Willemjan Vandenplas

Discours over conflict in Syrië moet veranderen: Syriërs haten ISIS nog meer dan Westerlingen

Willemjan Vandenplas Werkt rond het geweldloos burgeractivisme in Syrië, spreekt Arabisch en bezocht in Syrië onder andere het vluchtelingenkamp Za'atari in Jordanië

‘Syrië zit niet vol zit met jihadisten. Het relaas over het Syrische conflict moet dringend veranderen. Het Westen moet overtuigd worden dat Bashar al-Assad slecht is en dat Syriërs een democratie waardig zijn. Dat Syriërs ISIS nog harder haten dan dat Westerlingen dat doen’, zegt Willemjan Vandenplas.

Het wordt tijd dat het relaas over het Syrische conflict veranderd. Syrië is geen dichotoom verhaal tussen zogezegde Al Qaida-gelieerde groepen en het regime van president Bashar al-Assad. De Syrische Revolutie is namelijk nog lang niet dood. Op verschillende plaatsen bloeit deze revolutie nog steeds. Ze wordt gedragen door gewone burgers die elke vorm van geweld afwijzen. Het Syrische conflict kan daarom niet simpelweg gereduceerd worden tot een geopolitiek spel: waarin alle groepen gemilitariseerd zouden zijn en waarin Islamisme en sektarisme botvieren. Wat wel vast staat is dat de Syrische oppositie fel verdeeld is.

De strijd van de burgeractivisten komt van onderaan, ze is ‘bottom-up’ terwijl er op dit moment door internationale politici enkel aan ’top-down’ strategieën wordt gedacht. Een politieke oplossing is volgens de internationale gemeenschap enkel mogelijk tussen politieke leiders en de staat. Terwijl de activisten vrijheid, waardigheid en sociale rechtvaardigheid eisen. De geestelijke vader van de burgerinitiatieven is de anarchist wijlen Omar Aziz. Hij stierf in februari 2013 in een gevangenis van het regime.

Discours over conflict in Syrië moet veranderen: Syriërs haten ISIS nog meer dan Westerlingen

Het is duidelijk dat er binnen de publieke opinie weinig bewustzijn bestaat over de de ‘grass-roots’ civiele beweging in Syrië. Een verzachtende reden hiervoor is dat het Syrische middenveld problemen heeft om te communiceren met het buitenland.

Omdat er in Syrië vaak geen elektriciteit is of geen geld voor internet, kunnen zij hun boodschap moeilijk de wereld insturen. Bovendien lijdt op dit moment meer 50 procent van de bevolking honger, waardoor Syriërs andere prioriteiten hebben dan communicatie. En als een project al onder de aandacht komt, treedt het Syrische regime hard op. In het verleden waren de represailles niet min. Daardoor gingen deze initiatieven vaak ondergronds.

De internationale solidariteit met de burgerinitiatieven is klein waardoor activisten en hun initiatieven er vaak alleen voor staan. Hun politieke beweging wordt onder meer onder leiding van Ahmad Al-Jabra van de Syrische Nationale Coalitie meer en meer naar de zijlijn verplaatst. Intussen reist Al-Jabra de wereld rond om financiële steun te verkrijgen voor een ‘game-changer’, een wapen dat het militaire status-quo kan verbreken. Al-Jabra is namelijk een grote voorstander van een militaire oplossing van het conflict.

Internationale ngo’s en de Verenigde Naties zijn verplicht om het regime te raadplegen indien ze hulp willen verstrekken. De VN doet dit omdat anders een politieke oplossing onmogelijk lijkt. De VN wil de kans op dialoog met het regime behouden.

De grootste ngo die actief is in Syrië voor humanitaire hulpverlening is Mercy Corps, zij gaan in tegen het beleid en willen niet via het regime steun verlenen. Zij kozen ervoor om hun hulp in de door het regime gecontroleerde gebieden stop te zetten. Met als gevolg dat alle hulp nu geconcentreerd is in gebieden die door het regime gecontroleerd worden. Het is belangrijk dat de internationale solidariteit op gang komt zoals deze van Mercy Corps in de bevrijde gebieden.

Het middenveld in het Westen moet zich afvragen of er een populaire strijd aan de gang is en of er organisaties zijn met welke zij hun waarden delen? Het antwoord op beide vragen is: ja. Dus het is nu het moment dat de burgeractivisten aan het langste eind trekken. En dat er een ‘Game-Changer’ komt voor de burgeractivisten.

Dit kan enkel de publieke opinie in het Westen te overtuigen dat Syrië niet vol zit met jihadisten. Dat het conflict de grootste humanitaire ramp is van deze generatie met 2,5 miljoen vluchtelingen buiten Syrië en 6,5 miljoen binnen Syrië. Met 165.000 doden en 18.000 vermisten. Dat Bashar Al-Assad slecht is en dat Syriërs een democratie waardig zijn. Dat vrouwen opkomen voor hun rechten. Dat Syriërs ISIS nog erger haten dan dat Westerlingen dat doen. Dat vooral mensen samenkomen en samenwerken om hun stem naar buiten te krijgen waarin het gelooft heerst dat hoop niets waard is zonder actie. Omdat de menselijke natuur altijd in opstand komt tegen tirannie. Zoals de tirannie van ISIS of het regime van al-Assad.

Het is dus belangrijk dat het discours over Syrië verandert en dat activisten weer het woord krijgen zoals in het begin van de revolutie. In de plaats van de dichotomie tussen al-Assad en ISIS. Het is belangrijk dat de aandacht die nu aan ISIS wordt gegeven niet ten koste gaat van de Syrische burgeractivisten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content