Ludo Bekkers

Het betere billen- en borstenwerk van de stadsdame

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

De Amerikaanse fotograaf Garry Winogrand (1928-1984) behoort tot de exclusieve reeks straatlopers die hun camera altijd bij zich droegen en de stad als hun werkterrein hadden gekozen.

Net als Lee Friedlander, Robert Frank, William Eggleston, Walker Evans om alleen Amerikanen te noemen, leefde Winogrand pas op wanneer hij met zijn Leica de straat op ging. Onvermoeibaar en steeds speurend naar beelden van het urbane leven en de mensen die er zich in bewogen. Het leverde meer dan vijf miljoen negatieven op die na zijn overlijden werden gevonden. Hij keek er nauwelijks naar om want zijn devies was dat hij ze minstens twee jaar liet rusten om ze pas daarna te ontwikkelen zodat hij pas dan de situatie vergeten was en er met een meer onbevangen oog kon naar kijken.

De wereld is slecht georganiseerd, zei hij, het is een warboel, en ik ben niet geneigd daar orde in te brengen. Dat is dan ook in zijn foto’s te merken . Hij trok de straat op keek en fotografeerde, snel en inderdaad wanordelijk. Het levert nu vinnige beelden op die zich van de geijkte fotografische normen weinig aantrekt. Ze zijn zeker niet esthetisch, negeren de klassieke opbouw want vaak staan ze schots en scheef, houden niet altijd rekening met licht en tegenlicht maar ze geven wel een indruk van het chaotische leven in New York en de andere steden waar hij flaneerde.

Vrouwen

Flaneren is wellicht niet het juiste woord want hij dweilde de straten af op goed geluk en vond wel altijd een situatie die hem kon boeien. Hij was niet de man die de misdaad opzocht zoals Weegee die met zijn camera sliep om ’s nachts op pad te gaan. De ongure kant van de stad was niet zijn ding, het leven in al zijn facetten was zijn onderwerp. Zijn foto’s vertellen een verhaal, dat van mensen in een urbane omgeving. Ze haasten zich. Waar naartoe is de vraag en het antwoord kent ook hij niet, maar ze bewegen, soms gespannen, soms verstrooid, ze doen boodschappen of haasten zich naar hun werk, kortom het maakt een stad wat ze is, een intermezzo tussen thuis en werk, levendig en oppervlakkig, rusteloos maar vitaal.

Winnogrand is geen fotojournalist want in de periode dat hij fotografeerde was er in de Verenigde Staten, de jaren na 1970 en later, ook volop een mentale evolutie aan de gang. Het puriteins conservatisme werd er in vraag gesteld, de contestatie rond de oorlog in Vietnam laaide op, aan de universiteiten was de Free Speech Movement aan de orde, de raciale segregatie ontplooide zich in de Civil Right Movement en in het midden van de jaren zestig ontlook de National Organisation for Women (NOW) die de emancipatie van de vrouw inluidde. Maar niets van dat alles zien we terug in zijn foto’s. Integendeel want vrouwen interesseren hem bovenmatig zij het dan minder om hun bevrijdingsbetrachting.

Misleidend

Zo blijkt uit de tentoonstelling “Women are beautiful” die gekozen werd uit zijn vele stadsbeelden waar de vrouw werd uitgelicht en er een prominente rol in speelt. Er werd trouwens ook een fotoboek gepubliceerd met dezelfde titel zoals trouwens nog andere publicaties die thematisch zijn oeuvre recapituleerden. Men zou gemakkelijk geneigd zijn om door die onderwerpskeuze Winnogrand als een onverbeterlijke macho te bestempelen. Het is waar dat hij op deze foto’s een bijzonder oog heeft voor het billen- en borstenwerk van dames maar er is uiteraard meer te zien. De context is de straatfotografie, al vond hij die benaming “stupid”, maar tussen de duizenden beelden die hij in de hoofdstraten van de Amerikaanse steden maakte is het, zeker in de warme zomerdagen, niet uitzonderlijk om er dames te zien in luchtige zomerkledij die soms nog weining verhullen van hun anatomie. Het is niet zo dat hij er speciaal op uit was zo’n personages te zoeken. Tussen de vele mannelijke en andere voorbijgangers waren ook vrouwen aanwezig, maar niet dominant. Daarom is deze expositie in titel en uitwerking misleidend en dat is jammer.

Winnogrand is een rasfotograaf en, los van de omschrijving moet men kijken hoe hij, zogezegd los uit de pols, maar met een geoefend oog het stadsleven benadert. Hij gebruikte een groothoeklens waardoor hij vrij dicht de voorbijgangers moest benaderen en er perspectivische verschuivingen en vervormingen ontstonden. Maar het resultaat is nooit banaal noch vulgair. Waarschijnlijk was zijn joodse afkomst debet aan een culturele instelling die hem er voor behoedde smakeloosheid te produceren. Wie deze foto’s in hun juiste context weet te plaatsen staat oog in oog met een getalenteerd fotograaf die met reden behoort tot de besten in zijn genre.

Tentoonstelling “Garry Winnogrand, women are beautiful”. Charleroi, Musée de la Photographie, nog tot 17mei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content