Leila Khaled 47 jaar na de vliegtuigkaping: ‘Geweld kan je niet beantwoorden met rozen’

Leila Khaled © .
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

Toen de 24-jarige Palestijnse Leila Khaled in 1969 als eerste vrouw een vliegtuig kaapte, werd ze wereldwijd het symbool van de Palestijnse verzetsstrijd tegen Israël. Knack.be sprak meer dan 40 jaar later met de vrouw – een terroriste voor de één, een heldin volgens anderen – die nog steeds vurig de Palestijnse zaak bepleit. ‘Ik heb geen spijt van mijn daden.’

De kranige 71-jarige Leila Khaled straalt wanneer ze over haar kersvers kleinkind vertelt, al is ze allesbehalve een doorsnee oma. Op 29 augustus 1969 werd ze namelijk plotsklaps wereldberoemd door een vliegtuig van Rome naar Athene te kapen. Er vielen geen slachtoffers, het vliegtuig werd pas tot ontploffing gebracht toen alle gijzelaars het toestel hadden verlaten. Om deze daad nog eens over te kunnen doen zonder herkend te worden, onderging Khaled zes keer plastische chirurgie waarbij haar neus en jukbeenderen werden aangepast.

Op 6 september 1970 was het zover, ze kaapte voor de tweede en laatste maal een vliegtuig samen met de Nicaraguaan Joseph Arguello. De poging mislukte toen een Israëlische veiligheidsman Arguello doodschoot. Khaled werd overmeesterd en zat minder dan een maand in de Britse gevangenis. Op 1 oktober 1970 werd ze bij een gevangenenruil vrijgelaten.

De aanslagen kregen ontzettend veel media-aandacht en zetten de problemen van het Palestijnse volk op de kaart. De 24-jarige Khaled werd een rolmodel, de vrouwelijke tegenhangster van die andere vrijheidsstrijder, Ché Guevara. Haar afbeelding – met Palestijnse sjaal om het hoofd en geweer in de hand – ging de wereld rond en werd haast iconisch. ‘Iets wat ik totaal niet had verwacht’, vertelt ze in Brussel.

Alarmbel luiden

Niettegenstaande Khaled zoveel jaar later zonder schroom vertelt over de acties, voegt ze toe: ‘niet dat we de kapingen leuk vonden, maar we waren verplicht om het te doen. We hadden geen keuze. We moesten de alarmbel luiden.’

Leila Khaled
Leila Khaled © .

Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 verviervoudigde Israël het door haar bestuurde gebied, waardoor veel Palestijnen terechtkwamen in vluchtelingenkampen. ‘We ontvingen tenten en voedsel van internationale donors’, vertelt Khaled. ‘Maar enkel materiële hulp konden wij niet aanvaarden. Ons land was ingenomen en wat wij wilden was, terugkeren. Niemand luisterde naar onze klachten over de overstromingen in de kampen of stelde zich vragen bij de arrestaties van onschuldig Palestijnen. Pas toen we een vliegtuig kaapten, stonden de kranten vol. Plots wilden men wel luisteren.’

Volgens de Amerikaanse veiligheidsdiensten is onschuldigen bedreigen met wapens en angst zaaien tijdens een vliegtuigkaping, onbetwistbaar een terreurdaad. Al is terrorisme geen zwart-witverhaal, stelt de VN-commissie inzake Maatregelen om Internationaal Terrorisme te Elimineren. ‘De definitie verdeelt regeringen, mensenrechtengroepen, de media en zelfs de Verenigde Naties.’

Granaat tussen tanden

‘We kregen strikte instructies opgelegd, we mochten geen onschuldigen verwonden’, verdedigt Khaled zich. ‘Ja, ik had granaten op zak en als ik had gewild had ik een vliegtuig kunnen doen ontploffen. Maar ik deed het niet. Tijdens de tweede kaping werd mijn compagnon nochtans voor mijn ogen gedood, maar ik reageerde niet gewelddadig’, klinkt het.

Het enige waar ik spijt van heb in mijn leven, is dat ik mijn hogere studies niet hebben kunnen afmaken

Nochtans zou Khaled volgens een reconstructie van de Israëlische veiligheidsdiensten pas overmeesterd zijn nadat ze een handgranaat had gegooid, die niet afging. Met een granaat tussen haar tanden zou ze het boordpersoneel bedreigd hebben, aldus de Israëlische veiligheidsdiensten.

