Handelsoorlog tussen China en de VS: ‘Economische waanzin met politieke logica’

Chinees president Xi Jinping en Amerikaans president Donald Trump © Reuters
Kamiel Vermeylen

De Verenigde Staten en China bestoken elkaar met importtarieven en vergeldingsmaatregelen. Een handelsoorlog lijkt niet meer te vermijden. Maar waarom doen beide landen dit eigenlijk? En dreigt hetzelfde voor de Europese Unie? Knack vroeg het aan Dirk De Bièvre, politiek econoom aan de Universiteit Antwerpen.

De Amerikaanse president Donald Trump kondigde maandagavond aan dat de Verenigde Staten nieuwe importheffingen van tien procent wil invoeren op Chinese goederen ter waarde van 200 miljard euro. Deze maatregel komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Vorige week vrijdag kondigde Trump al aan om invoerheffingen van vijfentwintig procent in te voeren op producten ter waarde van 50 miljard dollar. Omdat het Chinese ministerie van Handel ondanks Amerikaanse waarschuwingen prompt tegenmaatregelen aankondigde, drijft Trump de druk nu op. Kondigt China opnieuw tegenmaatregelen aan, waar het naar uitziet, dan wil Trump opnieuw voor 200 miljard dollar aan producten viseren. Een handelsoorlog lijkt niet meer te vermijden.

Trump is niet te spreken over het economisch beleid van China ten opzichte van de Verenigde Staten. Zo bedraagt het handelsonevenwicht in goederen tussen beide landen maar liefst 376 miljard dollar. Bovendien zou de Chinese overheid Amerikaanse bedrijven ertoe dwingen om hun intellectuele eigendommen te moeten afstaan indien ze in China willen investeren. Recent diende zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten daarvoor een klacht in bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

De importheffingen richten zich niet toevallig voornamelijk op de technologiesector, waaronder motoronderdelen, industriële robotica en onderdelen van nucleaire reactoren. Enkel indien China bereid is om van die praktijk af te zien en de eerdere tegenmaatregelen in te trekken, dan komen de importheffingen er niet. Anders gaan de sancties in vanaf 6 juli van dit jaar.

In het officiële persbericht van het Witte Huis zei Trump dat ‘China de Amerikaanse arbeiders, bedrijven en boeren bedreigt die niets hebben misdaan’. Maar wat wil Trump hier eigenlijk mee berijken? En dreigt hetzelfde scenario voor de Europese Unie?

Knack vroeg aan Dirk De Bièvre, professor politieke wetenschappen en politieke economie aan de Universiteit Antwerpen, waarom Trump deze maatregelen precies neemt.

Trump kiest er ineens voor om nieuwe importheffingen in te voeren voor een goederenpakket ter waarde van 200 miljard euro. Een drastische of weloverwogen keuze?

DIRK DE BIEVRE: Momenteel zijn er tal van Amerikaanse bedrijven die in China hun producten outsourcen. Dat betekent voor de Verenigde Staten een verlies aan investeringen en werkgelegenheid. Trump wil bedrijven aansporen om zich uit China terug te trekken of alvast geen investeringen meer naar het land te verplaatsen. General Motors is daar een goed voorbeeld van. Het produceert wagens in China die vervolgens terug naar de Verenigde Staten worden verscheept. Daar moet GM in de toekomst dus importheffingen op betalen, en het zal minder winsten uit die winstgevende bedrijfstak halen.

De maatregelen van Donald Trum zijn dan wel economische waanzin, er zit wel degelijk een politieke logica achter

Dirk De Biu0026#xE8;vre, professor politieke wetenschappen en politieke economie aan de Universiteit Antwerpen

Deze maatregel moet het bedrijf ertoe aanzetten om deze productie terug naar de VS te verplaatsen, of op zijn minst niet verder uit te breiden in China. Dat is natuurlijk erg paradoxaal. Amerikaanse bedrijven, die zowel in de Verenigde Staten als in China aanwezig zijn, worden ook getroffen door de invoerheffingen.

Rekent de producent die prijsstijging niet gewoon door aan de consument? Volgens de Amerikaanse Kamer van Koophandel is vooral de Amerikaanse burger de klos. Ook de werkzaamheidsgraad zou een fikse knauw krijgen.

DE BIEVRE: De importheffingen kunnen inderdaad wel remmende effecten hebben voor de economie. Maar Trump hanteert een uitstekende timing. Zijn administratie heeft een grootschalige belastingverlaging doorgevoerd en een heel expansief budget door het Amerikaanse Congres gejaagd, waardoor de Amerikaanse overheid structureel meer op geleend geld zal gaan steunen. De effecten van de importheffingen worden op die manier tenietgedaan door eerder genomen maatregelen. De handelsoorlog blijft zo op korte termijn betaalbaar en de effecten voor de Amerikaanse burger zullen al bij al meevallen.

