Ludo Bekkers

Sam Dillemans en het portret

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Dillemans bewijst nu ook weer dat hij een schilder pur sang is, geen toegevingen doet aan heersende trends maar zich hardnekkig vastgebeten heeft in een passie die voor hem levensnoodzakelijk is.

Het atelier van Sam Dillemans (Leuven, 1965) is een puinhoop van verftubes, kwasten, karig meubilair en (on)afgewerkte doeken. Het ruikt er stevig naar verf en terpentijn. Een kunstenaar zoals we ons die voorstellen in de romantiek. Hij ziet er ook zo uit. Scherp gesneden en wat getormenteerd gelaat, brandende ogen en staccato spreektaal.

Zijn schilderijen zijn voluptueus van materie, de verf ligt vaak dik uitgesmeerd op het doek, met zeker in zijn vroegste werken klodden verf die reliëf gaven en het licht deed meespelen.

Dillemans is een excessief schilder en ik bedoel daarmee dat hij zich vastbijt in een onderwerp dat hij tot het uiterste exploreert. Jarenlang heeft hij zich gewijd aan het naakt, daarna aan het exploreren van houdingen van boksers en nu, in zijn jongste tentoonstelling, koos hij voor het portret.

Confrontatie met oude meesters van levensbelang
Hij is een begenadigd tekenaar die geleerd heeft dat met potlood op papier de finesses van de weergave van de realiteit pas dàn tot hun recht komen. Zijn avontuurlijke rondgang in diverse academies die eindigde in Tourcoing heeft hem geleerd dat de confrontatie met de oude meesters van levensbelang is voor een debutant.

Zoals destijds vele beroemde schilders zich de beeldtaal van hun voorgangers trachtten eigen te maken om al doende het vak onder de knie te krijgen zo heeft ook hij nooit geaarzeld om in de musea school te lopen. Met Degas zegt hij dat je, als kunstenaar je voornemens pas kunt waar maken door stug vol te houden, tegen heug en meug en vaak tegen alle hypes in.

Dillemans koos voor het échte schilderen in een periode dat men er begon aan te twijfelen maar dàt deed hij bewust niet. Het plastisch weergeven van een reëel onderwerp wilde hij tot het uiterste doorzetten. Daarom die lange periodes die hij aan één onderwerp wijdde. Het moest tot op het bot geëxploreerd worden tot alle aspecten ervan schilderkunstig doorgrond waren. Hij aarzelde niet om die enorme veelheid van doeken die er het resultaat van waren samen te brengen in één tentoonstelling. Het was voor de toeschouwers als een tsunami die hen overdonderde en perplex achterliet. Maar niemand kon ontkennen dat hier een authentiek schilder aan het werk was geweest.

Interpretatie van portretten
Ook nu weer met een enorme hoeveelheid van zowat tweehonderd portretten van auteurs, acteurs, wetenschappers, filosofen. Hij beeldde ze uit in soms bescheiden en soms felle kleuren en zelfs in zwart/wit. De meeste personages zijn duidelijk herkenbaar omdat de belezen en intellectuele toeschouwer ze al ooit op foto’s zag. En inderdaad Dillemans heeft zich geïnspireerd op bestaand beeldmateriaal. Maar hij heeft er een heel persoonlijke confrontatie aan vastgeknoopt. Meer dan een gelijkenis zijn het studieobjecten geworden voor een schilderkunstige oefening. Hij heeft ze geïnterpreteerd, naar eigen gevoelsinzichten verwerkt en via hen een stuk van zichzelf getoond.

Bij bepaalde portretten is de gelijkenis duidelijk herkenbaar, bij anderen lossen ze zich op in een haast abstract patroon waar de schilderstaal de bovenhand haal zoals het portret van G.K. Chesterton of dat van Edgar Degas. Hij aarzelt ook niet om soms een bestaand schilderij of een drukwerk als ondergrond te gebruiken dat onder het portret nog zichtbaar blijft. Zoals bij Socrates waar een onderliggende tekst ook een functie krijgt of bij Ivan Turgenev waar een naakte vrouwenbuste het hoofd als het ware ondersteund.

Het zijn geen Spielereien maar doordachte samensmeltingen. En dan is er de kleur of het ontbreken ervan. De heel aparte manier waarop Dillemans er mee omgaat is typisch. Zijn kleuren zijn soms heftig (Mozart) soms verbijsterend (Louis-Ferdinand Céline), soms spaarzaam in een hoofdtoon van zwart en wit of bruin of groen. Maar het zijn middelen om zichzelf te confronteren met het model, het te interpreteren door de indruk die hun oeuvre op hem heeft nagelaten. Trouwens zijn keuze was niet gratuit maar het resultaat van kennisname van hun werk.

Dillemans bewijst nu ook weer dat hij een schilder pur sang is, geen toegevingen doet aan heersende trends maar zich hardnekkig vastgebeten heeft in een passie die voor hem levensnoodzakelijk is.

Ludo Bekkers

Tentoonstelling “Sam Dillemans, Authors, Paintings 2010-2012”. Gaasbeek, Kasteel nog tot 16 juni. Catalogus/boek uitg. MER Paper Kunsthalle ISBN 978-94-9069-399-2 222 pag. 200 illustraties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content