Brecht Decoene

SKEPP gooit niet zomaar al het bovennatuurlijke buiten

Brecht Decoene Brecht Decoene is moraalwetenschapper en auteur

Moraalfilosoof Brecht Decoene gaat niet akkoord met de beweringen van leraar godsdienst Ignace Demaerel over SKEPP, skepticisme en dat wat moeilijk te bewijzen valt.

Als skeptisch ingestelde mens kan kritiek me altijd boeien. Vooral als die is gericht op mensen of bewegingen die net het kritisch denken willen promoten. “Spannend!”, denk ik dan, want niemand is onfeilbaar. Ook skeptici niet. Daarom begon ik met veel interesse te lezen aan de bijdrage “SKEPP, scepticisme en de chaos op de levensbeschouwelijke markt” van Ignace Demaerel die op de opiniepagina’s van Knack verscheen. Een mens hoopt op zo’n moment altijd iets leerrijks voorgeschoteld te krijgen. Dat bleek deze keer behoorlijk tegen te vallen.

Wat de revue passeerde, toont helaas in de eerste plaats aan dat de auteur omtrent een aantal zaken in een opperste staat van verwarring verkeert, iedere nuance liet varen en SKEPP tracht af te rekenen op ideeën die ze gewoon niet eens aanhangen, maar net zelf kritisch aanklagen.

Ik studeerde Moraalwetenschappen aan de Gentse Universiteit en ben dus zelf afkomstig uit de Gentse stal. Het is dus voor de hand liggend dat hier mijn voorliefde voor skeptisch denken zijn oorsprong vond. Maar wat Ignace Demaerel verhaalde bleek voor mij totaal onherkenbaar. Zoveel misverstanden, valse beschuldigingen, achterhaalde clichés, foute veronderstellingen en drogredeneringen op een hoop! Het zal dan ook onmogelijk zijn in deze reactie alle onzin recht te trekken, de tekst zou gewoon te lang worden.

Ignace Demaerel is godsdienstleraar en inspireert zodoende veel jonge mensen. Maar Socrates zei reeds dat je moet opletten welke kennis en redeneringen je in je hoofd toelaat, want zoals bij gewoon voedsel het geval is, heb je ook ongezonde geestelijke voeding. En wie wil er nu zijn geest vergiftigen, laat staan die van anderen?

Het begon nochtans veelbelovend; de eerste zeven alinea’s van Demaerels stuk zijn evenwichtig, genuanceerd en kritisch. Daarna echter stapelen de misverstanden zich jammer genoeg op, waardoor hij pijnlijk blijk geeft van een gebrekkig begrip van het skepticisme. En inderdaad, Ignace Demaerel strooit vanaf dan lustig redeneerfouten en karikaturen in het rond.

Ten eerste heb ik het sterke vermoeden dat geen enkele SKEPP’er ervan overtuigd is dat SKEPP de wereld zou kunnen redden van alle bijgeloof. Net zoals Greenpeace niet verwacht dat ze alle vervuiling uit de wereld zal helpen of dat leerkrachten Nederlands niet denken voor eens en voor altijd de dt-fouten te zullen elimineren. Het zou wel leuk zijn, maar het blijft naïef, en dat beseft iedereen.

Ten tweede zullen skeptisch ingestelde mensen, of tenminste toch het intelligentere gedeelte, nooit botweg stellen dat een bovennatuurlijke wereld uitgesloten is. Zij onderkennen dat experimenten, zoals het laatst uitgevoerde met de wichelroedeloper, niet kunnen leiden tot de doorslaggevende conclusie dat alles hoe dan ook flauwekul is. Elk fenomeen moet op zichzelf beoordeeld worden. Bovendien evolueert onze kennis onophoudelijk, dus weten we dat we de geest open moeten houden. Wat we honderd jaar geleden voor onmogelijk hielden, blijkt nu soms bijna banaal. Satellieten in een baan rond de aarde, via gsm draadloos praten met je vriend aan de andere kant van de wereld, microchirurgie en straks nanotechnologie zijn maar enkele voorbeelden. Ons huidige begrip van de werkelijkheid is niet compleet, en af en toe ook niet correct: ze is voorlopig. We kunnen ons dus met andere woorden vergissen.

Stellen dat skeptici zouden geloven in de onfeilbaarheid van hun eigen kritische beoordelingsvermogen, is humor van de bovenste plank. De bekende Amerikaanse skepticus Michael Shermer toont bijvoorbeeld uitvoerig aan dat net intelligente mensen (desnoods toevallig atheïst) veel beter in staat zijn om onzinnige en irrationele opvattingen te verdedigen. Slimme mensen zijn dus niet immuun voor flauwekul. Idiotie is daarnaast allerminst het alleenrecht van gelovigen – om eventjes kort uit te wijken naar zijn uithalen naar het atheïsme. Er lopen voldoende dwaze, onkritische, onnadenkende, dogmatische atheïsten rond met overduidelijke symptomen van starheid, net zoals er erg scherpe denkers onder de gelovigen zitten. Atheïsme heeft bitter weinig met intelligentie te maken.