China heeft wil zich niet laten kisten en heeft al gedreigd met tegenmaatregelen. Hoe proberen ze de Amerikaanse president daarmee te treffen?

DE BIEVRE: China viseert vooral producten die in de swing states worden gemaakt, waar Trumps verkiezingscampagne zwaar had op ingezet. Swing states zijn die staten met veel kiesdistricten die nu eens naar een Democratische, dan eens naar een Republikeinse kandidaat gaan. Door de producenten die daar gevestigd zijn te treffen met hoge douanetarieven, zullen bedrijven en inwoners de schuld daarvoor misschien bij hun president leggen, zo redeneert Beijing.

China zal bijvoorbeeld hoge douanetarieven heffen op soja, omdat die massaal op Trump hadden gestemd. Door hen tegen ‘hun’ president in het harnas te jagen, hopen ze dat Trump de importheffingen zal terugdraaien of niet opnieuw verkozen geraakt. Deze strategie is van cruciaal belang om de politieke steun voor Trumps handelsbeleid zowel in het Republikeinse kamp als in de administratie te ondermijnen.

Versterkt dat voor de getroffen Amerikanen net niet het beeld dat China de boeman is?

DE BIEVRE: De getroffen bedrijven zullen zich individueel of per sector verenigen en hun lobbymachine in gang zetten, waar de administratie en de congresleden in Washington op hun beurt zullen moeten reageren en hen zal bedienen met speciale maatregelen. Het is denkbaar dat Trump zich dan opnieuw opwerpt als verdediger van die sectorspecifieke belangen. Daar zou hij dan wederom de electorale vruchten van kunnen claimen, want hij zou alweer een ‘deal’ voor ook die mensen gearrangeerd hebben.

Verliezen incasseren of de lobbymachine aanzetten. Ook het Vlaamse Bekaert zal zo’n keuze moeten maken.

Neem bijvoorbeeld de staalverwerkende bedrijven in de Verenigde Staten (zoals de auto- of machinebouwindustrie) die door de Amerikaanse invoerheffingen op staal veel duurdere inputs zullen moeten verwerken, of aan sommige gespecialiseerde staalproducten niet meer zullen geraken. Zij hebben de keuze om in Washington de lobbymachine aan te zetten of om hun fabrieken en/of boeken te sluiten. Het Vlaamse Bekaert dat ook in de Verenigde Staten heel gespecialiseerde staalproducten maakt, zal bijvoorbeeld zo’n keuze moeten maken.

Maar welke keuzes bedrijven ook maken, in beide gevallen kan Trump de vermetelheid opbrengen om door middel van nieuwe maatregelen te tonen dat hij iets voor de Amerikaanse bedrijfswereld én arbeiders doet. Hij zal het niet nalaten om te zeggen dat in het verleden zogezegd nooit iemand iets deed voor die arme noeste arbeiders. Er zit wel degelijk een politieke logica in deze economische waanzin.

Zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten hebben eerder al klacht ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie omdat China bedrijven ertoe zou dwingen om intellectuele eigendomsrechten af te staan in ruil om te mogen investeren. Waar gaat het precies om?

DE BIEVRE: Momenteel moet je in China niet de eigenaar of uitvinder zijn van een product om het intellectuele eigendomsrecht te bezitten. Het is veeleer de eerste die de aanvraag indient die het eigendomsrecht in handen krijgt. In China zijn er tal van gespecialiseerde bedrijven die met niets anders bezig zijn om producten en masse aan te melden, zonder dat ze die ook effectief produceren. Daar zijn de bedrijven uit de Verenigde Staten en de Europese Unie niet blij om. Het is één van de redenen waarom ze wel eens achter het net vissen – of het nu over patenten, copyrights, of handelsmerken gaat.

Kan China deze problemen dan niet oplossen?

Deze problemen zullen niet zomaar verdwijnen, zelfs al zou een onafhankelijk panel van WTO-juristen het intellectueel eigendomsbeleid van China veroordelen. Verder kan de centrale overheid het systeem wel veranderen, en heeft zij ook een wetgeving en afdwingingssysteem voor intellectuele eigendomsrechten ingevoerd, maar het zijn de Chinese lokale overheden die voor de afdwinging van het intellectueel eigendomsrecht moeten zorgen.

Trump zal proberen om voor de getroffen bedrijven en organisaties een speciale deal te maken. Dat zou wel eens electorale vruchten kunnen afwerpen.

