‘België zal moeten kiezen: de kant van Noord-Korea en Poetin, of kernwapens verwerpen’

Beatrice Fihn, directrice van ICAN © Reuters
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

‘De grootste hindernis voor nucleaire ontwapening zijn niet Noord-Korea, Rusland of China, maar de gematigde landen zoals België die niet durven opkomen voor wat juist is,’ zegt Beatrice Fihn, directrice van de Internationale Campagne tot Afschaffing van Kernwapens.

In de lente van 1979 was Amerika klaar om Rusland te bestoken met een nucleair salvo. Zbigniew Brzezinski, een topfiguur in het veiligheidsbeleid onder president Jimmy Carter, werd uit zijn bed gebeld met de melding dat meer dan 200 Russische kernkoppen onderweg waren naar de Verenigde Staten. Niet veel later kreeg Brzezinski een correctie: het waren er 2200. Terwijl hij alles in gereedheid bracht om een tegenaanval te lanceren, volgde opnieuw een correctie: vals alarm. De Amerikaanse aanval werd afgeblazen.

Dergelijke incidenten kwamen wel vaker voor. ‘Na de Koude Oorlog werd in Rusland ook een inkomende aanval gesignaleerd – dat bleek een Noorse weersatelliet te zijn. En dat zijn dan enkel de landen waar we informatie over hebben. We weten absoluut niets over welke problemen of fouten er opduiken in China, India of Pakistan. Het is vandaag nog perfect mogelijk om per abuis op de rand van een nucleair incident te staan,’ waarschuwt Beatrice Fihn. De 36-jarige Zweedse staat aan het hoofd van ICAN, de Internationale Campagne tot Afschaffing van Kernwapens, en mocht in die hoedanigheid vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst nemen.

Tijdens uw aanvaardingsspeech voor de Zweedse Academie sprak u van 15.000 kernwapens die ergens op Aarde rondslingeren. Zijn dat 15.000 accidents waiting to happen?

BEATRICE FIHN: Absoluut, maar het zijn ongelukken die de wereld zich niet kan veroorloven, of het nu een onbedoelde lancering van een raket is dan wel een aanval op een wapenopslagplaats. Nog maar enkele jaren terug maakten terroristen plannen om een nucleaire basis in België binnen te vallen (de basis van Kleine Brogel, nvdr.). Een land kan zich simpelweg niet voldoende beschermen tegen zo’n gevaar.

Officieel liggen die kernwapens er natuurlijk niet, al is het een publiek geheim. Hoe groot is het veiligheidsrisico voor ons land?

FIHN: Enorm. We zijn het in Europa gewend om dagelijks beelden te zien van oorlogen ver van ons bed. Maar nucleaire conflicten zullen zich afspelen waar de wapens zich bevinden: de raketten zullen gelanceerd worden dichtbij de opslagplaatsen, en de doelen zullen andere nucleaire bases zijn. Europa loopt groot gevaar.

Ons land is momenteel op zoek naar een nieuw type gevechtsvliegtuig. Een van de topkandidaten is de Amerikaanse F-35, onder meer omwille van zijn nucleaire capaciteit. De vraag is of België nucleaire bommenwerpers nodig heeft.

FIHN: Geen enkel land zou plannen moeten maken om miljoenen burgers te doden. Dat is precies wat die wapens doen: hun doelen zijn dichtbevolkte gebieden. Ik zie niet in hoe kernwapens ingezet kunnen worden in een legitieme oorlogsstrategie. Zolang we die niet vernietigen, zolang we onze nucleaire wapensystemen vernieuwen en moderniseren, aanvaarden we eigenlijk dat ze ooit ingezet zullen worden. En op een dag zúllen ze ingezet worden.

Beatrice Fihn spreekt de Zweedse Academie toe tijdens de Nobelprijsceremonie
Beatrice Fihn spreekt de Zweedse Academie toe tijdens de Nobelprijsceremonie © Belga

Waarom lijken overheden dat dan te aanvaarden?

