Koen Meulenaere

Trofee Louis Tobback (deel 2)

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De tweede preselectie van de Trofee Louis Tobback voor de beste oneliner van het jaar.

Ha de kerstperiode, wat hebben wij ook daaraan een hekel. Maar voor u, beste lezer, moge ze voorspoedig en vol geluk verlopen. Bladspiegel, uw geliefde rubriek, stelt zijn eindejaaraflevering met plezier open voor de tweede preselectie van de Trofee Louis Tobback voor de beste oneliner van het jaar.

De eerste werd gepubliceerd in ons midzomernummer. Het is een aandachtige lezeres toen opgevallen dat daarin drie vrouwen een nominatie behaalden, en tweeënvijftig mannen. Was hier sprake van discriminatie?

Geenszins. Enerzijds bewijst die verhouding wat iedereen al lang weet: dat vrouwen geen spat humor hebben. Zagen wel. Roddelen, geen mens houdt hen tegen. Maar iets om te lachen, ho maar. Anderzijds dient te worden onderstreept dat kwaliteit ook hier de vijand is van kwantiteit, want op de eerste editie na zijn alle Trofeeën Tobback tot nu toe gewonnen door een vrouw. En wat voor één. Het lijdt weinig twijfel dat zij ook de editie 2011 in haar prijzenkast mag uitstallen.

Louis Tobback: ‘Ik hoor dat De Wever nu De Toqueville citeert. Hij begint dichter bij de moderne tijd te komen.’

Gunter Lamoot: ‘Het lijkt plots bon ton te zijn om Geert Hoste weer goed te vinden. Wel, ik doe daar niet aan mee. Geert Hoste is niet grappig, punt.’

Arno: ‘Mijn favoriete televisiestation is TV Brussel. Maar woonde ik in Gent, dan was het TV Gent.’

Bart De Wever: ‘Herman Van Rompuy verstaat de kunst de lat altijd zo laag te leggen dat zelfs hij erover raakt.’

Herwig Van Hove: ‘Alcohol is de enige drug die bij matig gebruik gezond is. Drie glazen, een halve fles daaromtrent. Voor belangrijke mensen als ik mag dat iets meer zijn.’

Herman Van Rompuy: ‘Plots greep Khaddafi mij en de president van Gabon bij de armen en stak die in de lucht. Ik dacht: aan deze foto zullen er in Vlaanderen velen plezier beleven.’

Herman De Croo: ‘De Belgische politiek heeft weer een nieuw woord toegevoegd aan het Nederlands: dialogeren. Als men vier maanden niet meer met elkaar spreekt, noemt met dat dialogeren.’

Luc De Vos (Militaire School): ‘Mijn mooiste vakantieherinnering is een reis naar Israël. Ik bezocht er gevechtseenheden op de Golanhoogte en in de Negevwoestijn.’

Louis Tobback: ‘Aan zichzelf kent men een ander, al gaat dat misschien niet op voor mij.’

Luckas Vander Taelen: ‘Niemand weet wat Beke echt denkt, tenzij je zijn boek De mythe van het vrije ik hebt gelezen. Maar dat heb ik niet gedaan en ik ben het ook niet van plan.’

Wim Delvoye: ‘Ik ben tegen de splitsing van België. Beter één onnozel land dan twee.’

Bart De Wever: ‘Bert Anciaux heeft het politiek vedettisme en stoemelings uitgevonden. Omdat hij nauwelijks uit zijn woorden kwam en met een zweetband op tv verscheen.’

Stéphane Demol: ‘Mijn samenwerking met René Vandereycken verliep uitstekend. Soms nam hij mijn ideeën over, meestal niet.’

Jan Hoet: ‘Ik had tegen Jan Fabre gezegd: “Je moet oppassen dat je niet Octave Landuyt wordt.” Dat was erom vragen, natuurlijk. Het werd net niet fysiek.’

Herman Wijnants: ‘Vroeger draaiden we bij Westerlo elke frank twee keer om. Aangezien een euro veertig frank is, draaien we nu elke euro tachtig keer om.’

Herwig Van Hove: ‘Ik heb eens een discussie gehad met Regi van Milk Inc. Ik had zijn muziek infantiel genoemd. Waarop hij riposteerde: “En hoeveel keer hebt gij het Sportpaleis al uitverkocht?”‘

Jan Van den Berghe: ‘Onze koninklijke familie is de meest disfunctionele koninklijke familie ter wereld. Niet alleen hebben de leden allemaal een slag van de molen, ze gunnen elkaar ook nog eens het licht in de ogen niet. De macht laat ik in het midden, maar de eendracht is aan hen in elk geval niet besteed.’

Bart De Wever: ‘Als Walter Zinzen weer eens een vrije tribune pleegt, lees ik alleen de eerste vijf zinnen. Meer kan ik niet hebben.’

Paul Mennes: ‘Gij zult niets serveren op een bedje van iets anders.’

Eddy Merckx: ‘Vroeger reden de renners met de fiets, nu rijdt de fiets met de renners.’

Frank Vercauteren: ‘Je hebt in het leven ook mensen nodig die er niets van begrijpen. In die zin ben ik zeer tevreden met sportjournalisten.’

Hugo Camps: ‘Als diarree liepen de laatste vezels der beschaving uit me weg. O, wat had ik graag die blonde klerekop van Breivik van zijn romp geschoten.’

