Wie doodde de slechtvalk van de Sint-Maartenskathedraal?

© .
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Begin april ontstond beroering nadat in Ieper een slechtvalk was doodgeschoten. Maar de strijd tegen de illegale verdelging van roofvogels ligt allesbehalve voor de hand. ‘Een individu aan een jachtmisdrijf koppelen is uitermate moeilijk.’

Op dinsdag 3 april deed de in Ieper wonende Brit Chris Lock, die bezoekers langs herdenkingsplekken uit de Eerste Wereldoorlog gidst, tijdens een wandeling langs het kanaal Ieper-Boezinge een macabere ontdekking: goed zichtbaar vanaf het wandelpad in een bosje lag een dode slechtvalk. Het dier lag op zijn rug, met de vleugels gespreid, waardoor Lock onmiddellijk kon zien dat de poten waren afgesneden. Vlakbij lagen twee hagelpatronen van een jachtgeweer. Lock, een voormalig valkenier, wist ook meteen dat het om een mannetje ging.

Later zou de Brit vaststellen dat er weinig activiteit was rond de hoge toren van de Sint-Maartenskathedraal in Ieper. Daar broedt sinds 2012 elk jaar een koppel slechtvalken in een speciale bak, in 2005 opgehangen door de stadsdiensten in samenwerking met het Fonds voor Instandhouding van Roofvogels (FIR).

Het FIR heeft de broedbakken gepopulariseerd in kerken en industriële installaties, en met succes. In 1966 was de slechtvalk virtueel uitgestorven in Vlaanderen, door onverbiddelijke jacht en de dramatische effecten van grootschalig pesticidegebruik op de voedselketen in de natuur. Vanaf dat jaar keerden een verbod op de jacht op roofvogels en een ban op de schadelijkste pesticiden het tij – langzaam. In 1996 werd het eerste in een broedbak broedende koppel slechtvalken in Vlaanderen geregistreerd. Het broedbestand bedraagt nu meer dan honderd koppels. De dieren broeden vooral in een stedelijke omgeving.

Het slechtvalkschandaal in Ieper beroerde de gemoederen. Een Facebook-bericht over de gebeurtenis werd meer dan 5000 keer gedeeld en lokte meer dan 1000 reacties uit, vooral van afschuw. Op 10 april kwam de bevestiging dat het dier neergeschoten was. ‘Röntgenfoto’s tonen aan dat de vogel hagelbolletjes in de hals- en borststreek en de vleugels heeft gekregen’, zei milieuambtenaar Lieven Stubbe van de West-Vlaamse stad. ‘Daarmee is bewezen dat hij met een jachtgeweer werd neergeschoten. Het gaat officieel om een ernstig jachtmisdrijf.’

Jagersverenigingen moeten ermee stoppen de rotte appels in hun mand te verdedigen

Nicolas Brackx, Vogelbescherming Vlaanderen

Dat de vogel goed zichtbaar lag, naast enkele jachtpatronen, daarin ziet Stubbe een provocatie. ‘Het gaat hier om iemand die met uitgestoken middenvinger alle natuurliefhebbers uitdaagt. Dat hij de poten van het dier heeft afgesneden, past in dat plaatje. Tot 1966 betaalde de Belgische Duivenliefhebbersbond een premie van 40 frank voor elke gedode roofvogel – dat bewees je door zijn poten aan te bieden. Tussen 1951 en 1964 zijn er 106.521 premies uitbetaald: dat zijn evenveel gedode roofvogels. Je vraagt je af hoe er überhaupt nog waren overgebleven, na zo’n ononderbroken aanslag op hun welzijn.’

Concurrerende jagers

De Ieperse zaak wordt onderzocht door de politie en de natuurinspectie van de West-Vlaamse afdeling van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Veel hoop op een goede afloop is er niet, zeker omdat de plaatselijke politie in zulke zaken weinig onderlegd is. ‘Dat het om een wilde vogel ging, begreep ze eerst niet’, zegt Lieven Stubbe met een zucht. ‘Ze ging ervan uit dat wij die valken kweekten en voederden in de broedbak, en vroeg facturen om te weten wat ons dat kostte – en zo te bepalen hoeveel schade de stad geleden heeft.’

Kogels kun je gemakkelijk aan een wapen koppelen; bij hagelbolletjes is dat uitermate moeilijk. Tenzij iemand getuige was van het incident of ergens de afgesneden pootjes heeft zien liggen én daarover durft te getuigen, kun je zo goed als onmogelijk een dader aan het misdrijf linken.

In Ieper is er wel iemand in het vizier: een man die tegelijk landbouwer, jager en duivenliefhebber is – een voor vogels dodelijke combinatie. Hij woont op enkele honderden meters van de plek waar de slechtvalk gevonden is.