Skeptici hebben uiteraard wel hun overtuigingen, bijvoorbeeld met betrekking tot het idee van een bovennatuurlijke wereld. Momenteel klinkt dat met alles wat we kunnen onderzoeken en weten heel erg onwaarschijnlijk. Ja, zelfs in die mate dat uitspraken van believers af en toe serieus op de lachspieren werken. Inderdaad, in de ondertoon waarmee skeptici onzin kritisch te lijf gaan, schuilt dan ook eens wat spot. We lachen al eens graag, want het leven is kort en hierna heb ik met niemand nog een afspraak. Bij mijn weten ook niet met God.

SKEPP heeft dus niet willen aantonen dat er iets niet bestaat, en dat is een belangrijke nuance in deze discussie. Sterker nog, deze vereniging ontkent geenszins het bestaan van bijvoorbeeld allerlei bijzondere gaven. Het skeptisch denken is er in feite zelf één. De Limburgse wichelroedeloper daarentegen heeft van zijn kant getoond dat hij op het moment van de test niet kan presteren wat hij wel beweert te kunnen. Dat is iets helemaal anders, net omdat het vaak onmogelijk is om aan te tonen dat iets niet bestaat. Neem nu het volgende voorbeeld.

Stel dat ik zeg dat ik kan vliegen, dan hoef ik dat maar een paar keer uit te voeren onder het streng kritische oog van enkele mensen die controleren of ik de boel niet aan het belazeren ben. Want misschien gebruik ik wel trucs. Om eventueel bedrog uit te schakelen moet men dus alles kunnen controleren terwijl ik mijn bewering in daden vertaal. Enkele geslaagde demonstraties van deze wonderlijke prestatie onder gecontroleerde omstandigheden zouden indruisen tegen alles wat we weten, maar een rationeel mens onmiddellijk overtuigen.

Maar neem nu het tegenovergestelde. Mocht ik als skepticus anderen uitdagen om aan te tonen dat ik níet kan vliegen, dan zouden veel mensen misschien bij wijze van test vragen om van een gebouw af te springen. Als ik dan te pletter stort, zou dit volgens hen het doorslaggevende bewijs zijn van het feit dat ik niet kan vliegen. Dat is echter een foute redenering. Het feit dat ik te pletter stort, bewijst geenszins dat ik niet kan vliegen. Het kon ook gewoon zijn dat ik niet gevlogen heb. Ik kan het dus wel degelijk, maar ik deed het misschien niet, zodat het lijkt dat ik het niet kan.

Maar hoe ga je dat verschil nu na? Hoe kan je dat nu controleren? Het antwoord is eenvoudig: gewoon niet! Terwijl wetenschappers er vaak geen enkele moeite mee hebben allerlei bestaande fenomenen te detecteren, bloot te leggen, te analyseren en te beschrijven, is het in de praktijk veelal onmogelijk om het niet-bestaan van iets aan te tonen. Demaerel veronderstelt klaarblijkelijk dat skeptische mensen wel zo denken. Dat is echter een compleet verkeerde aanname.

Als het bovennatuurlijke een bestaand domein betreft, met concrete fenomenen, dan is het in principe ook detecteerbaar. Iets wat bestaat, dat ‘is’, dat laat sporen na, neemt ruimte in, geeft trillingen, bevat energie, of wat dan ook: het is op de één of andere wijze traceerbaar. Dat ‘bovennatuurlijke’ domein, waar mensen aardstralen kunnen lokaliseren, met geesten kunnen communiceren, je karakter afleiden uit je handschrift, je genezen met homeopathie, graancirkels als bewijs zien van buitenaards leven, … kortom, al die zaken waar SKEPP zich in verdiept, vallen perfect onder de noemer van de te verifiëren of falsifiëren wetenschap. De vereniging beperkt zich daarom tot het onderzoeken, bestuderen en zo nodig weerleggen van concrete claims die overduidelijk te controleren vallen. Waartegen zit Demaerel dan te fulmineren?

In die zin blijft SKEPP bij haar leest. Ze doet enkel uitspraken over feitelijke beweringen, maar niet over ethische of ideologische. Wat zingeving betreft heeft ze niets te vertellen en doet dat ook niet, tenzij de claims het terrein van de wetenschappen betreden. Haar doelstellingen staan trouwens helder omschreven op de website. Demaerel kent SKEPP of het skepticisme dus blijkbaar niet, anders zou hij dat niet schrijven. Hij zou zijn eigen tekst als compleet overbodig moeten beschouwen en beseffen dat hij vocht tegen zijn eigen gecreëerde fantoom. Hij begrijpt blijkbaar niet dat skeptische mensen net niet doen waar hij hen van beticht. Het valt trouwens op dat hij nergens verwijst naar een bron waar we kunnen lezen dat een skepticus zo’n prietpraat verkondigt. Andere mensen woorden in de mond leggen is wel heel gemakkelijk.

