtelijke anticommunist, die het een schande vond dat er communisten in het Europees Parlement zaten. Ik denk dat je hem vandaag nog het best als een rechtsliberaal zou kunnen definiëren.’

Voor veel Tsjechen is Havel het symbool van de woelige overgang van communisme naar kapitalisme in de jaren negentig, waarbij staatsbedrijven voor zachte prijsjes in handen kwamen van buitenlandse investeerders. De nieuwe bazen hielden massale herstructureringen of lieten de bedrijven gewoon failliet gaan, waardoor de werkeloosheid piekte. Toch is de associatie tussen die hervormingen en Havel niet helemaal eerlijk, vindt Ondrej Ditrych, politicoloog aan de Kareluniversiteit van Praag. ‘In het Tsjechische systeem heeft de president weinig invloed op de uitvoerende macht. De hervormingen kwamen uit de koker van de regering. Er heerste toen nog een onbeperkt geloof in de vrije markt. De toenmalige premier Vaclav Klaus deed ons geloven dat we allemaal rijk zouden worden als we maar hard genoeg bezuinigden. Havel had niet de mogelijkheid om zijn beleid tegen te houden.’

Ook Kok weerspreekt dat Havel plat op de buik ging voor de grote bedrijven. ‘Hij ontving de ceo’s van de grote bedrijven graag bij hem thuis’, grinnikt hij. ‘Dan verscheen hij in een T-shirt van The Rolling Stones, met twee van die grote honden naast hem, en begon hij ze de les te lezen over corruptie in het bedrijfsleven. (grijnst) En daar konden ze het dan mee doen.’

Vaclav Klaus was in alles het tegendeel van Havel: een voormalige topbasketballer, verknocht aan de ideeën van de Britse premier Margaret Thatcher, een stuurse ideoloog die Europa vooral als een reservoir subsidies zag. Het tweetal had een wonderlijke relatie, beaamt Bessel Kok. ‘Ze hadden een bloedhekel aan elkaar, maar tegelijk was er een soort afstandelijk respect. Toen Havel me vroeg om een feest te organiseren voor de twintigste verjaardag van de revolutie, drong hij erop aan dat ik Klaus zou uitnodigen. Dat vond hij belangrijker dan de vete. En Klaus is wel degelijk gekomen en heeft er een keurige speech gegeven.’

Het is maar de vraag in welke mate Havel vandaag nog een plek zou vinden in het politieke bestek van zijn land. De Tsjechische politiek is een krabbenmand waarin vooral vuilgebekte macho’s met een stalen lever lijken te gedijen – al kon Havel zelf ook tegen een natje. Zorgde de nogal norse Vaclav Klaus naast de voorname en welbespraakte Havel al voor een zeker contrast, dan is de huidige president de volmaakte anti-Havel. Milos Zeman is een kettingrokende populist met een zonderling talent voor aangeschoten tirades die je eerder bij een taxichauffeur na middernacht verwacht dan bij een staatshoofd van een middelgrote Europese democratie. Zo waarschuwde hij de Tsjechen voor een ‘super-holocaust’ als zijn land moslimvluchtelingen zou toelaten. Ecologisten wil hij ‘naar middeleeuws gebruik’ ‘verbranden’, ‘bepissen’ en ‘sauteren’.

De rijzende ster in de Tsjechische politiek van vandaag is Andrej Babis, een steenrijke mediamogul die nu minister van Financiën is. Met zijn partij ANO (Actie van Ontevreden Burgers, ‘Ano’ is ook Tsjechisch voor ‘ja’) lijkt hij bij de parlementsverkiezingen van 21 oktober af te stevenen op een overwinning die hem naar het premierschap zou kunnen stuwen. Babis, die op schimmige manier steenrijk werd tijdens de woelige jaren negentig, profileert zich graag als een politieke outsider, die de augiasstal van corruptie en verspilling wil uitmesten. Veel ideologie komt er bij ANO niet aan te pas: voor Babis moet de politiek gerund worden als een bedrijf. Hoewel hij formeel geen leiding meer heeft over zijn firma’s, hangt rond zijn politiek handelen een permanente sfeer van belangenvermenging. Zijn bedrijven dingen nog steeds vlot mee naar overheidsopdrachten en Europese subsidies. Ditrych vergelijkt hem met Silvio Berlusconi, ‘maar dan zonder de feestjes’. ‘Babis is in alles het tegengestelde van Havel. Het is iemand zonder morele principes, die louter aan politiek doet om zijn eigen zakenbelangen te behartigen. Het is schrijnend dat iemand als Babis zo machtig kan worden in een land als Tsjechië.’