‘De man wordt al van meerdere ernstige jachtdelicten verdacht’, zegt Stubbe. ‘Maar daarmee is het bewijs nog niet geleverd dat hij de schuldige is.’ In onderzoeken rond vergiftigde roofvogels is al meermaals gebleken: niet alle jagers zijn goede vrienden. Sommigen deinzen er niet voor terug een concurrent in diskrediet te brengen door vergiftigde kadavers van roofvogels op zijn jachtgebied te (laten) leggen en vervolgens zelf de bevoegde instanties te (laten) verwittigen.

Het is niet de eerste keer dat natuurliefhebbers in de Ieperse regio geconfronteerd worden met een provocatie van jagers. Een aantal jaar geleden werden er in het provinciaal domein De Palingbeek zes pas gedode vossen op een rij langs een drukke wandelweg gelegd. ‘De daders zijn nooit gevonden’, zegt Stubbe.

De milieuambtenaar weet nog altijd niet of het broedsel van de slechtvalken in de kathedraal succesvol zal zijn. ‘Het vrouwtje broedt verder, en in de buurt hangt een mannetje rond, maar dat is vrij passief – het kan om een jong gaan. Als het oorspronkelijke mannetje daadwerkelijk verdwenen is, krijgt het jong de kans dichter bij zijn geboorteplek te komen.’

De Gedode slechtvalk 'Tussen 1951 en 1964 betaalde de Belgische Duivenliefhebbersbond 40 frank voor elke gedode roofvogel.'
De Gedode slechtvalk ‘Tussen 1951 en 1964 betaalde de Belgische Duivenliefhebbersbond 40 frank voor elke gedode roofvogel.’© Chris Lock

Stubbe: ‘Een slechtvalk die al lang op de kerk van het nabijgelegen Vlamertinge zat, lijkt ook verdwenen. Dat is verontrustend, maar we laten ons niet afschrikken door de natuurvandalen. Binnenkort hangen we ook in Vlamertinge een broedbak in de kerk, in de hoop dat ook daar slechtvalken op af zullen komen.’

Als reactie op het Facebook-bericht over het Ieperse schandaal kwamen er nog meldingen van geschoten slechtvalken. Op 24 december 2016 werd een vrouwtje gevonden op een akker in Avelgem – de diagnose: gedood door hagel. Op 18 maart 2017 werd een vrouwtje doodgeschoten dat op een watertoren in Erpe-Mere broedde. En op 12 januari 2018 werden een slechtvalk en een sperwer geschoten in de buurt van het Schulensmeer in Lummen. Volgens Rudi Oyen van het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum in Heusden-Zolder wees onderzoek van de hagelbolletjes uit dat telkens hetzelfde geweer gebruikt was. Het gebeurde op de grens van een natuurgebied beheerd door Natuurpunt, waar jacht toegelaten is. De slechtvalk is nog altijd in revalidatie; binnenkort wordt hij vrijgelaten – het illustreert de dualiteit in onze maatschappij: de één schiet roofvogels af, de ander revalideert ze en laat ze weer vrij. In alle gevallen werd een proces-verbaal tegen onbekenden opgesteld, maar het is onduidelijk of er meer onderzoeksdaden gesteld zijn dan het ondervragen van vinders en verzorgers. Er is in Vlaanderen nog niemand veroordeeld voor het schieten op een slechtvalk.

Zaken op de vergeetstapel

‘We gaan ervan uit dat de teruggevonden dode slechtvalken het topje van de ijsberg zijn’, zegt Nicolas Brackx, juridisch adviseur van Vogelbescherming Vlaanderen. Die vereniging stelt zich burgerlijke partij in zaken waarin natuur moet worden verdedigd. ‘Een groot probleem is dat mensen bang zijn om jachtovertredingen te melden, omdat ze geïntimideerd worden door jagers: hun hond riskeert een vergiftiging op te lopen, hun paard dreigt een lading hagel te krijgen. Daarom werken wij met anonieme tips. Ook natuurinspecteurs krijgen bedreigingen: ze moeten stevig in hun schoenen staan. Maar de natuurinspectie is zwaar onderbemand. Er zijn te weinig mensen om gericht naar zware overtreders van de natuurwetgeving te zoeken.’

Cijfers van het ANB illustreren dat. Gemiddeld zijn er in elke provincie 5 natuurinspecteurs. Maar zij moeten álles doen, niet alleen het beleid rond roofvogels handhaven. Het handhavingsplan van het ANB voorziet, rond roofvogels, drie inspecties per jaar in alle inspectiezones. Inspecteurs hebben de indruk dat er, op zijn minst in sommige streken, de jongste tijd meer dode exemplaren gevonden worden. Vooral vergiftigde buizerds. Tegelijk wordt het almaar moeilijker om daders te betrappen, zeggen ze, onder meer omdat ze hun gif of klemmen almaar handiger verbergen.