Zijn analogie van de 5GB gegevens op de USB-stick is nog zoiets. Ze is even onhoudbaar, ja zelfs vergelijkbaar met zijn terechte bedenking voor mensen die pogen om god op foto vast te leggen. Verschillende specifieke wetenschappelijke problemen of fenomenen behoeven namelijk een andere aanpak om ze te ontrafelen en te bestuderen. Daarom spreken we al een tijdje van wetenschappelijke methodes, in het meervoud dus. Uiteraard gaan we niet luisteren om licht te horen, of ruiken om geluid op te vangen, een hersentumor met een tandenborstel weghalen, of de toxiciteit van voeding met een pacemaker bepalen. Gegevens op een USB-stick niet kunnen wegen en daaruit opmaken dat het een andere dimensie betreft, toont net zijn opperste verwarring aan omtrent het aanwenden van de juiste methode om de data die op die USB-stick vastliggen te kunnen traceren.

Maar ook bij andere uitspraken heeft Dumaerel de feiten en de geschiedenis tegen. Over materialisme bijvoorbeeld; deze is tot nog toe het meest succesvolle kader geweest waarbinnen we de werkelijkheid kunnen verklaren. De inzichten en theorieën stapelen zich sinds het ontwikkelen en gaandeweg verfijnen van de wetenschappelijke methodes exponentieel op. Het idealisme leverde daarentegen vooralsnog bedroevend beperkte resultaten op. Vijf minuten kritisch denkwerk over theologie of enkele dagen leeswerk van theïstische bewijsvoeringen doen al gauw inzien dat deze in feite vaak niet meer zijn dan – toegegeven – ingenieus gehersenspinsel, sterke staaltjes gymnastiek van de fantasie. Materialisme minachtend en relativistisch dezelfde status verlenen als geloof, is daarom in deze toch een beetje oneerlijk. Het zou Demaerel dus wel sieren mocht hij geen dergelijk gratuite beweringen maken, maar ze op een degelijke manier onderbouwen in plaats van misplaatste twijfel te zaaien.

Daarnaast wil ik nog even terugkomen op de zogenaamde religiositeit van vrijzinnigheid. Als SKEPP stelt dat ze onder andere vrij is van religieuze opvattingen, dan betekent dat naar mijn mening dat je geen religieuze voorkeuren zult bespeuren in hun teksten. Deze areligieuze houding leidt naar mijn aanvoelen nogal gauw naar vrijzinnigheid. Ik kan weinig andere mogelijkheden bedenken, maar iedereen mag mij helpen. Vrijzinnigheid is dan misschien wel een levensbeschouwing, religieus kan ik ze niet noemen. Of willen we beweren dat niet geloven ook een vorm van geloof is? Is naaktheid dan ook een vorm van kledij, dood zijn ook een vorm van leven, niet kijken ook een vorm van zien en het niet verzamelen van postzegels een hobby? Je reinste absurde manier van redeneren! Demaerels tekst hangt aaneen van dit soort verwrongen en verwarde denkprobeersels.

De weinig zeggende aantijging tot slot dat de meeste SKEPP-leden uit een beperkte kring komen, en dat de vereniging daarom niet beschikt over een voldoende breed maatschappelijk draagvlak, om op die manier hun geloofwaardigheid te ondermijnen, komt neer op misbruik van de populistische drogreden door Demaerel. Die gaat namelijk als volgt: de geloofwaardigheid of de geldigheid van standpunten zijn maar in zoverre relevant of belangrijk als een meerderheid ze omarmt of aanvaardt. Nochtans zegt het aantal mensen dat een bepaalde overtuiging aanhangt gewoonweg niets over de werkelijkheidswaarde of de geldigheid van die bepaalde opvatting. Pakweg tweeduizend jaar geleden dacht iedereen dat de zon rond de aarde draaide. In de Renaissance waren de meeste mensen ervan overtuigd dat er heksen bestonden. Het overgrote merendeel van de mensheid heeft lange tijd geen bezwaar gehad tegen het concept van de slavernij. En in de jaren vijftig werd homoseksualiteit door de meesten nog als ziekelijk en onwenselijk afwijkend beschouwd. Hadden ze daarom gelijk? Alleen maar omwille van het feit dat deze gebruiken en ideeën in die tijd een breed maatschappelijk draagvlak hadden? Wat een dwaling alweer!

Om af te ronden; SKEPP gooit dus niet zomaar al het bovennatuurlijke buiten. Integendeel, net door middel van die prijs reikt ze de hand uit naar iedereen die een bijzonder fenomeen kan bewijzen. Daarvoor krijg je dan niet alleen erkenning, want dat zou toch wel op zijn plaats zijn mocht iets van die paranormale beweringen effectief het geval zijn, maar ook nog eens een gigantische geldsom. Zo’n doorbraak in de wetenschappen verdient immers op zijn minst zo’n flinke beloning. SKEPP staat dus blijkbaar, veel meer dan andere organisaties, open voor nieuwe inzichten en kennis. Ze daagt de mensen die deze willen aanreiken zelfs uit en beloont ze. Deze houding maakt de kern uit van haar bestaan. Demaerel gaat dus zwaar de mist in. Hopelijk klaart het ginds gauw op.

Brecht Decoene

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content