Fundamenteel heeft Havel het probleem van elke Messias: de spoeling onder zijn volgelingen is altijd dunner dan het charisma van de heiland. Want hoewel zijn garde van kunstenaars en dichters vaak verrassend capabel bleek en ook na zijn presidentschap nog carrière maakte in politiek en diplomatie, hebben ook zij de cenakels van de macht allang verlaten. Van de oude garde rond Havel is enkel Karel Schwarzenberg nog politiek actief. Schwarzenberg, die tijdens Havels presidentschap van Tsjecho-Slowakije zijn financieel adviseur was, is vandaag erevoorzitter van de conservatief-liberale TOP09-partij. Het is de enige ‘haveliaan’ die de erfenis van de oude president nog kan claimen. Alexandr Vondra, een van Havels voormalige buitenlandadviseurs die militeerde voor de eurosceptische, antimigratiepartij ODS, stapte in 2012 uit de politiek na aanhoudende beschuldigingen van corruptie. Het is evenwel twijfelachtig of Havel zich had kunnen vinden in de zware besparingsplannen van Schwarzenberg of de visie van Vondra. ‘De enige partij waar Havel nog echt populair is, zijn de ecologisten’, zegt Ditrych. ‘Maar de groenen stellen in Tsjechië niet veel voor. De partij is gekaapt door stedelijke liberalen die vooral opkomen voor fiscale rechtvaardigheid en het basisinkomen. Het is sowieso ironisch dat hij net bij de groenen nog zo populair is. Voor zover ik weet, heeft Havel nooit over ecologie versproken.’

De enige voormalige medestander die Havels erfenis nog steeds beheert, is Michael Zantovsky, zijn voormalige woordvoerder die in 2014 een uitgebreide en gelauwerde Havelbiografie publiceerde. Hij is nu directeur van de Vaclav Havel Library, die Havel vooral als democratisch activist en voorvechter van de mensenrechten memoreert. ‘Hij is nog steeds immens populair’, zegt Zantovsky, die meermaals per week de boer opgaat om over zijn voormalige vriend te praten. ‘We krijgen voortdurend aanvragen om straten of pleinen naar hem te vernoemen. Als zijn weduwe niet op de rem zou staan, heette de helft van de Tsjechische straten al naar hem.’ Toch kan ook Zantovsky niet ontkennen dat er van Havels erfenis in de Tsjechische politiek weinig rest. ‘We missen leiders met een morele overtuiging in de hedendaagse politiek. Ik mis hem vooral in het Europese debat. Met zijn politieke gewicht zou hij de Centraal-Europese landen zeker een constructievere houding hebben kunnen doen aannemen.’

Visegrad

Als Havel ergens zijn invloed heeft laten gelden, is het wel op het gebied van geopolitiek. Als getuige van de Praagse Lente van 1968 begreep hij als geen ander dat zijn land zonder aansluiting bij Europa nagenoeg kansloos was om zich tot een democratische rechtsstaat te ontwikkelen. Met zijn bevoorrechte relatie met Amerika zorgde hij ervoor dat Tsjechië snel kon aansluiten bij de NAVO en de Europese Unie. ‘Voor Havel was die aansluiting essentieel’, zegt Zantovsky. ‘Hij zag het lidmaatschap vooral als een manier om naar Europa terug te keren, nadat zijn land onder het communisme van het Westen was afgesneden. Hij geloofde oprecht in de Europese identiteit. Voor hem moest Europa een gemeenschap van morele ideeën zijn, geen liberaal project waarbij alle bananen dezelfde vorm moeten hebben.’