In Noorwegen mag de politie voor ernstige overtredingen van natuurbeschermingswetten telefoontaps gebruiken. Dat zou ook bij ons moeten kunnen

Hendrik Schoukens, Universiteit Gent

Het werk van Vogelbescherming Vlaanderen wordt er evenmin gemakkelijker op. De natuurinspectie is almaar meer op haar hoede voor procedurefouten: advocaten van jagers maken daar handig gebruik van. Vorige zomer ontvingen de parketten een rondzendbrief van het college van procureurs-generaal: het vroeg om tijdens een onderzoek geen pv-nummers van zaken meer aan Vogelbescherming te melden. Daardoor kan die vereniging zich een stuk moeilijker burgerlijke partij stellen en eventueel extra onderzoeksdaden vragen. Er is wel afgesproken dat, zodra het onderzoek afgerond is, de parketten zelf pv-nummers van belangrijke dossiers doorgeven. Maar tot dusver is er geen enkel dossier binnengekomen.

Navraag bij de parketten leert dat er geen verzuim in het spel is. Er zijn gewoonweg geen nieuwe grote dossiers rond vogelbescherming. De parketten van Antwerpen en Leuven bevestigen dat ze alleen pv-nummers doorgeven als een zaak ‘in zitting’ komt, en niet tijdens het onderzoek. In Oost-Vlaanderen zijn recente dossiers allemaal buitengerechtelijk afgehandeld, via een minnelijke schikking of een alternatieve aanpak. Dat er weinig wordt vervolgd, is glashelder.

Te veel milieuzaken belanden op wat Brackx ‘de vergeetstapel’ noemt. ‘Sinds tien jaar zijn de parketten wel beter geïnformeerd over milieukwesties. Ze laten overtredingen minder gemakkelijk passeren. De straffen zijn ook iets strenger geworden. Jammer genoeg is ondertussen wel een soort zijspoor gecreëerd, waarbij parketten zaken doorschuiven naar de afdeling Handhaving van het Vlaamse Departement Omgeving. Daar volgen bestuurlijke boetes uit: die kunnen hoog zijn maar komen niet op het strafblad van de overtreder, zodat hij eventueel zijn jachtvergunning kan behouden – een jachtvergunning verliezen: voor een jager is het zwaarder dan een boete. In dat geval kunnen wij alleen met een lange omweg via een burgerlijke rechtbank de rechten van de natuur laten gelden.’

De meeste zaken rond roofvogels die Vogelbescherming Vlaanderen binnenkrijgt gaan over vergiftigde buizerds en haviken. Ook daarin zijn er zelden juridische uitspraken, tenzij het gebruikte gif rechtstreeks gelinkt kan worden aan een dader. Dat gebeurde in 2015, in een veelbesproken zaak rond een vergiftigd nest zeldzame bruine kiekendieven in de buurt van Veurne. Door een gelukkig toeval vonden natuurinspecteurs het gebruikte gif bij de dader thuis. De man, een landbouwer die ook bijzonder veldwachter was, moest ongeveer 9000 euro aan boetes en schadeloosstellingen betalen en verloor zijn erkenning als veldwachter.

Duif met vishaken

‘Als ze hun praktijk verdedigen, hebben jagersverenigingen het altijd over “de rotte appels in de mand”‘, zegt Nicolas Brackx. ‘Maar overtreders worden meestal verdedigd door dezelfde advocaten, die dikwijls tot het hoofdbestuur van de belangrijkste jagerslobby behoren: de Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV). Het zou de HVV sieren mocht ze eens ostentatief haar handen aftrekken van zulke figuren. Als ze die rotte appels blijft verdedigen, hoe kan ze dan hopen dat ze zullen verdwijnen?’

Uit vonnissen blijkt dat rechters almaar meer aandacht hebben voor aanslagen op ons ecosysteem. Het werk van vele jaren begint te lonen

Nicolas Brackx, juridisch adviseur van Vogelbescherming Vlaanderen

De inventiviteit van roofdierenverdelgers is grenzeloos. Er zijn er die juridische mogelijkheden exploreren. Duivenmelkers vragen zich af of ze de eigenaars van gebouwen waarin een roofvogelbak hangt niet aansprakelijk kunnen stellen voor het verlies van hun prijsduiven. De stelling dat slechtvalken vooral zwakke duiven pakken, counteren ze met het argument dat er veel duivenringen in nesten van slechtvalken gevonden worden. Maar niemand is ooit nagegaan of daar prijsbeesten tussen zitten – veel reisduiven vliegen verloren, waarna ze aan hun lot overgelaten zijn. De levensgeschiedenis van gedode reisduiven analyseren aan de hand van in slechtvalknesten gevonden ringen: het zou een mooie studie zijn.

