Mark Eyskens

I have a dream

Mark Eyskens Minister van staat

Vijftig jaren geleden, op 28 augustus 1963, werd te Washington een van de meest invloedrijke en aangrijpende toespraken aller tijden gehouden door een Afro-Amerikaanse Baptistische dominee, Martin Luther King.

Deze toespraak zou de geschiedenis ingaan als de ‘I have a dream’-rede, uitgesproken als sluitstuk van de massale ‘mars op de Amerikaanse hoofdstad’, georganiseerd door de Amerikaanse beweging voor de burgerrechten. 250.000 mensen waren opgekomen en hadden postgevat op de National Mall, die indrukwekkende, kilometerslange laan, die het Lincoln Memorial scheidt van het Amerikaanse Capitool, waar het parlement zetelt. In de jaren 1950-60 waren de Verenigde Staten het toneel van talrijke racistische incidenten, waarbij zwarte leiders, gesteund door een aantal moedige blanken, opkwamen voor de gelijkberechtiging met name in het onderwijs en op de werkvloer, van de Afro-Amerikaanse bevolking, die afstamde van de slaven.

Die voorvaderen waren tijdens de koloniale periode uit Afrika in onmenselijke voorwaarde ingevoerd in de VS, in het raam van de beruchte driehoekshandel. Vanaf de jaren 50 had Martin Luther King zich opgeworpen als de leider van de burgerrechtenbeweging en zich ingezet, onder meer met een spectaculaire busboycot, voor het opheffen van de discriminatie die leden van de zwarte gemeenschap verplichtte op het openbaar vervoer hun plaats afstaan aan blanken en de hen ook verbod oplegde cafés en restaurants te bezoeken die voorbehouden waren voor blanken. De manifestatie in Washington op 23 augustus 1963 moest het hoogtepunt worden van het verzet tegen rassendiscriminaties.

De Amerikaanse overheid – J. F. Kennedy was toen president – vreesde uitbarstingen van geweld. Martin Luther King en zijn medestanders waren echter voorstanders, in navolging van Mahatma Ghandi, van geweldloze acties. En zo verliep het ook in Washington. Medewerkers hadden Kings toespraak voorbereid maar, zoals het met echte redenaars het geval is, liet hij zich inspireren door zijn publiek, in dit geval de mensenzee die op en neer golfde tegen de trappen van het Lincoln Memorial. Op een bepaald ogenblik, terwijl hij reeds begonnen was met zijn redevoering, riep de populaire zangeres Mahalia Jackson, die achter hem op het podium had plaatsgevonden, uit: ‘Martin, tell them about your dream’. King begreep de boodschap en begon aan de beroemde, geïmproviseerde passus, die veel mensen tot op vandaag tot tranen toe beweegt.

u0022Vlaanderen wacht nog steeds op een Martin Luther King, die uit zou roepen: ‘alle mensen eerst’u0022

Mark Eyskens

Zijn woordkeuze was duidelijk geïnspireerd door zijn kennis van de Bijbel, de zangerige toonaard waarop hij zijn zinnen uitsprak, was typisch voor een zwarte predikant en de wijze waarop hij ‘I have a dream’ als een soort Wagneriaans leitmotiv herhaalde, verleende een buitengewone stootkracht aan zijn woorden. Reeds onder president Kennedy maar vooral na diens tragische dood, onder president Lyndon Johnson, zouden door het Amerikaanse Congres belangrijke wetten worden gestemd om een einde te maken aan de meest schrijnende discriminaties.

Een halve eeuw later zou uiteraard de verkiezing tot president van de eerste Afro-Amerikaan in de persoon van Barack Obama een enorme symbolische betekenis krijgen. Martin Luther, die zou worden vermoord in 1968 omwille van zijn ideaal, wordt vandaag gehuldigd als diegene die een stem heeft gegeven aan de meest edele gevoelens waartoe de mens in staat is.

Het toeval wil dat op hetzelfde ogenblik in Vlaanderen allerlei gekwaak opstijgt uit de politieke vijver met de bedoeling racisme te relativeren tot een doordeweeks tijdverdrijf, bovendien door allochtonen zelf uitgelokt. De strijd tegen ontluisterende discriminaties en de promotie van idealen van medemenselijke solidariteit komen niet meer aan bod, als bot nationalisme – dit is het verheffen tot gemeenschapsdeugd van individueel egoïsme – de dominante toonaard wordt in een dissonante maatschappij. Natuurlijk is Europa niet te vergelijken met de Verenigde Staten. Het is daarenboven nodig dat de Europese Unie een gemeenschappelijk immigratiebeleid zou invoeren. Maar grote denkers, filosofen, moralisten en de moderne wetenschap leren ons dat mensen mensen zijn en genetisch één ras vormen en in wezen gelijk zijn. Daardoor zijn ze gelijkwaardig maar ook verschillend. ‘Eigen volk eerst’, wordt schaamteloos geschreeuwd. Vlaanderen wacht nog steeds op een Martin Luther King, die uit zou roepen: ‘alle mensen eerst’.

Mark Eyskens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content