‘Ik heb niemand gedood en heb dus ook geen spijt van mijn daden.’ Voor opmerkingen als wat als de bommen waren afgegaan door onvoorziene omstandigheden, heeft Khaled geen oor. ‘Het enige waar ik spijt van heb in mijn leven is dat ik mijn hogere studies niet hebben kunnen afmaken’, voegt ze toe.

Geen religieuze strijd

Momenteel woont Khaled in de Jordaanse hoofdstad Amman, vanwaar ze werkt als politica voor de extreemlinkse partij Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP). Ze zetelt in de Palestijnse Nationale Raad, het wetgevend lichaam van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO).

Leila Khaled
Leila Khaled © .

Haar huidige werk ziet ze als een logische verderzetting van haar strijd die ze zoveel jaar geleden startte. ‘Zelfs in mijn jeugd was engagement om een einde te maken aan Palestijnse onrechtvaardigheden steeds aanwezig.’ Een van de vroegste herinneringen die ze heeft, speelt zich af in Libanon, waar naartoe Khaled en haar ouders vluchtten tijdens de oorlog in 1948. ‘Als vierjarig meisje wilde ik appelsienen plukken. Maar mijn moeder prentte me nadrukkelijk in, dat zoiets niet mocht. Wij als Palestijnen hadden geen rechten, of bezittingen. We waren niet langer op onze eigen grond in Haifa. ‘

Khaled reist geregeld rond (als ze een visum weet te bemachtigen) en houdt lezingen waarin ze de doelstellingen van PFLP verduidelijkt. ‘We willen de opheffing van de staat Israël en in ruil pleiten we voor een seculiere democratie waar verschillende religies en volkeren naast elkaar kunnen leven. En voor de volledigheid, met het einde van Israël, bedoel ik het zionistische Israël. Ze beweren dat Palestina het heilige land is en toebehoort aan het uitverkoren volk. Wel, ik geloof niet dat God een land onderverdeelt.’

Een groot verschil met die andere Palestijnse verzetsbeweging, Hamas, is dat het PFLP niet religieus geïnspireerd is. ‘Ik hang het marxisme aan, onze strijd is puur politiek, religieuze overwegingen spelen niet mee. Ik verdedig mensen, geen God’, stelt Khaled.

Terroristen versus bruggenbouwers

Leila Khaled op de muur in Bethlehem, Westelijke Jordaanoever
Leila Khaled op de muur in Bethlehem, Westelijke Jordaanoever© .

Al wordt de strijd die het PFLP voert niet door iedereen gezien als rechtvaardig. Zowel in Canada, de VS als de Europese Unie staat PFLP op de lijst van terroristische organisaties. Intussen is er volgens Khaled wat de EU betreft verandering op til. ‘Ik was hier in Brussel op uitnodiging van enkele parlementariërs en ontmoette de vicepresident. Hier zit je dan mooi tegenover een terrorist, grapte ik. Maar serieus, PFLP is een onderdeel van de PLO, de partij waarmee Europa praat. Het kan toch niet dat de leden van de ene flank beschouwd worden als terroristen, terwijl de anderen behandeld worden als bruggenbouwers?’

India, China, Rusland en het Verenigd Koninkrijk beschouwen de PFLP daarentegen niet als een terreurgroep. ‘Wat wij doen is ons verdedigen’, beaamt Khaled. ‘Wij worden dagelijks geconfronteerd met agressie van Israëlische kant en daarom is onze reactie gewelddadig. Geweld kan nu eenmaal niet beantwoord worden met rozen. Een bevolking die zichzelf verdedigt en verzet tegen onderdrukking, is legaal. Dat is niet alleen mijn logica, maar is een principe uit internationale wetten.’

Volgens de activiste is ‘bezetting de hoogste piek van terrorisme’, ‘als er dus iemand op een terroristenlijst zou moeten eindigen, zijn het de Israëlische settlers die illegale nederzettingen blijven bouwen.’ Volgens haar houden ze een regime van Apartheid in stand. ‘Bomen – die het inkomen van een gezin vormen – zomaar neerhalen, dàt is een oorlogsmisdaad. Muren bouwen, checkpoints inrichten zodat mensen zich niet meer kunnen verplaatsen tussen gebieden, mensen in de gevangenis steken, zonder aanklacht, … dat noem ik terreur.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content