Goedele Liekens: ‘Sexy zijn is het enige waar het nog om draait. Terwijl vroeger pianospelen toch ook voor iets meetelde, zeg ik dan altijd.’

Herwig Van Hove: ‘Zwijg me van de pers. Ik heb het zelf meegemaakt. Mij hebben ze het imago van een ambetante zuurpruim opgeplakt, terwijl ik in wezen een vriendelijke heer ben.’

Bruno Tobback: ‘Mijn vader en ik blijven uit elkaars vaarwater: hij Leuven en ik de rest. Urbi et orbi.’

Leopold Lippens: ‘Als ze op Rock Werchter of in een Antwerps café met bier gooien, schrijft niemand iets. Maar als er in Knokke eens een champagnefles door de lucht vliegt, is dat plotseling groot nieuws.’

Jean-Pierre Van Rossem: ‘Mijn pensioen volstaat niet eens om mijn sigaretten te betalen.’

Louis Tobback: ‘Professor Maddens schreef in De Morgen een opiniestuk dat eigenlijk voer is voor een psychiater. Hij zit met een kanjer van een freudiaans complex, een variëteit die op de faculteit geneeskunde nog niet bekend was.’

Luc Van der Kelen: ‘Procureur-generaal Jean-François Leclercq is een mens met een wedde die blijkbaar groter is dan zijn verstand.’

Mia Doornaert: ‘De uitzending van Zomergasten met Guy Verhofstadt heeft me gefascineerd, door zo veel miskenning van feiten en geschiedenis, en door zo veel als bevlogenheid vermomde gebakken lucht.’

Herwig Van Hove: ‘In de wereld van de gastronomie is het uitzonderlijk dat iemand die zijn gedacht zegt er ook een heeft.’

Herman De Croo: ‘Dat voert campagne, dat laat zich verkiezen door 800.000 mensen, dat doet iedereen geloven dat politiek een missie is, hun levenswerk, en dan gaan ze na ocharme tien jaar al hospitalen bezoeken en rapporten schrijven.’

Urbanus: ‘Laatst was ik in Barcelona. Steendood verveeld: geen beren, geen hyena’s, geen wolven, niks.’

Jan Van den Berghe: ‘Geef toe: een erg krachtdadige indruk maakt prins Filip nog altijd niet, ondanks die baard. Heb je die foto gezien waarop hij aan een kraam in New York een wafel staat te verorberen? Alsof hij een hondendrol opeet.’

Luc Van der Kelen: ‘Er was geen dubieus financieel product op de markt, of de leiding van Dexia is erin geslaagd het aan te schaffen.’

Jan Hoet: ‘Dagelijkse Kost is het enige Vlaamse tv-programma waar ik graag naar mag kijken. Ik heb zelfs al gehaktballen proberen te bereiden zoals Jeroen Meus. Maar voor de rest? Mensen-, mensen-, mensenlief, wat een miserie zeg.’

Herwig Van Hove: ‘Chef-koks hebben een machtspositie. En primitief als ze zijn, maken ze daar graag misbruik van.’

Leopold Lippens: ‘In plaats van de rijken zouden ze beter de vakbonden wat meer belasten.’

Louis Tobback: ‘De Brusselse bourgeoisie had ook ooit een veilige belegging gevonden: tramlijnen in Sint-Petersburg. Nergens kon je zekerder je geld plaatsen. En toen kwam Lenin.’

Patrick Duynslaeger: ‘Niemand programmeert bewust slechte films. Behalve misschien op het filmfestival van Oostende.’

Derk Jan Eppink: ‘Ik ben nog campagne gaan voeren in Groot-Brittannië. Geloof me: het laatste wat je daar wilt, is ergens aanbellen en je voorstellen als Europees Parlementslid.’

Milan Jovanovic: ‘Voor de Gouden Schoen 2009 vroeg een journalist op Standard aan Axel Witsel, mezelf en Dieumerci Mbokani wie onze favoriet was. Witsel zei beleefd: “Jovanovic.” Ik zei al even beleefd: “Mbokani.” En toen was de beurt aan Dieu en die zei: ‘Le favori, c’est moi.”‘

Mark Eyskens: ‘Het doet pijn om je ouderlijk huis te zien afbranden. Er hingen nog twee schilderijen van mij, die zijn ook vernield. Volgens sommigen een geluk bij een ongeluk.’

Bob Peeters: ‘Ik kan mosselen eten tot ik erbij neerval. Als restaurants in mijn streek Mosselen à volonté afficheren, zetten ze eronder: “Behalve voor Bob Peeters.”‘

Urbanus: ‘Ik was op een boomplantactie met prins Laurent. Ze hadden voor iedereen een putje gegraven, maar dat van Laurent met opzet te klein gemaakt, zodat hij stond te hannesen met zijn eik. En dan vroeg de plezantste: “Krijgt u hem er niet in monseigneur?”‘

Herman De Croo: ‘Toen over B-H-V werd onderhandeld, kreeg ik van Franstaligen te horen: “Allez, pour qui il se prend, uwe kleinen?”‘

Mireille Schreurs: ‘Een goed huwelijk stoelt op goede afspraken. Toen Karel blééf aandringen, heb ik uiteindelijk gezegd: “Vooruit dan maar. Maar alle rekeningen zijn voor u en ik doe niets in het huishouden.”‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content