Rudi Rotthier

De schutter stapte de klas binnen, riep: ‘Ik haat feministen’, en doodde 14 vrouwen

Vorig weekend, 6 december, werd de grootste massamoord uit de Canadese geschiedenis herdacht. Een 25-jarige man, Marc Lépine, stapte op die dag in 1989 een vermaard ingenieurscollege binnen, L’Ecole Polytechnique in Montréal, scheidde mannen van vrouwen en schoot de vrouwen neer. Hij doodde de ingenieursstudenten, schreef hij in een annex bij zijn afscheidsbrief, omdat hij de tijd niet had om 19 prominente feministen te doden.

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u een achtergrondverhaal vanuit de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Marc Lépine zag er vrij onschuldig uit, niet groot. Hij had geen strafblad.

Hij had zijn actie minstens sinds augustus 1989, vier maanden voor zijn aanval, voorbereid. Toen had hij de wapenvergunning aangevraagd, die hem in staat stelde een semiautomatisch wapen te kopen. Hij had al veel langer, minstens sinds zijn zeventiende, toen hij een poging ondernam om in het leger te gaan, plannen om na een massamoord zelfmoord te plegen. Klasgenoten hadden hem als jongere tiener al over zelfmoord gekoppeld aan moord horen fantaseren.

Het leger weigerde hem in te schrijven als leerling-officier omdat hij, zo schreef hij in zijn zelfmoordbrief, “asociaal” werd bevonden.

Een gewonde wordt afgevoerd
Een gewonde wordt afgevoerd© /

Asociaal was hij zeker, maar niet dom, en niet helemaal geïsoleerd. Hij las furieus, oorlogsboeken vooral, hij speelde computerspelletjes, had contact met co-huurders, hij speelde paintball (dat was misschien de enige activiteit die hem vreugde gaf), ging langere tijd als werkstudent aan de slag in het ziekenhuis waar zijn moeder hoofdverpleegster was – hij werd er ontslagen omdat hij woedeaanvallen kreeg en niet overweg kon met autoriteit. Ontslagen door een vrouw en vervangen door een vrouw, vertelde hij aan kennissen. Hij brak elektronicastudies af net voor hij ze voltooide. Hij wou misschien uiteindelijk ingenieur worden. Hij was door het ingangsexamen geraakt voor L’Ecole Polytechnique, maar kon pas aan zijn studies beginnen op voorwaarde dat hij nog twee voorbereidende cursussen zou volgen.

Nadat hij er een met goed gevolg had afgewerkt, deed hij in april 1989 opnieuw het ingangsexamen. Hij kreeg dezelfde boodschap. Dat hij nog die extracursus moest doormaken.

‘Tueur fou’

Eind 1989 zou hij zijn uitkering verliezen. Hij kwam tot de conclusie, volgens zijn zelfmoordbriefje, dat het er allemaal niet toe deed, aangezien het toch zijn lot was zichzelf te doden. De media zullen me als een “tueur fou” omschrijven, schreef hij enigszins profetisch, een gekke schutter, “maar ik beschouw mezelf als een rationeel geleerde” (un érudit rationnel).

In het weekend voorafgaand aan de actie ging hij op bezoek bij zijn moeder. Hij gaf haar een verjaardagscadeau – dat vond ze vreemd want ze verjaart pas eind december.

Op woensdag 6 december sneeuwde het, en de sneeuw bleef liggen. Hij ging gekleed in een anorak met legerachtige kleur. Hij had een baard laten groeien om zijn acne te verbergen.

Iemand vroeg wat hij kwam doen, hij zei dat hij op iemand wachtte. Hij pakte zijn geweer uit, en stapte even na 17 uur op de tweede verdieping een klas binnen.

In die klas stelden studenten hun eindwerk voor. De volgende dagen zouden de examens beginnen.

De schutter stapte de klas binnen, riep: 'Ik haat feministen', en doodde 14 vrouwen
© /

Lépine riep dat jongens en meisjes elk aan een kant moesten gaan staan. De studenten en hun prof dachten dat het om een grap ging, ze bleven zitten. Lépine loste een waarschuwingsschot in het plafond, waarna de 50 of zo aanwezige mannen plus de prof de klas verlieten. Negen vrouwen bleven achter.

