Ludo Bekkers

Kubistisch oeuvre van Mondriaan te zien in Den Haag

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Aan het kubistisch aspect in Mondriaans oeuvre gaat een jubileumtentoonstelling open in het Gemeentemuseum in Den Haag.

De Nederlandse schilder Piet Mondriaan (1872-1944) was in zijn tijd, begrijpelijk, een controversieel kunstenaar maar ook iemand die beweerde zijn werk niet in eerste instantie niet voor anderen te maken maar het voor zichzelf te zien als resultaat van een zeer persoonlijk denken over het doel, de expressiemogelijkheid en de betekenis van de beeldende kunst in het algemeen. Die opvatting moeten we zien in de geest van de late 19e en het begin van de 20ste eeuw toen de beeldende kunst voortdurend in mutatie was. Zijn vrij omvangrijk oeuvre is dan ook de neerslag van die theoretische bedenkingen en zichtbaar gemaakt in de opeenvolgende fasen van zijn productie. De ontwikkeling die hij doormaakte gaat van het late impressionisme over het fauvisme en luminisme naar het kubisme om te eindigen eerst in een volledig streng en later (tijdens zijn jaren in New York) complexer abstract resultaat. Mondriaan heeft veel geschreven over de wegen die hij volgde en hun uitkomsten. Zoals Kandinsky was hij op zoek naar “Das Geistige in der Kunst” en hij kon zich vinden in de gedachtegang van dit fundamenteel boek alhoewel zijn theosofische opvattingen dat “Geistige” van Kandinsky soms een andere weg liet volgen.

Mondriaan is een zo boeiend kunstenaar omdat men (bijvoorbeeld in de verzameling van het Haags Gemeentemuseum) zijn logisch traject op de voet kan volgen. Van de realistisch bedoelde werken naar de uiteindelijke abstractie van éénzelfde onderwerp (bomen bvb.). Binnen die afgelegde weg is er een episode waar de invloed en zijn persoonlijke interpretatie van het kubisme aan de orde komt. Dat is niet zo vreemd omdat hij enigszins uitgekeken was op de Nederlandse kunstwereld en hij had vastgesteld dat de vernieuwing in de beeldende kunst in Parijs te zoeken viel. In 1912 reisde hij er heen en werd er inderdaad opnieuw geconfronteerd met andere plastische benaderingen in het werk van de Franse Kubisten en dan vooral met dat van Picasso en Braque. Het was in zekere zin een weerzien want een jaar eerder had hij al schilderijen van hen gezien op een tentoonstelling van de Moderne Kunst Kring in Amsterdam. Hij zette zich snel aan het werk in zijn Parijse atelier en hij voorvoelde haast instinctief dat deze richting, het kubisme dus, een doorbraak in zijn ontwikkeling zou kunnen forceren.

Mondriaan is een boeiend kunstenaar omdat men zijn logisch traject op de voet kan volgen.

Ludo Bekkers

Twee jaar later en terug thuis, kon hij bij kunsthandel Walrecht in Den Haag het werk, dat ondertussen ontstaan was, (zestien composities) tonen. Het was geen kopie van wat hij in Parijs had gezien maar een uitgepuurde voortzetting van zijn démarche op weg naar zijn latere abstractie. Hij was dan ook tot de vaststelling gekomen dat het analytisch kubisme, de toenmalige stijl van vooral Picasso en Braque, niet het middel bleek te zijn dat zijn verdere ontplooiing zou kunnen dienen. Waarschijnlijk wist hij toen nog niet waar hij precies naartoe wilde en dacht dat het kubisme hem kon helpen maar niet dat van de Fransen. Hun methode bestond er in reële objecten in het schilderij tot vlakken te herleiden, die uiteen te rukken en ze daarna, als een puzzel, tot een nieuw geheel opnieuw samen te voegen. Het was niet dat wat Mondriaan bedoelde. Wat hij wilde was een verdieping in het wezen van de schilderkunst en daar kon het kubisme, althans een vorm er van, een tussenstap betekenen. Zo meende hij maar het was blijkbaar niet de juiste stap.

Wat heeft hij dan wel aan dit kubistisch avontuur overgehouden. Hij leerde bij zijn Franse kunstbroeders een schilderij te “organiseren”, op te bouwen en de vlakverdeling te optimaliseren, los van de werkelijkheid. Maar anders dan voor hen is bij Mondriaan die onafhankelijkheid het begin van het volledig uitbannen van de zichtbare realiteit. Hij zal met tekens in het platte vlak uitdrukking willen geven aan zijn “geestelijke” ervaringen. Zijn kubistische periode (ca 1912-1914) kenmerkt zich door het verder abstraheren van zijn onderwerpen. Bomen, landschappen worden herleid tot streepjespatronen of lichte curven in enigszins vale kleuren. Ook komt het voor dat het spierraam niet vierkant of rechthoekig is maar opstaand ovaal, een frivoliteit, eigen aan deze scheppingsperiode.

Aan het kubistisch aspect in Mondriaans oeuvre gaat straks (25 januari) een jubileumtentoonstelling open in het Gemeentemuseum in Den Haag. Het is dit jaar 70 jaar geleden dar Piet Mondriaan in New York overleed. In de expositie is niet alleen werk van hem te zien maar ook van Picasso, Georges Braque en Fernand Léger.

Tentoonstelling “Mondriaan en het Kubisme- Parijs 1912-1914”. Den Haag, Gemeentemuseum, van 25 januari t/m 11 mei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content