FIHN: Ik denk dat we gewoon vergeten zijn dat die kernwapens er zijn, en dat we erop vertrouwen dat onze leiders er nooit naar zullen grijpen. Maar dat gaat niet blijven duren: kijk naar Donald Trump en zijn dreigementen om Amerikaanse kernkoppen in te zetten.

Hoe serieus schat u die dreigementen in?

FIHN: Geen idee. Niemand wil echt nucleaire raketten inzetten, dus de vraag is veeleer of we met zekerheid een ongeluk kunnen voorkomen. Het gaat niet om de leiders maar om de wapens: die zijn het gevaar. Soms hebben we stabiele, redelijke leiders, op andere momenten niet – maar leiders komen en gaan. Het probleem is dat we de wapens niet in de hand hebben.

Vorige week sloten Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un een akkoord waarin gesproken werd van een pad naar vrede. Heeft die overeenkomst de wereld veiliger gemaakt?

FIHN: We verwelkomen zeker dat ze met elkaar praten en onderhandelen, en een diplomatische oplossing zoeken in plaats van nog meer militaire dreigementen af te vuren. Maar het akkoord ligt heel ver van een echte oplossing. Het document bevat bijvoorbeeld geen details over hoe een ontwapening precies moet gebeuren. Het echte werk moet dus nog gebeuren.

Zal dat ooit gebeuren?

FIHN: Ik hoop het alvast. We moeten hopen dat de Amerikaanse regering geduld en goede bedoelingen toont, en dat dit geen grote show was om Donald Trump te vleien.

Vergelijkt u eens dit tijdperk met de Koude Oorlog?

FIHN: Het is nu in ieder geval gevaarlijker. Tijdens de Koude Oorlog hadden we twee machtsblokken, en daardoor ook een hoge mate van voorspelbaarheid. Tegenwoordig zijn er negen nucleaire grootmachten, in een multipolaire wereld die voortdurend verandert. Er zijn elke dag nieuwe veiligheidsrisico’s, cyberoorlogen, nieuwe wapens in ontwikkeling, regionale conflicten die snel in globale crisissen kunnen uitmonden – het is erg riskant om daarbij kernkoppen in de balans te hebben.

Kan ICAN daar veel aan veranderen?

FIHN: We moeten stappen zetten weg van nucleaire wapens en weg van het idee dat het op een of andere manier logisch is om te dreigen met massavernietigingswapens. Daarom blijven wij het verdrag op een kenwapenverbod naar voren schuiven. Elk land dat het verdrag ondertekent, draagt bij aan het verwerpen van die wapens, en de de-escalatie van het discours over die wapens.

Loopt u daarmee niet het risico enkel die landen rond de tafel te krijgen die sowieso al geen kernwapens hebben?

FIHN: Dat is toch geen slecht begin? Kijk naar de grote verandering in de wereld: die zijn nooit begonnen in de probleemlanden. Al geruime tijd bevinden we ons in een situatie waar de wereld aanvaardde dat sommige landen die wapens hebben. Maar de landen in het verdrag zetten druk op de kernmachten; ze stigmatiseren en delegitimeren stukje bij beetje overheden die kernwapens aanhouden.

België is een van de landen die zullen moeten kiezen: kiezen jullie de kant van Noord-Korea en Poetin, of kiezen jullie partij voor de rest van de wereld en verwerpen jullie kernwapens?

Wat is het grootste obstakel om nucleaire vrede en ontwapening te bereiken?

FIHN: Landen zoals België overtuigen om vandaag nog mee in het verdrag te stappen. Jullie land is een voorbeeld van mensenrechten en humanitair recht, maar neemt nog steeds deel aan plannen om miljoen mensen te doden met massavernietigingswapens. De grootste hindernis zijn niet Noord-Korea, Rusland of China, maar de gematigde landen die niet durven opkomen voor wat juist is.

Dat klinkt als lafheid.

FIHN: Dat is ook zo. België denkt dat het geprivilegieerd is, en dat het beschermd is door kernwapens. Het is net omgekeerd: ze vormen een bedreiging voor België.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content