“Ik haat feministen”, was een van de dingen die hij riep terwijl hij mannen en vrouwen scheidde, “J’haïs les feministes“.

Een van de vrouwen, Nathalie Provost, 23, probeerde in discussie te treden. “We zijn geen feministen, we zijn ingenieursstudenten”. Hij vuurde vier kogels op haar af, die ze onwaarschijnlijk genoeg overleefde. Sommige vrouwen werden door 9 kogels getroffen. 3 van de 9 aanwezige vrouwen overleefden hun verwondingen.

Die eerste schietpartij vond ongeveer om 17u10 plaats.

Lépine ging op stap in de gebouwen, en doodde en verwondde ook elders vrouwen – mannen werden alleen licht verwond.

‘Ah shit’

Hij had nog 60 kogels bij zich (die hij misschien niet kon herladen) toen hij zijn drie laatste slachtoffers maakte. Het laatste slachtoffer, de dochter van de commissaris die de politieacties coördineerde, doodde hij met een mes.

Rond 17u29 schoot hij zichzelf door het hoofd. Volgens verschillende verslagen, maar zonder bronvermelding, waren zijn laatste woorden “Ah shit”. Shit was zijn favoriete vloekwoord.

De politie stond toen al een minuut of 8 voor de deur van het college, maar wachtte nog op versterking alvorens binnen te gaan.

Men telde uiteindelijk 14 doden, allen vrouwen, en 14 gewonden, daarbij ook mannen. Plus een zelfmoord.

Rouw na de moorden
Rouw na de moorden© /

De politie ging er oorspronkelijk van uit dat het om brand ging. Omdat er zoveel schoten vielen, dacht men vervolgens dat er meerdere schutters aan het werk waren – vandaar dat men wachtte op versterking op een moment dat er nog levens konden gered worden. Toen men dan toch het gebouw binnenviel, arresteerde men prompt een professor die ten onrechte van medeplichtigheid werd verdacht. Voor de politiecommissaris die de pers moest briefen, eindigde de operatie toen hij zijn dode dochter aantrof.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het had misschien met die verwarrende communicatie van de eerste uren te maken, maar de interpretaties gingen alle kanten op. Het anti-feminisme was maar een van de facetten.

Men zocht in het verleden van Lépine, en kwam met allerlei potentiële verklaringen, die inderdaad eerder in de richting gingen van de gekke schutter.

Lépine had een gewelddadige vader gehad, een Algerijnse zakenman, die vrouwvijandige praat verkondigde en de daad bij het woord voegde door de kinderen, Marc en een jongere zus, maar vooral hun moeder te slaan. De vader verplichtte de moeder om haar baan als verpleegster op te geven, en bij hem te werken als typiste – ze kon niet typen, en hij sloeg haar als ze fouten maakte. Tot ze zwijmelde.

Boezemvriend

De moeder had een roeping als non laten schieten om met hem te trouwen. Hij was moslim van origine maar niet praktiserend. Toen Marc 7 was, kwam er een scheiding. Lépine, die als Gamil Rodrigue Liass Gharbi was geboren, zou later uit afkeer voor zijn vader zijn naam veranderen. Hij opteerde voor de naam van zijn moeder.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De moeder ging opnieuw als verpleegster aan de slag, werd hoofdverpleegster, werd opnieuw heel actief gelovig, en liet de zorg voor de kinderen vaak over aan familie. Psychologen vonden een verklaring in de gewelddadige jeugd en de worsteling met identiteit en racisme – op school zou Lépine tot zijn naamsverandering af en toe zijn uitgescholden voor Arabier. Van de andere kant blijkt die schooltijd de gelukkigste periode uit een manifest ongelukkig leven. Hij had een boezemvriend op school, met wie het klikte – tot zijn moeder verhuisde om dichter bij het ziekenhuis te wonen en hij van school moest veranderen. De vriend bleef achter, en de contacten werden schaars.