Op forums van duivenliefhebbers circuleert een procedure om duiven in te smeren met de pijnbestrijdende zalf Voltaren. Daarin zit diclofenac, een voor roofvogels bijzonder giftige stof. Pakt een slechtvalk of havik zo’n duif, zo lijken de liefhebbers te hopen, dan sterft hij. De activistengroep Committee Against Bird Slaughter (CABS) publiceerde dan weer een foto van een zielige duif waarin vijf vishaken waren aangebracht, naar verluidt in de hoop dat een roofvogel die zou binnenkrijgen. Hoe pervers kun je zijn?

‘Onder jagers zijn er zelfs die geloven dat Vogelbescherming Vlaanderen of vogelopvangcentra zakken vergiftigde buizerds in een diepvriezer hebben’, zegt Brackx. ‘Wij zouden, zo heet het, die dieren systematisch in jachtgebieden gaan leggen om jagers in diskrediet te brengen. Of ze opperen dat niet zij maar Oost-Europese stropersbendes een loopje met de Vlaamse regelgeving nemen. Zo trachten ze zichzelf vrij te pleiten.’

Brackx: ‘Toch voel je dat de mentaliteit aan het veranderen is. De emotionele reacties op de dode slechtvalk in Ieper bewijzen hoezeer de mensen erdoor geraakt zijn. En uit vonnissen blijkt dat rechters almaar meer aandacht hebben voor aanslagen op ons ecosysteem. Het werk van vele jaren begint te lonen.’

Brackx verwijst naar een vonnis uit 2017: een Sint-Niklase jager die elf buizerds en een havik had vergiftigd, werd na zeven jaar procederen zwaar veroordeeld. Hij verloor zijn jachtvergunning en moest niet alleen een boete en een schadeloosstelling (van 6850 euro) betalen, maar ook een herstelprogramma voor elf buizerds en een havik. ‘Het heeft even geduurd voor er een systeem was om dat laatste uit te voeren’, zegt Brackx. ‘Finaal is er beslist dat er 11.000 euro naar de vogelopvangcentra zou gaan om roofvogels met breuken te behandelen – dat kost handenvol geld. Het is in ieder geval een primeur, die navolging verdient.’

Het gaat hier om iemand die met uitgestoken middenvinger alle natuurliefhebbers uitdaagt. Dat hij de poten van het dier heeft afgesneden, past in dat plaatje

Lieven Stubbe, milieuambtenaar

Maar ook in de jachtsector speelt hardleersheid. Tegen de jager uit Sint-Niklaas is volgens Vogelbescherming Vlaanderen opnieuw een pv wegens vergiftiging van roofvogels opgesteld. En de voorzitter van een Oost-Vlaamse wildbeheereenheid werd in eerste aanleg veroordeeld voor het gebruik van giftig lokaas, na tips van een concurrerende jachteenheid. In beroep werd hij vrijgesproken, maar ondertussen is er opnieuw een pv tegen hem opgesteld, omdat hij illegaal fazanten had uitgezet. Sommige rotte appels blijven rotten.

Milieujurist Hendrik Schoukens (Universiteit Gent) hoopt dat almaar meer daders gevat en gepast gestraft worden. ‘Het milieustrafrecht van de Europese Unie verplicht lidstaten tot afschrikwekkende sancties voor misdrijven die de biodiversiteit aantasten. Het Vlaamse Milieuhandhavingsdecreet voorziet gevangenisstraffen van 1 tot 5 jaar en boetes van 100 tot 500.000 euro.’

Schoukens: ‘Ter inspiratie: in Noorwegen zijn enkele jaren geleden stropers veroordeeld nadat ze een wolf hadden geschoten. “We dachten dat het om een vos ging”, zo luidde hun verweer. Een aantal van hen kregen effectieve gevangenisstraffen (tot 20 maanden). De almaar grotere consensus over het belang van biodiversiteit kan ook bij ons tot strengere straffen nopen. Maar dan moeten daders wél gevat worden, natuurlijk. In de Noorse zaak gebruikte de politie onder meer telefoontaps. En de daders werden niet alleen veroordeeld op basis van natuurbeschermingswetten, maar ook op basis van de strafwet rond georganiseerde misdaad. Dat zou bij ons ook moeten kunnen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content