Het is daarom des te ironischer dat Havels meest zichtbare verwezenlijking vandaag net de motor van verzet tegen Europese integratie is. Havel was immers een van de bedenkers en stichtende leden van de Visegradgroep – Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Polen – die zich vandaag vooral manifesteert als de hoeder van de harde lijn tegenover de vluchtelingen. Tsjechië besliste vorige week zelfs dat het geen verdere vluchtelingen van het Europese verdeelplan meer zal opnemen – het land nam tot op vandaag welgeteld 12 van de vooropgestelde 1600 vluchtelingen op. ‘Het zou hem pijn doen om te zien hoe de Visegradgroep vandaag gebruikt wordt’, zucht Zantovsky. ‘Hij zag de Visegradgroep altijd als een soort Benelux, een manier om aan politieke en economische coördinatie met de buurlanden te doen. Het is tragisch dat de Visegradlanden vandaag samenwerken om standpunten in te nemen die Havel onverdedigbaar zou vinden.’

Havels geopolitieke beleid hadden ook controversiële kanten. Zo was hij een van de weinige Europese leiders die George W. Bush onvoorwaardelijk steunden in zijn war against terror. Ook de ‘humanitaire bombardementen’ tegen het regime van Slobodan Milosevic aan het einde van de Joegoslaviëoorlog steunde Havel zonder voorbehoud – al zou hij de term ‘humanitaire bombardementen’ nooit in de mond nemen. Zijn strijd tegen het communisme en steun voor de oorlogen van Bush zorgen ervoor dat hij in de VS zowel onder Democraten als Republikeinen aanbeden wordt. Een aanzienlijk deel van de fondsen voor Forum 2000 – de denktank die Havels verdiensten in de strijd voor de mensenrechten beschermt – komt tegenwoordig uit neoconservatieve hoek in Amerika.

Die verse financiering zorgt voor een ongemakkelijke lijn bij de directie van het Forum. Toen Pieter De Buysser eind vorig jaar het slotwoord van het Forum mocht verzorgen, brak er onder de aanwezigen net geen muiterij uit. Meerdere notabelen, waaronder Michael Zantovsky, verlieten de zaal toen De Buysser hen voor de voeten wierp dat Havels erfenis bezoedeld is door zijn steun aan de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten. Forum-directeur Jakup Klepal probeerde halverwege de speech zijn microfoon af te nemen. ‘Sommige gasten vonden zijn interventie niet gepast’, aldus Klepal, die het voorval ‘een ongelukkig misverstand’ noemt. Voor De Buysser was het ‘een regelrechte poging tot censuur’. ‘Voor een vereniging die de erfenis van Havel beweert te beheren, is dat toch echt wel problematisch.’

Op de scène is ondertussen de zonsopgang aangebroken. Vloekend en tierend trekt de oude president de stad in, op zoek naar zijn vaste portie spek met eieren. Zodra de lichten weer aanfloepen, geeft het publiek de acteurs een staande ovatie. Wanneer de zaal leegstroomt, is Bessel Kok een van de eerste toeschouwers om zijn felicitaties over te brengen. ‘Havel had het vast een leuk stuk gevonden’, glimlacht hij. ‘Hij was dol op absurdistische humor, zeker als hij er zelf goed uitkwam.’

Kok, die met zijn lichaamsbouw en karakteristieke snor voor een broer van Havel zou kunnen doorgaan, was in die ongein vaak een welwillende medestander. ‘Hij liet me weleens voorgaan bij een of ander officieel banket, zodat iedereen geloofde dat ik Havel was. We hebben Whoopi Goldberg eens tien minuten lang voor de gek gehouden. Dan stond hij achter de deur te lachen als een jongetje van tien. Misschien missen we die momenten nog het meest.’

The After Party speelt op 6 en 7 februari 2018 in Kaaitheater

Door Jeroen Zuallaert

‘Havel zag in dat het totalitarisme verweven was in het taalgebruik: dat je medeplichtig bent als je meeging in het discours van het regime.’

‘Europa moest voor Havel een gemeenschap van morele ideeën zijn, geen liberaal project waarbij alle bananen dezelfde vorm moeten hebben.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content