Amnesty: Syrisch regime verdient geld aan de mensen die het laat verdwijnen

Tandarts Rania al-Abbasi en haar familie, allen verdwenen © Familiefoto via Amnesty

De Syrische overheid heeft de voorbije vier jaar op grote schaal mensen laten verdwijnen: minstens 65.000. Informatie over die vermisten levert het regime op de zwarte markt heel wat geld op. Dit zegt Amnesty International in een nieuw rapport.

Het rapport Between prison and the grave: enforced disappearances in Syria brengt volgens een persmededeling van de mensenrechtenorganisatie “de meedogenloze en nauwkeurig uitgekiende overheidscampagne van gedwongen verdwijningen in Syrië in kaart”.

“De massale gedwongen verdwijningen maken deel uit van een kil berekende en grootschalige aanval op de burgerbevolking. Het zijn misdaden tegen de mensheid die kaderen in een zorgvuldig georkestreerde campagne die gericht is op het zaaien van terreur en het onderdrukken van elke vorm van protest”, zegt Philip Luther, directeur Midden-Oosten en Europa van Amnesty International. “Het rapport beschrijft gedetailleerd de ravage en de trauma’s die gedwongen verdwijningen teweeg brengen bij de families van de tienduizenden mensen die in Syrië spoorloos verdwenen zijn.”

Nasser Saber Bondek met zijn echtgenote Fariza en kinderen in 2006. In februari van dit jaar werd de dichter opgepakt, wellicht door leden van de Syrische veiligheidsdienst. Kort na zijn verdwijning werd hij door een gevangene in een cel in Damascus gesignaleerd. Via via kreeg zijn familie in april te horen dat hij 'oké' was. Sindsdien geen nieuws
Nasser Saber Bondek met zijn echtgenote Fariza en kinderen in 2006. In februari van dit jaar werd de dichter opgepakt, wellicht door leden van de Syrische veiligheidsdienst. Kort na zijn verdwijning werd hij door een gevangene in een cel in Damascus gesignaleerd. Via via kreeg zijn familie in april te horen dat hij ‘oké’ was. Sindsdien geen nieuws© Familiefoto via Amnesty

De slachtoffers van gedwongen verdwijningen zijn volgens Amnesty vreedzame tegenstanders van de regering, zoals betogers, mensenrechtenactivisten, journalisten, dokters en hulpverleners. Anderen worden geviseerd omdat de regering hen deloyaal vindt, zoals bij vermeende deserteurs. Ook familieleden van personen die door het regime gezocht worden, zijn niet veilig voor gedwongen verdwijning.

Geld voor het regime

Het Syrische Netwerk voor Mensenrechten heeft sinds 2011 minstens 65.000 verdwijningen geregistreerd – in 58.000 gevallen gaat het om burgers. Volgens Amnesty ligt het werkelijke aantal wellicht hoger. De slachtoffers worden vaak vastgehouden in overvolle gevangeniscellen in vreselijke omstandigheden en geïsoleerd van de buitenwereld. Velen sterven door ziekte, foltering of buitengerechtelijke executies.

Amnesty spreekt van gedwongen verdwijningen als ze uitgevoerd worden door of in naam van de overheid, als er geen informatie over de arrestanten wordt verstrekt, zodat niemand weet wat er met hen gebeurt en hoe hun rechten worden geschonden.

Dergelijke verdwijningen “zijn dagelijkse kost in Syrië” en hebben een zwarte markt in het leven geroepen waar “tussenpersonen” geld afpersen van mensen die op zoek zijn naar de verblijfplaats of een teken van leven van hun vermiste familieleden. De sommen die worden betaald, variëren van een paar honderden tot tienduizenden dollars. De tussenpersonen hebben nauwe banden met het regime en een groot deel van het geld komt bij de staat terecht.

Volgens een Syrische mensenrechtenactivist is de zwarte markt rond gedwongen verdwijningen “een belangrijk deel van de Syrische economie” geworden. Een advocaat voegt daaraan toe dat het geld dat familieleden aan informatie spenderen “een belangrijke bron van inkomsten voor het regime is geworden.”

Schulden

Sommige families hebben hun eigendom verkocht of al hun spaargeld gespendeerd om aan informatie te geraken over het lot van hun familieleden. Soms is die informatie vals. Een man vertelde Amnesty International dat hij meer dan 150.000 dollar leende om te achterhalen waar zijn drie broers waren die in 2012 spoorloos verdwenen. Hij verblijft en werkt nu in Turkije om zijn schulden terug te betalen.

Familieleden die op zoek gaan naar verdwenen verwanten riskeren zelf gearresteerd te worden of te verdwijnen. Een man die de autoriteiten had gevraagd waar zijn broer was, werd drie maanden vastgehouden en bracht weken in eenzame opsluiting door. Een andere man die naar Damascus ging om zijn verdwenen zoon te zoeken, werd onderweg aan een militaire controlepost gearresteerd en is sindsdien spoorloos.

Een vriend van de Syrische mensenrechtenadvocaat Khalil Ma’touq, die drie jaar geleden verdween, zegt dat deze verdwijningen deel uitmaken van “een bewuste strategie van de overheid om het Syrische volk te terroriseren.” Zijn dochter Raneem Ma’touq werd ook vier maanden opgesloten en gefolterd.

Raneem Ma'touq
Raneem Ma’touq© Familiefoto via Amnesty

Amnesty brengt onder meer het verhaal van tandarts Rania al-Abbasi. Zij werd in 2013 gearresteerd, samen met haar zes kinderen die toen tussen 2 en 14 jaar oud waren. De dag voordien was haar man al opgepakt. Van het hele gezin is sindsdien niets meer vernomen. Aangenomen wordt dat de regering hen viseerde omdat ze humanitaire hulp verleenden aan families in hun buurt.

Amnesty eist de onmiddellijke vrijlating van de verdwenen personen, en roept de VN en de landen die bevriend zijn met het regime Assad op om met spoed tussen te komen.

Gewapende groepen in Syrië zijn ook verantwoordelijk voor ontvoeringen, aldus Amnesty, “maar dit is niet het onderwerp van dit rapport”.

(RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content