Ik geef geen steun aan een Europese begroting die geld wegneemt bij landbouwers, onderzoek of ontwikkeling, om het aan landen te geven die migranten binnenlaten’, aldus Orbán.
De Hongaarse premier Viktor Orbán zal er naar eigen zeggen niet voor terugdeinzen om zijn veto te gebruiken tegen de nieuwe meerjarenbegroting van de Europese Unie. ‘Er is unanimiteit vereist, dus de Hongaren hoeven zich geen zorgen te maken’, maakte Orban duidelijk.
De Hongaarse premier heeft het vooral gemunt op twee elementen uit de begroting: de inzet van Europees geld voor de integratie van migranten, en de koppeling van Europese fondsen aan het respect voor de rechtsstaat. In haar voorstellen voor de meerjarenbegroting van 2021 tot 2027 introduceerde de Europese Commissie deze week zo’n koppeling.
Net als Polen kwam Hongarije de voorbije jaren onder vuur te liggen omdat het gerechtelijke hervormingen zou doorvoeren die de democratische normen met voeten treden. Donderdag bestempelde de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Peter Szijjarto het voorstel als ‘chantage’, gebaseerd op ‘subjectieve criteria’. Volgens Orbán hoeven de Hongaren echter niet te vrezen voor een evaluatie van de rechtsstaat. ‘We kunnen op ons gemak zijn.’
Orban vuurde wel zijn banbliksems af op de voorstellen over migratie, waarbij de integratie van migranten een factor zou worden bij de verdeling van fondsen. ‘Ik geef geen steun aan een Europese begroting die geld wegneemt bij landbouwers, onderzoek of ontwikkeling, om het aan landen te geven die migranten binnenlaten’, waarschuwde de conservatieve premier. ‘Er mag geen cent naar migranten gaan’, maakte hij duidelijk.
Hongarije is sinds 2004 lid van de Europese Unie en behoort tot de belangrijkste zogenaamde netto-ontvangers, landen die meer geld van Europa krijgen dan ze zelf aan Europa geven. In 2016 bijvoorbeeld ontving het land 4,5 miljard euro, terwijl het iets minder dan één miljard euro in de pot stopte.