Er waren andere verhaallijnen in de pers – het gemak waarmee hij aan een dodelijk wapen was geraakt, werd als schandalig bestempeld. De wet werd naderhand gewijzigd.

En de zaak bleef maar tragedies voortbrengen. Een van de ontsnapte mannelijke studenten pleegde zelfmoord. Hij kon in zijn eigen hoofd niet verantwoorden waarom hij als een schaap de klas had verlaten en de vrouwen aan hun lot had overgelaten. Dat was trouwens een algemener gevoel: hoe kon het dat een heel gebouw vol professoren en studenten bijna 20 minuten lang niet in staat was één schutter te overmeesteren? De schutter behield de regie.

Degene die verantwoordelijk was voor de lijkschouwingen nam korte tijd later ontslag – blijkbaar ontredderd door het onderzoek naar zovele verminkte jonge levens (Lépine had in enkele gevallen het gezicht van de vrouwen weggeschoten).

De jongere zus van Lépine stierf enkele jaren later aan een overdosis – het kan een verdoken gevan zelfdoding zijn geweest.

La Vie en Rose

Maar de voornaamste verhaallijn is, 25 jaar na datum, toch die van het antifeminisme.

Nathalie Provost, nog bont en blauw van haar verwondingen, riep kort na de aanslag meisjes op om als ze zin hadden in ieder geval niet te aarzelen en voor ingenieur te studeren. Ze was van de ene dag op de andere wel een feministe geworden. “Ik had altijd de indruk gehad dat alle deuren voor me openstonden”, zei ze deze week. “In die zin voelde ik me voordien geen feministe. En eerlijk gezegd: ik zei ook dat ik geen feministe was omdat ik dacht dat het mijn leven zou redden.” Maar nadat de vier kogels uit haar lichaam waren weggehaald en ze in haar ziekenhuisbed lag te piekeren, bedacht ze: ik wil dat de deuren voor iedereen gelijkelijk openstaan. In die zin was ik wel een feministe”. Ze is intussen niet alleen ingenieur, ze heeft een leidende functie bij een prominente planningscommissie. (in de video hierna ziet u haar 5 jaar na de feiten).

Sinds de aanslag is het aandeel vrouwen aan de Ecole Polytechnique sterk toegenomen, ook bij ingenieursstudies. De moordpartij had geen merkbaar remmend effect.

Lépine had een afscheidsbrief in een bovenzak gestopt, met in annex 19 namen van de feministen die hij echt had willen doden: daarbij de vrouw die als eerste voor ingenieur had gestudeerd stond op de lijst, 6 vrouwen die bij de politie van Montréal werkten, politici, vakbondsvrouwen en ook Francine Pelletier, journaliste en hoofdredactrice van het feministisch blad La Vie en Rose.

De brief zelf werd pas een jaar later publiek (na speurwerk van Pelletier), maar de annex met 19 namen werd een dag na de feiten al gelekt.

De schok voor wie op de lijst stond was groot. De moordenaar zei eigenlijk: ik had jullie willen vermoorden maar om praktische redenen heb ik me tot de studenten beperkt. Pelletier voelde zich een tijdlang zowat ziek van plaatsvervangende schuld.

Ze zei recent in een tv-interview dat ze ook een andere schok voelde. “Canada, en meer in het bijzonder Québec, had op dat moment de stille revolutie achter de rug. In 10-15 jaar was Québec veranderd van het meest katholieke deel van de westerse wereld, met meer geboorten per vrouw dan Ierland, naar het gebied met minst kinderen per vrouw. De sprong was enorm, en de indruk bestond dat het vrij moeiteloos lukte, dat de strijd gewonnen was, of dat we op het punt stonden hem te winnen.” De titel van haar tijdschrift verwees daarnaar.

De moordaanslag toonde in ieder geval dat de stille revolutie niet overal moeiteloos was verteerd. In de media bestond de neiging het antifeministische aspect naar de achtergrond te schuiven of helemaal weg te gommen, zoals de krant Le Soleil in een editoriaal deed: “Deze aanslag heeft niets met feminisme te maken”. Onderwijl waren er, weliswaar op beperkte schaal, sympathiebewegingen voor Lépine, websites, blogs, een feministe werd voor een publiek optreden bedreigd met een bloedbad zoals dat van Lépine.