Omdat de copycat industrie in tal van regio’s zo belangrijk is, heeft de centrale Chinese overheid niet zomaar de macht om de huidige regelgeving rond intellectueel eigendom te veranderen. Het is een illusie om te denken dat het communistische China een totaal gecontroleerde centralistische economie is die van bovenuit alles aan de lokale overheden kan opleggen. Binnen het land bestaat er een groot conflict tussen de lokale en de federale overheid.

Dat zie je ook in het ambitieuze klimaatbeleid van China. De centrale regering wil haar economie drastisch hervormen. Probleem is echter dat de lokale overheden de eigenaars zijn van de grote steenkoolcentrales, die nog niet van het net zijn gehaald. Er werken immers honderdduizenden mensen in die sector en in de sectoren die er afhankelijk zijn, zoals de bouwsector. Deze zijn van groot politiek belang zijn voor die lokale overheden.

Ook tegen de Europese Unie heeft de Amerikaanse president onlangs importheffingen aangekondigd. Hoe groot zullen de gevolgen voor de Europese Unie zijn?

DE BIEVRE: De economische gevolgen zullen al bij al wel meevallen. Uiteindelijk gaat het over een specifieke sector die door deze maatregelen wordt getroffen, terwijl grote en gediversifieerde economieën zoals die van de EU en de VS er nog talloze andere hebben.

De Europese Unie kondigde meteen tegenmaatregelen aan.

DE BIEVRE: Die blijven net als de Amerikaanse heffingen beperkt tot bepaalde producten en sectoren. Net als bij de Chinese importtarieven zijn ook de Europese gericht tegen producten in kiesdistricten die electoraal belangrijk zijn voor Trump en/of de Republikeinen. Deze Europese sancties worden in twee fases ingevoerd. Meteen na de Amerikaanse invoering van de heffingen voor Europese producten heeft de Unie een maatregelenpakket voorgesteld. Krijgt de Europese Unie gelijk van de WTO voor de klacht die ze heeft neergelegd, dan volgen nog meer vergeldingsmaatregelen.

De Europese Unie heeft dus een solide verdedigingsmechanisme?

DE BIEVRE: Politici en commentatoren verkondigen wel eens dat de Europese Unie leiderschap moet vertonen en zich sterk moet opstellen, maar dat is toch wat overtrokken. Door de regels die je eerder hebt afgesproken te blijven afdwingen, ontstaat er een toch veel minder escalerende situatie dan het onmiddellijke en heel breed gestrooide protectionisme dat een totale handelsoorlog zou inhouden.

De Amerikaanse importheffingen zullen de Europese politieke eenheid en de eenvormigheid van haar handelsbeleid niet zomaar in gevaar brengen.

Zowel de ‘gerechtelijke’ instantie van de Wereldhandelsorganisatie, als de politieke mobilisering van getroffen sectoren zijn twee systemische remsystemen die ervoor zorgen dat we niet opnieuw in de jaren dertig zitten.

De Europese lidstaten zijn over tal van kwesties diep verdeeld. Verstevigt of verzwakt Trump de Europese cohesie met zijn importheffingen?

DE BIEVRE: De Amerikaanse importheffingen zullen de Europese politieke eenheid en de eenvormigheid van haar handelsbeleid niet zomaar in gevaar brengen. Sinds 2014 hebben de Europese lidstaten aan de Europese Commissie de macht gedelegeerd om onmiddellijk en automatisch vergeldingsmaatregelen op te leggen. Een staat die importheffingen invoert die duidelijk in strijd zijn met eerdere afspraken binnen de WTO kan tegenmaatregelen verwachten. De regulering was eigenlijk eerder gedacht om zich eensgezind tegen eventuele Chinese importheffingen te kunnen verzetten, maar nu blijkt het dus voor de Verenigde Staten nodig te zijn.

Enkel wanneer een gekwalificeerde meerderheid van EU-lidstaten tegen die vergeldingsmaatregelen zou stemmen, zouden ze niet in voege treden. In het Europees handelsbeleid is het dus institutioneel onmogelijk de lidstaten uit elkaar te spelen door de ene lidstaat een deal aan te bieden en de andere op de kast te jagen. In Washington zal – voor de zoveelste keer de laatste decennia – een proces van verwondering en (her)ontdekking van het bestaan en de handelsmacht van de Europese Unie op gang komen. Al moet daar bij worden gezegd dat de Europese Unie in principe wel verdeeld kan geraken inzake het investeringsbeleid. China buit deze institutionele zwakte van de EU al uit om zich in bepaalde zogenaamde strategische sectoren in te kopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content