Panda’s zijn vleeseters die geen vlees eten. Ze overleven op weinig voedzame bamboo door heel lui en traag door het leven te gaan. Dat blijkt uit een studie die in het tijdschrift Science wordt gepubliceerd.
De immer bedreigde reuzenpanda is één van ’s werelds acht berensoorten, en de enige van die soorten die geen vlees eet. De voorouders van de panda waren wel vleeseters, en het lichaam van de soort is nog altijd op een vleesdieet ingesteld, al eten panda’s dan geen vlees. Het voedsel van de panda in het wild bestaat voor 99 procent uit bamboe, voedsel dat niet heel energierijk of voedzaam is en bovendien moeilijk te verteren. De panda’s overleven hun dieet door zich heel weinig in te spannen. Ze worden ook geholpen door een luie schildklier die weinig hormonale activiteit vertoont.
38 procent
Dat blijkt uit een onderzoek bij 3 panda’s in het wild en bij 5 panda’s in de zoo van Beijing. De resultaten worden gepubliceerd in het tijdschrift Science.
Het energieverbruik van panda’s ligt op 38 procent van andere dieren met dezelfde grootte.
De organen van de panda zijn kleiner dan die van de andere beren, dat spaart ook weer energie. De kruissnelheid van de panda ligt op 20 meter per uur, veel trager dan andere beren. En de dikke vacht voorkomt energieverlies bij koude.
Volgens regeringscijfers leven er in China nog 1.800 panda’s in het wild.
(RR)