Er viel na de aanslag, zegt Pelletier, na de aanslag een stilte, een ongemakkelijkheid, een ongerustheid in de debatten over geweld tegen vrouwen. Alsof het onderwerp even niet aangeraakt mocht worden. Maar de schrik was er terug. Pas nu, 25 jaar later, en met schandalen, zoals dat van radiopresentator Jian Ghomeshi, en met de recente dood van jonge meisjes, wordt de stilte volgens haar weer doorbroken.

Francine Pelletier
Francine Pelletier© /

Wat maakte Lépine zo vrouwvijandig? Kwam die vijandigheid van de vader die hij verafschuwde?

Hij was onhandig met vrouwen, hij wilde domineren en de objecten van zijn verliefdheden verdrinken in weetjes, terwijl hij tegelijk verlegen en hyperactief overkwam. De praat die hij uitsloeg was niet aanstootgevender dan die van andere mannen, zei een van de vrouwen die een relatie met hem had overwogen – het was uiteindelijk niet doorgegaan.

In zijn afscheidsbrief, die hij op de dag van zijn actie in 15 minuten had neergepend (in tegenstelling tot de brieven waarmee hij zijn bezittingen verdeelde, en zijn huur regelde, die op voorhand klaar waren), legt hij de nadruk op zijn boodschap.

Het is niet om economische redenen, of uit gekte, maar om politieke redenen dat hij deed wat hij deed. “Want ik heb beslist de feministen die me altijd het leven vergald hebben Ad Patres (naar de andere wereld, rr) te sturen. De laatste 7 jaar beleef ik geen vreugde meer aan het leven.” En dat is, schrijft hij, het gevolg van “virago’s” die hij “stokken in de wielen” gaat steken.

Foto's van enkele slachtoffers
Foto’s van enkele slachtoffers© Reuters

“Ik ben van nature nogal op het verleden gericht (wetenschap uitgezonderd), en de feministen zijn er altijd in geslaagd me tot razernij te brengen.”

Dat hij kwaad is, is duidelijk, maar waarom? Hij vindt feministen opportunistisch. Ze willen gelijke rechten maar ze vragen niet om zich tijdens de Olympische Spelen met mannen te meten. Of ze willen hun eigen voordelen behouden (hij noemt zwangerschapsverlof) maar zich tegelijk ook die van de mannen toe-eigenen (hij geeft geen voorbeelden). Hij ergerde zich aan een ceremonie voor de mannen en vrouwen die tijdens de wereldoorlogen aan het front vochten – terwijl vrouwen destijds niet aan het front mochten vechten. Zullen we binnenkort horen dat het leger van Caesar voor de helft uit vrouwen bestond? Het lijken vreemde, bijna frivole, of in ieder geval niet erg terzake doende gedachten voor iemand die zichzelf en vele anderen over enkele uren de dood zal injagen.

Herhaaldelijk is gesuggereerd dat hij gefrustreerd was omdat hij niet aan L’Ecole Polytechnique mocht studeren. Maar dat mocht hij wel mits twee, later één bijkomende cursussen te volgen. Hij wilde zich niet conformeren aan het systeem.

De haat blijft tot op grote hoogte ongevat.

Bloemen planten

Nathalie Provost, die in haar vrije uren ook de drijvende kracht is achter de Orde van de Witte Roos, die jaarlijks een beurs van 30.000 dollar toekent aan een vrouw die voor ingenieur gaat studeren, zegt dat ze Lépine niet haat. “Dat zou ik misschien wel doen als hij mijn dochter had doodgeschoten. Hij verloor zijn hoop in de mensheid”, zei ze tijdens een van heel vele interviews die ze naar aanleiding van de verjaardag weggaf, “dat verdient geen haat, dat verdient medelijden. Hij verloor zijn hoop in de mensheid en daardoor verloor hij zijn menselijkheid.”

Zijzelf plant bloemen als ze het even niet ziet zitten.

Door Rudi Rotthier vanuit Edmonton, Canada

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content