De auto: statussymbool van de lege portemonnee

De auto: symbool voor een lege portemonnee © Nick Baelemans

Terwijl een auto vroeger een statussymbool was voor vrijheid en onafhankelijkheid, staat het nu voor files en hoge kosten.

Terwijl een auto vroeger een statussymbool was voor vrijheid en onafhankelijkheid, beslissen Miek, James en Milou dat ze geen auto of rijbewijs willen. Een maatschappelijke trend, waarover freelance journalist Luc Vanheerentals deze week een boek uitbrengt. ‘Een auto staat nu symbool voor files en hoge kosten’, klinkt het.

Waar onze ouders trots met hun autosleutels voor hun auto poseerden op hun achttiende verjaardag, beslissen jongeren nu meer dan ooit om het leven te trotseren zonder rijbewijs. “Ik heb er absoluut geen behoefte aan”, vertelt student Film Miek Thieren (19). “Voor mij staat een auto niet langer symbool voor vrijheid, maar voor files en kosten die de pan uit swingen. Je moet de verzekering betalen en die is voor jongeren onbetaalbaar. Daar komt dan nog eens wegenbelasting en onderhoud bij. Om nog maar te zwijgen over de brandstofprijzen die torenhoog zijn. Welke jongere kan dat zonder de hulp van zijn ouders nu betalen?”

Naast de hoge kosten zijn de lange files ook een struikelblok voor jongeren. Voor Miek is het openbaar vervoer veel voordeliger. “Elke dag hoor je op de radio dat er ellenlange files zijn. Een ongeval daar, een tunnel versperd hier. Ik zou twee uur vroeger moeten opstaan om met de auto van van Antwerpen naar Brussel te rijden. Voor 160 euro pendel ik een heel jaar tussen Antwerpen en Brussel. Voor 35 euro heb ik een jaar lang een fietsabonnement. Voor dat bedrag rij je geen heel jaar met de auto.”

Student journalistiek James Huys (21) beaamt dat een rijbewijs voorlopig niet aanlokkelijk is. “Een groot nadeel voor mij is dat je met de auto BOB moet zijn”, lacht hij. “Als ik met vrienden een pintje wil gaan drinken, wil ik niet constant moeten opletten wat ik drink. Nu ga ik met de fiets of met het openbaar vervoer. Soms denk ik wel eens dat een rijbewijs makkelijker zou zijn, maar het kostenplaatje weegt te zwaar door.”

Pendelen naar het werk

Als student is het openbaar vervoer handig, maar wat als je gaat werken? Is een rijbewijs dan niet noodzakelijk? Milou Verstappen (21) werkt als dossierbeheerder Financiën bij de Vlaamse overheid in Brussel en woont in Antwerpen: “Mijn werk is dichtbij het station, dus heb ik geen nood aan een auto. Het zou mij te veel geld en vooral te veel tijd kosten om op kantoor geraken”, vertelt Milou.

James en Miek zijn wel van plan om in de toekomst hun rijbewijs te halen. “Ik wil toch een rijbewijs in mijn bezit hebben voor als ik ga solliciteren”, vertelt James. En ook Miek beseft dat een rijbewijs handig is als je je op de arbeidsmarkt begeeft. “Al zijn mijn ouders voorlopig wel opgelucht dat ik niet achter het stuur zit”, lacht hij.

Leven zonder auto

Op woensdag 7 mei stelt Luc Vanheerentals het boek ‘Leven Zonder Auto’ voor. Het boek brengt het verhaal van meer dan 100 personen uit alle lagen van de bevolking en van alle leeftijden die bewust zonder eigen auto door het eigen leven gaan. Vanheerentals merkt op dat jongeren de aankoop van een auto of het behalen van een rijbewijs uitstellen, omdat ze geleerd hebben zicht te verplaatsten zonder.

“Vaak hebben jongeren in een stad gestudeerd en hebben ze de gewoonte aangeleerd om zich met de fiets of het openbaar vervoer te verplaatsen”, stelt Vanheerentals vast. “Jongeren sparen echter liever wat langer en investeren in een woning.” Dat is geen garantie voor een autoloos leven: “De wagen kan later nog altijd volgen”, weet Vanheerentals.

Vanheerentals merkt ook op dat de meeste mensen zonder auto wel in de stad leven. “Mensen die bewust zonder auto door het leven gaan, passen hun levenswijze aan en wonen ergens waar er veel openbaar vervoer is. Als je in een bos woont, kan een auto wel eens noodzakelijk zijn. Mijn boek sluit daarom af met tal van concrete tips hoe men zich efficiënt kan verplaatsen zonder auto”, besluit Vanheerentals. (Stampmedia/JDM)

‘Leven zonder auto’ (296 blz.), Luc Vanheerentals, uitgeverij Casa Littera, 17,5 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content